20240916 Ma VAV4HA000AK en VAV5HA000AK havo leerjaar 1 Thema's 1.3 en 2.1

VAV4HA000AK en VAV5HA000AK

Maatschappijleer
1 / 46
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 46 slides, with text slides.

Items in this lesson

VAV4HA000AK en VAV5HA000AK

Maatschappijleer

Slide 1 - Slide

Contactgegevens:
David Lindenaar

Docent burgerschap en maatschappijleer bij de afdelingen:
Zorg en Vavo.

david.lindenaar@vonknh.nl

Slide 2 - Slide

Maatschappijleer

Slide 3 - Slide

AFSPRAKEN 
1. Kom op tijd.

2. Neem altijd jouw spullen mee. Je neemt elke les een opgeladen laptop, boek en pen mee.

3. Telefoon in de tas, dopjes uit, smartwatch verbinding uit.

4. Jas uit, tas van tafel en niet eten in de les.

5. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Gebruik de e-mail die ik elke les verstuur.

6. Sla geen vragen over en antwoord altijd met uitleg.

Slide 4 - Slide

timer
20:00

Slide 5 - Slide

VAV4HA000AK en VAV5HA000AK

Planning


10-09: 1.1: Wat is maatschappijleer?
10-09: 1.2: De maatschappij onderzoeken
17-09: 1.3 Media en nepnieuws
17-09: 2.1 Wat is een rechtsstaat?
24-09: 1.4 Kritisch denken
24-09:2.2 Voorwaarden voor een rechtsstaat
01-10:  INTRODUCTIE PRAKTISCHE OPDRACHT
08-10: 2.3 Criminaliteit en opsporing
08-10: 2.4 Rechtspraak en straffen
15-10: 2.5 Conflicten oplossen
15-10: 2.6 Blik over de grens
22-10: 2.7 Uitdagingen voor de rechtsstaat
05-11: Voorbereiding op de toetsweek
11-11 t/m 15-11: Toetsweek 1

Slide 6 - Slide

Terugblik op: 

Les 1.1 (Wat is maatschappijleer)

Les 1.2 (De maatschappij onderzoeken)  

Slide 7 - Slide

Les 1.1 (Wat is maatschappijleer) 
WAARDEN

Waarden kunnen per persoon verschillen.
Soms stemmen jouw waarden overeen met de afgesproken gedragsregels en soms ook niet.

Waarden zijn idealen en motieven die in een samenleving of groep als goed worden beschouwd.

Er zijn twee soorten waarden; Instrumentele- en intrinsieke waarden.
 Instrumentele waarden: bezitten, beleven, enzovoort.
 Intrinsieke waarden: liefde, vrijheid, gelijkheid, enzovoort.

Slide 8 - Slide

Les 1.1 (Wat is maatschappijleer) 
NORMEN 
Normen zijn gedragsregels.

Normen zijn opvattingen over hoe men zich wel of niet zou moeten gedragen in concrete omstandigheden.

Sommige normen gelden in bijna alle samenlevingen.
Normen die positief zijn: GEBOD Normen die negatief zijn: VERBOD

Zwakkere normen (volksgebruiken): zijn modegevoelig.
 







Slide 9 - Slide

Lesdoel 17-09 
1.3: Media en nepnieuws en 
2.1 Wat is een rechtsstaat?
1.3:
  • Manipulatie, propaganda en indoctrinatie.
  • Polarisatie en complottheorieën. 
  • Filterbubbel, referentiekader en selectieve waarneming

2.1:
  • Wat een rechtsstaat is.
  • Wat publiek- en privaatrecht is en kunnen daar voorbeelden van geven.
  • Over het ontstaan van onze rechtsstaat
DEZE WEEK MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:
Les 1.3: Media en nepnieuws Opdracht 01 - 17
Les 2.1 Wat is een rechtsstaat?  Opdracht 01 - 13

Slide 10 - Slide

Zelfwerktijd 17-09

havo: pagina 12
Vragen 01 - 09






timer
15:00
Ben je klaar? Werk dan verder.
Les 1.3:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17


Les 2.1:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13



Slide 11 - Slide

1.3: Media en nepnieuws 

Manipulatie: het opzettelijk verdraaien of weglaten van feiten, vaak zonder dat de lezer of kijker zich ervan bewust is. 

