T3 oefentoets periode 2

Bienvenue 
à la classe de français:
destination vacances
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bienvenue 
à la classe de français:
destination vacances

Slide 1 - Slide

Doelen- en toetsoverzicht periode 2
1. spreekvaardigheid: échange Bruxelles: ik kan in een vlog over mezelf vertellen én vragen naar de ander

2. kijk- en luister: ik kan in mijn eigen woorden navertellen wat er gezegd wordt in een gesprek over reizen, doordat ik woorden in het thema 'reizen' herken.

3. kennistoets (onderwerp: reizen): ik kan de passé composé gebruiken voor regelmatige werkwoorden -ir, -er en -re én avoir, être, faire en prendre

4. kennistoets (onderwerp: reizen): ik kan het lijdend voorwerp vervangen door le, la l' of les

5. kennistoets: ik kan woorden en zinnen die te maken hebben met het thema 'reizen' vertalen en gebruiken
1. vlog (zie Learnbeat)
(vr 19 nov)

2. kijk- en luistertoets (vr 10 dec)


3. GL3D/ LB extra
4. GL3H/ LB extra

5. GL3ABEF 
(SO do 9 dec)
SO doelencheck 3, 4, 5
REPETITIE doel 3, 4, 5
(toetsweek)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat doen we vandaag?
doel 3 t/m 5
proef'toets'

Slide 4 - Slide

La compétition entre les groupes

Slide 5 - Slide

l'éléphant




le chèvre
la coccinelle
la vipère
le chien
Jochem
Eva
Lucas
Lycke
(Sofia)
Loïs
Vera
Jonathan
Dick

Fleur
Noah
Susanne
Senna
Flore
Esmee
Floris
Jasmijn
Tim
Sophie
Ymke
Jefta

Nieuwe groepjes, zelfde afspraken ;-)
ga bij elkaar zitten

Slide 6 - Slide

toetsvraag over hfst 3
schrijf jullie vraag op een A4, met 4 antwoorden erbij (A-D)
de vragen worden gesteld aan de klas voor punten van de groepscompetitie

Slide 7 - Slide

Toetsvraag over hfst 3
A
antwoord A
B
antwoord B
C
antwoord C
D
antwoord D

Slide 8 - Quiz

doel 3
Kennistoets (onderwerp: reizen): 
ik kan de passé composé gebruiken voor regelmatige werkwoorden -ir, -er en -re én avoir, être, faire en prendre

Slide 9 - Slide

Zet in in de passé composé (regelmatig -er)

Vous ______ ________ (retrouver) vos billets de train.
A
a retrouvé
B
avez retrouver
C
retrouvé
D
avez retrouvé

Slide 10 - Quiz

Zet in in de passé composé (regelmatig -ir)

(finir) Ma soeur ______ ________ un cours
A
a fini
B
avez finir
C
a finé
D
as fini

Slide 11 - Quiz

Zet in in de passé composé (regelmatig -re)

(attendre) Vous ______ ________ longtemps?
A
a attendre
B
avez attendu
C
avez attendé
D
attendu

Slide 12 - Quiz

doel 4
Kennistoets (onderwerp: reizen): 
Ik kan het lijdend voorwerp vervangen door le, la l' of les

Slide 13 - Slide

On prend le métro pour visiter Paris?
A
on le prend
B
on la prend
C
on les prend
D
on l'prend

Slide 14 - Quiz

doel 5
Kennistoets (onderwerp: reizen): 
Ik kan woorden en zinnen die te maken hebben met het thema 'reizen' vertalen en gebruiken

Slide 15 - Slide

Nos vacances à Brest vont (beginnen) ________________

Slide 16 - Open question

Lucie va à Gap. C'est dans le ___________ de la France
A
le ticket
B
le sud

Slide 17 - Quiz

Waar ga je heen?

Slide 18 - Open question

Au travail: 
les devoirs 


Faire: 
oefen de toets m.b.v. Learnbeat/ slim stampen/ online opdrachten

apprendre:
Grandes Lignes 3CG, 3ABEF, 3DH (slim stampen)

Werk zachtjes, 
zodat iedereen zich kan concentreren
vraag zoveel mogelijk om hulp!
Ik beheers doel 3 t/m 5

Slide 19 - Slide

doel bereikt?
doel 3 t/m 5
proef'toets'

Volgende les:
- vragen stellen
- huiswerkopdrachten afmaken
- gemiste cijfers inhalen

Slide 20 - Slide

Au revoir!

Slide 21 - Slide