H5 radioactiviteit - leerdoel 2


Leerdoel 2
Je kent de verschillende soorten ioniserende straling, hun ontstaan en hun eigenschappen benoemen. 
Je kan vervalvergelijkingen opstellen van een kernreactie.
1 / 41
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson


Leerdoel 2
Je kent de verschillende soorten ioniserende straling, hun ontstaan en hun eigenschappen benoemen. 
Je kan vervalvergelijkingen opstellen van een kernreactie.

Slide 1 - Slide

Check leerdoel 2

Slide 2 - Slide

Les 5.1 - kernstraling
Aan het einde van deze les ...
  • ken je de verschillende soorten ioniserende straling, hun ontstaan en hun eigenschappen benoemen;
  • kan je vervalvergelijkingen opstellen.

Slide 3 - Slide

Soorten kernstraling

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Doordringend vermogen
Doordringend vermogen
Bij deeltjes (alfa en bèta) wordt gesproken over dracht, bij EM-straling over halveringsdikte.

Slide 11 - Slide

Welke straling is het schadelijkste?
A
Alpha
B
Bèta
C
Gamma
D
Dat verschilt per situatie.

Slide 12 - Quiz

Eigenschappen van straling

Slide 13 - Slide


Aan de slag
Volgende les inleveren check leerdoel 2
Werken aan leerdoel 2
volgens studiewijzer
timer
15:00

Slide 14 - Slide

Atoomnummer en 
massagetal


Slide 15 - Slide

Atoomnummer en 
massagetal


Slide 16 - Slide

-20
-40
- 130
10
40
130
20
50

Slide 17 - Drag question

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Wanneer U-238 vervalt onder uitzending van een alfa deeltje ontstaat er ...
A
Th-234
B
Pu - 234
C
Th-242
D
Pu -242

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

De vervalvergelijking van Am-241.

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Wanneer Xe-137 vervalt onder uitzending van een bèta-deeltje ontstaat er ...
A
Cs- 136
B
I-136
C
Cs-137
D
I-137

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

De vervalvergelijking van Ni-63

Slide 29 - Open question

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Opgave 42 c

Als een kern van Mo-100 wordt getroffen met een proton, ontstaat een kern van Mo-99 en komen er een proton en neutron vrij.
Geef de reactievergelijking.

Slide 32 - Slide


Aan de slag
Volgende les inleveren check leerdoel 2
Afronden leerdoel 2
volgens studiewijzer

Slide 33 - Slide

Kernstraling

Slide 34 - Slide

Radioactief water (1918-1928)
Bevat radium-226 en radium-228
Wondermiddel dat moest helpen tegen o.a. euma, artritis, maagkanker en impotentie.
Een bekend verhaal is dat van de Amerikaanse Eben Beyers die zo erg in het drankje geloofde dat hij tijdens zijn leven bijna 1400 flesjes consumeerde. Onverrassend genoeg werd Beyers in 1930 ziek en stopte met drinken. Helaas overleed hij in 1932, nadat delen van zijn mond en kaak chirurgisch verwijderd moesten worden.

Bron: https://www.newscientist.nl/blogs/bizarre-radioactieve-producten-uit-het-begin-van-de-vorige-eeuw/
Chocolade met radium (1931-1936)
Het zou de consument volgens de reclames jonger kunnen maken. 

Slide 35 - Slide

In een radioactieve bron zijn alle atoomkernen instabiel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz

Bij radioactief verval neemt het aantal instabiele atoomkernen af.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quiz

Het atoomnummer geeft het aantal neutronen in een kern.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quiz

Het massagetal geeft het aantal protonen en neutronen in een kern.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quiz

Isotopen zijn atomen met hetzelfde aantal neutronen en een verschillend aantal protonen.
A
Waar
B
Niet waar.

Slide 40 - Quiz

De atoomkern van koolstof -13 bestaat uit 6 protonen en 7 neutronen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quiz