15a Zet de bijvoeglijk naamwoorden op de goede plek.
15c Maak de zinnen compleet. Maak de juiste vorm van het bijvnw.
15d Kleur de bijvnw. die eindigen op -ien rood, -eux geel en -if blauw.
15e Gebruik 1 woord per kolom en schrijf 5 zinnen.
16a Onderstreep het bijvnw. in iedere instructie.
Beantwoord daarna de vragen in het Nederlands.