Propaganda: bewust eenzijdige informatie gegeven met als doel de mening van mensen te beïnvloeden. 

Indoctrinatie: daarbij krijgen mensen langdurig, systematisch en dwingend eenzijdige opvattingen opgedrongen met de bedoeling dat zij deze opvattingen kritiekloos overnemen. 

Slide 12 - Slide

1.3: Media en nepnieuws

Slide 13 - Slide

1.3: Media en nepnieuws 


Polarisatie: het proces waarbij de tegenstellingen tussen groepen groter worden en ze steeds verder tegenover elkaar komen te staan.

Complottheorieën: een complottheorie gaat er vanuit dat bepaalde gebeurtenissen het resultaat zijn van een samenzwering tussen mensen of groepen met kwaadaardige bedoelingen.

Slide 14 - Slide

1.3: Media en nepnieuws 

Slide 15 - Slide

1.3: Media en nepnieuws 


Ga naar: www.slechtnieuws.nl

Slide 16 - Slide

Zelfwerktijd 17-09

havo: pagina 13 - 15
Vragen 10 - 14






timer
10:00
Ben je klaar? Werk dan verder.
Les 1.3:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17


Les 2.1:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13



Slide 17 - Slide

1.3: Media en nepnieuws 

Objectief: geven aan hoe iets werkelijk is. Feitelijk

Subjectief: geven aan wat iemand ergens van vindt. Meningen. 

Filterbubbel: websites passen hun resultaten aan op jouw zoekgeschiedenis.

Referentiekader: alles wat je bezit aan kennis, ervaring, normen, waarden en gewoonten vormen de 'bril' waardoor jij naar de samenleving kijkt. 

Selectieve waarneming: iemand ziet alleen wat hij of zij wilt zien. 
Vooroordelen: je oordeelt over iets of iemand zonder dat je die persoon of die zaak kent. 

Slide 18 - Slide

2.1 Wat is een rechtsstaat?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Checks and balances:

Verschillende machten controleren elkaar en ‘houden elkaar scherp’.

Slide 21 - Slide

Zelfwerktijd 17-09


Vraag 9 bij 2.2 (bladzijde 31)



timer
5:00

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Zelfwerktijd 17-09


Vraag 1-3



timer
8:00

Slide 24 - Slide

2.1 Wat is een rechtsstaat?
Centrale vraag van de paragraaf:

Wat is een rechtsstaat precies?


Slide 25 - Slide

2.1 Wat is een rechtsstaat?
Wat is een rechtsstaat precies?

Rechtssysteem waarin burgers door grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur.

Slide 26 - Slide

Zelfwerktijd 17-09


Vraag 4



timer
2:00

Slide 27 - Slide

2.1 Wat is een rechtsstaat?

Slide 28 - Slide

2.1 Wat is een rechtsstaat?

  • Rechten
  • Plichten
  • Ongeschreven
  • Geschreven

Nut van regels:

  • Laten het maatschappelijk leven geordend verlopen.
  • Sluiten aan bij waarden en normen die we met elkaar delen.

Slide 29 - Slide

Het recht
Het totaal van alle wettelijk vastgelegde regels.

Slide 30 - Slide

2.1 Wat is een rechtsstaat?
Publieksrecht: Rechtsregels over de relatie tussen overheid en burger (en organisaties/bedrijven).

Privaatrecht: Rechtsregels over de relatie tussen burgers (en organisaties/bedrijven) onderling, ook wel rechtspersonen genoemd.
 

 

Slide 31 - Slide

Publiekrecht  (o.a strafrecht)
  • Zowel kleine overtredingen (door rood rijden) als zware misdrijven (moord).
  • Altijd een zaak tussen Openbaar Ministerie en burger (of bedrijf / organisatie).


