lezen cursus paragraaf 3

Welkom!
Startopdracht: lees uit je leesboek
Leg op tafel:
- Nieuw Nederlands boek
- Schrift en pen 
timer
15:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Welkom!
Startopdracht: lees uit je leesboek
Leg op tafel:
- Nieuw Nederlands boek
- Schrift en pen 
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Lesdoelen
Mededelingen
Cursus lezen: herhaling en paragraaf 3
Aan de slag
Evaluatie

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
1. Ik ken de 5 woordraadstrategieën nu heel goed.
2. Ik weet wat een alinea is en hoe je deze kunt herkennen.
3. Ik weet wat de kernzin is en waar je deze kunt vinden.
4. Ik kan signaalwoorden herkennen en goed gebruiken. 

Slide 3 - Slide

5 woordraadstrategieën
1. Een synoniem zoeken.
2. Een omschrijving zoeken (in de context).
3. Een voorbeeld zoeken.
4. Een tegenstelling zoeken.
5. Een bekend woorddeel zoeken.

Slide 4 - Slide

Onderwerp
Waar de tekst overgaat. 

Slide 5 - Slide

Deelonderwerp
Waar de alinea overgaat. 

Slide 6 - Slide

Alinea
  • Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel.
  • Inspringen: de eerste regel van een alinea begint met een stukje wit.
  • Witregel: er wordt een hele regel overgeslagen tussen twee alinea's.  

Slide 7 - Slide

Hoofdgedachte
Het belangrijkste van de tekst in 1 zin samengevat, noem je de hoofdgedachte. 

Slide 8 - Slide

Kernzinnen
De belangrijkste informatie van een alinea staat in de kernzin.


1ste, 2de of laatste zin!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Tekstverbanden en signaalwoorden
Zinnen en alinea's hebben verband met elkaar. Door een signaalwoord weet je welk verband.

Slide 11 - Slide

Opsomming
Meerdere dingen (die bij elkaar horen) worden achter elkaar genoemd. 

Ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook, verder, ten slotte, en. Of streepjes, dots, getallen en dubbele punt.

Slide 12 - Slide

Tijdsvolgorde 
Dingen gebeuren in een bepaalde volgorde. Die volgorde is belangrijk.

Vroeger, later, nu, eerst daarna, vervolgens, ten slotte, nadat, terwijl, dadelijk en intussen. 


Slide 13 - Slide

Voorbeeld (toelichting)
Er wordt uitleg of een voorbeeld gegeven. Je krijgt dus meer informatie. 

Bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou. 

Slide 14 - Slide

Nieuwsbegrip
maken : opdr. 1, 2 en 3 vanaf blz. 23

Slide 15 - Slide

Lesdoelen
1. Ik ken de 5 woordraadstrategieën nu heel goed.
2. Ik weet wat een alinea is en hoe je deze kunt herkennen.
3. Ik weet wat de kernzin is en waar je deze kunt vinden.
4. Ik kan signaalwoorden herkennen en goed gebruiken. 

Slide 16 - Slide

Lezen

Slide 17 - Slide

Evaluatie
Wat ging er goed? 
Wat kan er de volgende keer beter?
Wat heb ik geleerd?

Slide 18 - Slide