What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Dag 8
Thema 15
: Internet en sociale media (roze)
1 / 12
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
12 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Thema 15
: Internet en sociale media (roze)
Slide 1 - Slide
DAG 8
staan
te
de tijd
tijdens
uitstaan
Slide 2 - Slide
staan
(ww)
niet zitten en niet liggen
op een plaats zijn
Het staat mij niet. = Het is niet mooi voor mij.
onregelmatig ww - sterk ww
TT - ik sta - jij sta
at
- wij sta
a
n
zin:
Het was druk in de trein. We konden niet zitten, we moesten
staan.
zin
: De boeken staan in de kast.
41
Slide 3 - Slide
te
1) meer dan goed is
zin
: Die jas koop ik niet, die is
te
groot.
2) voor een werkwoord
zin:
Morgen hoeft hij niet
te
werken.
42
Slide 4 - Slide
de tijd (znw)
hoe laat het is
lang
op tijd <--> te laat
zin
: Het duurt een
tijd
voor je met de trein van Den Helder in Utrecht bent. Wel twee uren!
43
Slide 5 - Slide
tijdens (vz)
in die tijd
gedurende
zin
:
Tijdens
de zomervakantie zijn we vaak gaan zwemmen.
44
Slide 6 - Slide
uitstaan
(ww)
1) Iemand of iets vervelend of naar vinden.
uitstaan <--> leuk vinden
z
in:
Hij is altijd gemeen. Ik
kan
hem niet
uitstaan
. (met ww kunnen)
2) aanstaan
zin:
Hij
stond
tijdens de les helemaal
uit
. (Hij deed niet mee met de les.)
onregelmatig ww - sterk ww
TT
- ik sta uit - hij sta
at
uit - wij sta
a
n uit
45
Slide 7 - Slide
Het meisje leert om te fietsen. Haar moeder ...........
buiten naar haar te kijken.
41
A
lacht
B
staat
C
fietst
D
sta
Slide 8 - Quiz
Je eet .... veel, zo word je .... dik.
42
A
te, soms
B
erg, graag
C
te, te
D
lekker, mooi
Slide 9 - Quiz
In maart zetten we de klok een uur vooruit. Dan
begint de zomer...........
43
A
zomertijd.
B
zomervakantie.
C
zomerklok.
D
zomerzon.
Slide 10 - Quiz
........ de zomervakantie zijn we vrij, de school is dan
dicht.
44
A
Omdat
B
Tijdens
C
Voor
D
Want
Slide 11 - Quiz
Die mevrouw maakt altijd vervelende
opmerkingen. Ik kan haar niet .............
45
A
uitstaan.
B
vinden.
C
vragen.
D
vriendelijk.
Slide 12 - Quiz
More lessons like this
Dag 8
April 2024
- Lesson with
12 slides
Dag 8
May 2024
- Lesson with
12 slides
Dag 8
September 2024
- Lesson with
12 slides
NT2
ISK
Dag 8
May 2024
- Lesson with
12 slides
NT2
ISK
Dag 8
April 2024
- Lesson with
11 slides
NT2
ISK
Dag 8
August 2024
- Lesson with
11 slides
NT2
ISK
Dag 8
May 2024
- Lesson with
11 slides
NT2
ISK
Dag 8
September 2024
- Lesson with
11 slides
NT2
ISK