Slide 32 - Slide

Privaatrecht  
(o.a personen- en familierecht)
  • Wetsregels met betrekking tot
    familiaire (of relationele) verhoudingen
    tussen mensen. Bijvoorbeeld:
  1. Huwelijk
  2. Scheiding
  3. Erfenis

Slide 33 - Slide

Kerntaken van de overheid 
in een rechtsstaat

Rechtshandhaving (geweldsmonopolie)



Rechtsbescherming




Slide 34 - Slide

Zelfwerktijd 17-09


Vraag 5-7



timer
8:00

Slide 35 - Slide

Ontstaan van onze rechtsstaat

Slide 36 - Slide

Ontstaan van de rechtsstaat
Eeuwenlang had de bevolking nauwelijks rechten.


Mensen werden zomaar opgepakt en gevangengezet.

Tijdens de Verlichting kwam er verzet tegen dit onrecht, dat leidde in Frankrijk tot de Franse Revolutie (1789).

Met de opgestelde ‘Verklaring van de Rechten van de Mens en Burger’ was het idee van de rechtsstaat geboren.



Slide 37 - Slide

Ontstaan van de Grondwet

Slide 38 - Slide

Voorwaarden rechtsstaat
  • Legaliteitsbeginsel: Alles wat de overheid doet, gebaseerd zijn op de wet. (in het strafrecht ook bekend als het nulla poena-beginsel) De overheid mag alleen de vrijheid van burgers beperken als die beperkingen in wetten zijn vastgelegd. Dit zorgt voor rechtszekerheid: je weet als burger wat de overheid wel en niet mag doen.

  • Proportionaliteitsbeginsel: Straf moet in verhouding moet staan tot
  • Subsidiariteitsbeginsel: Hogere instanties niet iets moeten doen wat door lagere instanties kan worden afgehandeld
  • Vlagbeginsel: Het strafrecht van een land ook geldt buiten de grenzen van dat land
  • Territorialiteitsbeginsel: In het recht houdt in dat het recht van het land waar een persoon zich bevond of waar een handeling werd verricht van toepassing is.
  • Opportuniteitsbeginsel: Een officier van justitie kan beslissen dat een strafbaar feit niet vervolgd wordt op grond van het algemeen belang
  • Détournement de pouvoir: (Frans voor machtsverdraaiing) is een verbod voor een bestuursorgaan om bevoegdheden te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor ze gegeven zijn.

Slide 39 - Slide

Zelfwerktijd 17-09


Vraag 8 - 10



timer
8:00

Slide 40 - Slide

Recht in beweging
Regels veranderen; ze worden afgeschaft, en er komen nieuwe regels bij.
Voorbeelden:

Slavernij
Rassenscheidingswetten
Doodstraf
Homohuwelijk


Slide 41 - Slide

Recht in beweging

Slide 42 - Slide

Landen zonder rechtsstaat

Nauwelijks vrijheden, rechten voor de inwoners. 

Dit is het geval in:

Autoritaire staten
Dictaturen


Slide 43 - Slide

Zelfwerktijd 17-09


Vraag 11 - 13



timer
8:00

Slide 44 - Slide

2.1 Wat is een rechtsstaat?
Wat is een rechtsstaat precies?

Rechtssysteem waarin burgers door grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur.

Slide 45 - Slide

Terugblik 17-09 
1.3: Media en nepnieuws en 
2.1 Wat is een rechtsstaat?
1.3:
  • Manipulatie, propaganda en indoctrinatie.
  • Polarisatie en complottheorieën. 
  • Filterbubbel, referentiekader en selectieve waarneming

2.1:
  • Wat een rechtsstaat is.
  • Wat publiek- en privaatrecht is en kunnen daar voorbeelden van geven.
  • Over het ontstaan van onze rechtsstaat
DEZE WEEK MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:
Les 1.3: Media en nepnieuws Opdracht 01 - 17
Les 2.1 Wat is een rechtsstaat?  Opdracht 01 - 13

Slide 46 - Slide