This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Items in this lesson
Kennismaking
Slide 1 - Slide
Opbouw module 4
2x per week á 2 uur
Studieplanner staat op CumLaude
Toetsweek: toets module 4
Inleveren werkboek --> opdrachten
Slide 2 - Slide
Visie op zorg
50 jaar geleden - cliënten onvoldoende kennis beschikten om eigen keuzes te kunnen maken over hun gezondheid en behandeling
Nu - cliënten en naasten belangrijke gesprekspartner
Daarom; samen een zorgplan opstellen
Slide 3 - Slide
Visies op zorg verlenen
Begrippen die je tegenkomt:
- Vraaggerichte zorg
- Vraaggestuurde zorg
- Belevingsgerichte zorg
Slide 4 - Slide
Vraaggerichte zorg
Vraaggerichte zorg is erop gericht dat de cliënt zorg krijgt die tegemoetkomt aan zijn wensen en verwachtingen en die voldoet aan professionele standaarden.
Cliënt heeft een stem in het zorgproces.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Vraaggestuurde zorg
Lijkt op vraaggerichte zorg, maar gaat nog een stap verder.
Cliënt geeft niet alleen richting aan het zorgproces, maar hij bepaalt het zorgproces.
Denk aan: Persoonsgebonden budget (PGB)
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Belevingsgerichte zorg
De cliënt en zorgverlener bepalen samen de inhoud van de zorg. De beleving van de cliënt over zijn situatie en zijn (achtergrond) zijn het uitgangspunt van de zorg.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Fasen van het zorgproces
Zoals je nu begrijpt kun je in de zorg niet zomaar aan de slag gaan.....
Het zorgproces begint altijd met het verzamelen van informatie over de cliënt en eindigt met het bijstellen of afsluiten van de zorg.
Slide 11 - Slide
7 fasen van het zorgproces
Slide 12 - Slide
Fase 1: gegevens verzamelen
Om een totaalbeeld van je cliënt te krijgen, gebruik je verschillende informatiebronnen:
- Gesprek met cliënt,
- Aanvullingen van de familie of mantelzorger,
- Andere professionals,
- Observeren.
Slide 13 - Slide
Fase 2: Zorgvraag en doelen
Vaststellen van de wensen, behoeften en problemen
Zodra de behoeften en problemen duidelijk zijn, kun je de doelen vaststellen.
Slide 14 - Slide
Fase 3: Plannen
Op basis van de doelen beschrijf je concrete activiteiten en maak je een planning. Dit gaat in samenspraak
met de cliënt.
Slide 15 - Slide
Fase 4: Uitvoeren
Je geeft de zorg en ondersteuning zoals afgesproken in het plan. Maar gedurende de
zorgverlening/begeleiding blijf je kritisch kijken naar je eigen handelen en naar de reactie van de cliënt.
Slide 16 - Slide
Fase 5: Rapporteren
Als je de activiteiten hebt uitgevoerd, rapporteer je hierover in het plan.
Slide 17 - Slide
Fase 6: Evalueren
In deze formele evaluatie evalueer je de doelen (zijn ze behaald, moeten ze bijgesteld worden?) en het zorgen ondersteuningsproces
Evalueer met de cliënt zodra je merkt dat
aanpassing van de zorg of ondersteuning noodzakelijk is.
Slide 18 - Slide
Fase 7: Bijstellen
Blijkt bij de evaluatie dat bepaalde activiteiten niet goed verlopen of verandert er iets in de situatie van de cliënt, dan kan het zijn dat je je doelen en/of activiteiten moet bijstellen.
Slide 19 - Slide
Methodisch werken
Bij methodisch werken volg je de fasen van het zorgproces.
Je werkt:
- doelgericht (sluit aan bij de doelen van zorg)
- je handelt bewust (weet wat je doet en waarom)
- je werkt systematisch (logische volgorde)
- je werkt procesmatig (stap voor stap)
Slide 20 - Slide
Cyclisch proces
Het continu achter elkaar doorlopen van de fasen noemen we een cyclisch proces.
Slide 21 - Slide
Met welke fase begint het zorgproces?
A
Uitvoeren
B
Zorgvraag en doelen opstellen
C
Gegevens verzamelen
D
Plannen
Slide 22 - Quiz
Hoeveel fasen heeft het zorgproces?
A
8
B
7
C
6
D
5
Slide 23 - Quiz
In welke fase van het zorgproces stel je de wensen, behoeften en problemen van de cliënt vast?
A
Fase 3: Plannen
B
Fase 1: Gegevens verzamelen
C
Fase: 2 Zorgvraag en doelen
D
Fase 5: Rapporteren
Slide 24 - Quiz
Monitoring = het observeren en signaleren van veranderingen doe je in fase.....?
A
Fase 4: Uitvoeren
B
Fase 5: Rapporteren
C
Fase 1: Gegevens verzamelen
D
Fase 3: Plannen
Slide 25 - Quiz
Het maakt niet uit in welke volgorde je de fasen doorloopt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quiz
Evalueren doe je alleen op het einde van de cyclus.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quiz
Aan de slag!
Maak opdracht A Methodisch werken opdracht 1 t/m 5 uit je werkboek
blz. 5 t/m 7
Slide 28 - Slide
Bespreken opdrachten
Opdracht A Methodisch werken opdracht 1 t/m 5 uit je werkboek
blz. 5 t/m 7
Slide 29 - Slide
Multidisciplinair werken
Het samenwerken met andere specialisten noemt men een multidisciplinaire aanpak.
Mulit = veel
disciplines = vakgebieden
Slide 30 - Slide
Aan welke specialisten denken jullie dan?
Slide 31 - Mind map
Slide 32 - Video
Vormen van multidisciplinair werken
Vormen:
- Multidisciplinair Overleg (MDO)
- Consult --> collegiaal advies
- Opdracht krijgen
Slide 33 - Slide
Multidisciplinair werken
Basiskennis over de verschillende beroepen, zorgt ervoor dat je weet met wie je kunt samenwerken en naar wie je kunt doorverwijzen.
Slide 34 - Slide
Bij multidisciplinair werken, werk je alleen samen met disciplines uit je eigen organisatie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 35 - Quiz
Een ergotherapeut schakel je in als er problemen zijn met de communicatie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 36 - Quiz
Een diëtist houdt zich bezig met het gedrag van de cliënt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 37 - Quiz
Een fysiotherapeut onderzoekt wat mogelijke oorzaak kan zijn van je pijn, verlies van bewegelijkheid of andere lichamelijke klacht die je hebt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 38 - Quiz
Een psycholoog mag een cliënt medicijnen voorschrijven.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 39 - Quiz
Aan de slag!
De opdracht Multidisciplinair werken (zie mail)
én
Maak opdracht B Multidisciplinair werken opdracht 1 t/m 3 uit je werkboek
blz. 8 t/m 9
Slide 40 - Slide
Bespreken opdrachten
Opdracht B Multidisciplinair werken 1 t/m 3 uit je werkboek