Examenvragen Tehatex 1

examenvragen oefenen
Tehatex examen 5H
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

examenvragen oefenen
Tehatex examen 5H

Slide 1 - Slide

Je ziet een olieverfschilderij dat Johannes Vermeer omstreeks 1660 maakte. Het is een dagelijks tafereeltje uit die tijd.
Bespreek drie aspecten van de voorstelling waaruit je kunt afleiden dat Vermeer een dagelijks tafereel heeft geschilderd.

Slide 2 - Slide

aspecten van de voorstelling
(dagelijks tafereel)

Slide 3 - Mind map

Toelichting:
 De vraag bestaat uit twee delen. Je moet drie aspecten van de voorstelling noemen en bij elk aspect toelichten dat het om een alledaags tafereel gaat.


Slide 4 - Slide

Drie van de volgende antwoorden:
- Er is een gewone vrouw (of dienstmeid) afgebeeld, te zien aan de eenvoudige kleding: ze draagt een schort en heeft opgestroopte mouwen.
- De vrouw verricht een alledaagse handeling: ze schenkt melk uit een kan.
- Op de tafel ligt brood voor een eenvoudige maaltijd.
- De mand en/of het aardewerk zijn alledaagse gebruiksvoorwerpen.
- De vrouw bevindt zich in een sobere (keuken)ruimte met kale muren.)

Slide 5 - Slide

aspecten van de vormgeving

Slide 6 - Slide

5 beeldaspecten?

Slide 7 - Mind map

Welke aspecten van de vormgeving zorgen ervoor dat de afbeelding rust uitstraalt? 
Compositie
Kleur
Licht
Vorm
Ruimte

Slide 8 - Slide

Welke aspecten van de vormgeving zorgen ervoor dat de afbeelding rust uitstraalt? 
Compositie: 
-Er is een driehoekscompositie gebruikt, wat zorgt voor een evenwichtig effect.  
-De hoofdlijnen zorgen dat de aandacht van de kijker naar het meisje en de handeling van het schenken gaat. Verder is er weinig afleiding
Kleur:
Veel gedempte, onverzadigde kleuren en weinig heftige kleurcontrasten
Licht:
Gelijkmatige belichting, natuurlijke lichtval door het raam 

Slide 9 - Slide

kunstgeschiedenis - stijl of stroming

Slide 10 - Slide

In welke stroming in de schilderkunst werd gebruik gemaakt van optisch mengen?
A
impressionisme
B
expressionisme
C
realisme
D
pointillisme

Slide 11 - Quiz

Je ziet een prent uit 1960 van de Duitse kunstenaar Otto Dix. Het stelt de derde uitdaging voor: als Christus de duivel aanbidt, krijgt hij alle koninkrijken van de wereld.

Slide 12 - Slide

tot welke stroming behoort deze afbeelding?
A
impressionisme
B
realisme
C
expressionisme
D
pointillisme

Slide 13 - Quiz

Dix was een expressionist. Dat is te zien aan de manier waarop hij Christus weergeeft.

Leg dit uit aan de hand van de voorstelling en van de vormgeving van de Christusfiguur.

Slide 14 - Slide

voorstelling

Slide 15 - Mind map

vormgeving

Slide 16 - Mind map


Voorstelling:

Christus heeft een gekweld gezicht en/of gebogen hoofd, waardoor een gevoel van pijn / zwaarte wordt uitgedrukt 

Slide 17 - Slide

vormgeving: 
− De grove/hoekige vormen maken de voorstelling rauw.

− De ruwe/schetsmatige/ ongedetailleerde hanteringswijze maakt het lelijk / aangrijpend / expressief.

− Het vele zwart klemt Christus in en maakt het duister/somber. 

Slide 18 - Slide

vraag over inhoud

Slide 19 - Slide

Dix vertelt het Bijbelverhaal op een moderne manier. Dat blijkt vooral uit de manier waarop hij de duivel weergeeft. Het verhaal krijgt daardoor een meer hedendaagse inhoud.
Geef aan op welke moderne manier hij de duivel heeft verbeeld. Leg daarna uit welke andere inhoud het werk daardoor krijgt.

Slide 20 - Slide

maximumscore 2
Antwoorden moeten de volgende strekking hebben:

-De duivel van Dix is een grote, zwarte vlekachtige figuur, die over de figuur van Christus heen hangt (en die het halve vlak beslaat) 1 

-Het Kwaad is hiermee geabstraheerd tot een zwarte, zware dreiging en/of het Kwaad is hier (losgemaakt van het religieuze en) als psychologisch drama verbeeld (de schaduwkant van de mensheid) 1

Slide 21 - Slide

vraag over de 
cultuurhistorische context

Slide 22 - Slide

Sommigen zijn van mening dat De schreeuw van Munch symbool staat voor de verwarring en onrust waar
mensen in de overgang van de negentiende naar de twintigste eeuw mee te maken hadden.

Geef argumenten voor die stelling.

Slide 23 - Slide

De overgang naar de twintigste eeuw wordt gekenmerkt door een golf van veranderingen. Er is een hele reeks nieuwe uitvindingen die het leven veranderen en versnellen, zoals de uitvinding van de telefoon, radio, film, kunstlicht en de lopende band. Met stoomtreinen en schepen, auto’s en vliegtuigen wordt de wereld snel ‘kleiner’. 

De industrialisatie verder door waardoor de steden nog drukker, voller en viezer worden. Er is groeiend verzet van de arbeidersklasse en de elite is bang voor een revolutie waardoor ze macht en rijkdom verliest.

Slide 24 - Slide

bouwkunst

Slide 25 - Slide

Opera Garnier - Charles Garnier  1861- 1875
Crystal Palace - Joseph Paxton 1851
Architectuur in de Romantiek
-> Neo stijl
Architectuur in het Realisme
-> Functioneel

Slide 26 - Slide

vernieuwend?

Slide 27 - Mind map

Crystal Palace
  • nieuwe materialen: gietijzer en staal 
  • geprefabriceerde onderdelen
  • zichtbaarheid van de constructie
  • enorme glazen overkapping mogelijk 
  • door stevig stalen skelet

Slide 28 - Slide

Welke voordelen heeft prefab bouwen?
A
constante bouwkwaliteit
B
lagere kosten
C
snellere bouwtijd
D
minder weersgevoelig

Slide 29 - Quiz

De voordelen van prefab bouwen
  • Door gebruik te maken van prefab bouw hoeft er minder rekening gehouden te worden met de weersomstandigheden, de elementen zijn op de bouwplaats namelijk gemakkelijk en snel te plaatsen.
    Prefab bouwen is hierdoor minder weersgevoelig.

  • De bouwtijd is korter met als gevolg een snellere bouwtijd.
     Door de snelle bouwtijd worden kosten zoals onder andere personeelskosten               
     gedrukt. Prefab bouwen is mede hierdoor een goedkopere vorm van bouwen.

  • Prefab geeft een constant bouwkwaliteit, de geconditioneerde omgeving en de losse onderdelen welke allemaal gelijk zijn zorgen voor de constantiteit.
  • Bij prefab bouw weet men van te voren waar men aan toe is, de prijzen worden vooraf bepaald.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

kunstgeschiedenis - arts and crafts

Slide 32 - Slide

welke idealen had William Morris van de Arts and Crafts-beweging?
A
ambachtelijke producten voor een betaalbare prijs maken
B
zo snel en goedkoop mogelijk gebruiksvoorwerpen produceren

Slide 33 - Quiz