H4 - §4.2 Kernstraling

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik §4.1
  • lesdoelen §4.2
  • instructie §4.2
  • Maken opgave uit het boek 
  • Afsluiting les

 


1 / 38
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik §4.1
  • lesdoelen §4.2
  • instructie §4.2
  • Maken opgave uit het boek 
  • Afsluiting les

 


Slide 1 - Slide

Vragen §4.1

Slide 2 - Slide

Terugblik §4.1

Slide 3 - Slide

Licht is een voorbeeld van elektromagnetische straling.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Welke soorten straling zendt de zon uit?
elektromagnetische straling
licht
uv- straling

Slide 5 - Drag question

X- straling is hetzelfde als röntgenstraling.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Röntgenstraling heeft geen doordringend vermogen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

De botten op een röntgenfoto zijn wit, omdat de botten straling tegenhouden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Op de zwarte delen van een röntgenfoto is weinig röntgenstraling gevallen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Je leert ...
  • dat de straling van radioactieve stoffen ontstaat binnen in het atoom;

Slide 10 - Slide

De samenstelling van een atoom
De kern van een atoom:
  • protonen 
  • neutronen 
Elektronenwolk
  • elektronen 

Slide 11 - Slide

De samenstelling van een atoom
De kern van een atoom:
  • protonen (positief)
  • neutronen 
Elektronenwolk
  • elektronen 

Slide 12 - Slide

De samenstelling van een atoom
De kern van een atoom:
  • protonen (positief)
  • neutronen 
Elektronenwolk
  • elektronen (negatief)

Slide 13 - Slide

De samenstelling van een atoom
De kern van een atoom:
  • protonen (positief)
  • neutronen (ongeladen)
Elektronenwolk
  • elektronen (negatief)

Slide 14 - Slide

De samenstelling van een atoom
De kern van een atoom:
  • protonen (positief)
  • neutronen (ongeladen)
Elektronenwolk
  • elektronen (negatief)
  • Atomen zijn ongeladen, want p = e

Slide 15 - Slide

Atomen
  • Het atoomnummer = aantal protonen
  • Het massagetal = aantal protonen + neutronen
  • Het aantal elektronen is gelijk aan het aantal elektronen

Slide 16 - Slide

Periodiek systeem

Binas tabel 34 

Slide 17 - Slide

Waaruit bestaat de atoomkern?

Slide 18 - Open question

Is de elektronenwolk positief of negatief geladen?

Slide 19 - Open question

Helium heeft een atoomnummer van 2. Hoeveel protonen en elektronen heeft helium?

Slide 20 - Open question

Hoeveel protonen en elektronen heeft fluor?

Slide 21 - Open question

Isotopen
Je hebt stoffen met hetzelfde atoomnummer, maar een verschillend aantal neutronen (Binas tabel 32)

Atomen met hetzelfde aantal protonen, maar met een verschillend aantal neutronen heten isotopen. 

Het atoomnummer geeft het aantal protonen.

Slide 22 - Slide

Massagetal
Het massagetal is het totaal aantal deeltjes in de atoomkern.

Het massagetal kunnen we opzoeken in Binas tabel 32.


Slide 23 - Slide

Wat is het massagetal van zuurstof?

Slide 24 - Open question

Wat is het massagetal van zink?

Slide 25 - Open question

Hoe bepalen we het aantal neutronen?
Bepaal het aantal protonen

Zoek het massagetal op.
Neutronen = massagetal - protonen

Slide 26 - Slide

Hoeveel neutronen heeft aluminium?
Neutronen = atoommassa - protonen

Protonen = 13 (atoomnummer)
Atoommassa = 27

Neutronen = 27-13 = 14

Slide 27 - Slide

Radioactief verval

De kern van een atoom kan stabiel zijn of instabiel.

Stabiele kernen zijn niet radioactief.


Instabiele kernen willen stabiel worden en zijn dan radioactief.


Een stof heeft soms radioactieve en niet radioactieve isotopen




Slide 28 - Slide

Instabiele kernen en verval
Een radioactief isotoop heeft atoomkernen die instabiel zijn en die kunnen (zonder invloed van buitenaf) veranderen.
Op zeker moment verandert de atoomkern, door met hoge snelheid:
  • 2 protonen en 2 neutronen (een heliumkern = 𝛼 -straling) uit te zenden;
  • elektronen (= 𝛽-straling) uit te zenden (ontstaan uit neutronen);
  • energie (= 𝛾-straling) uit te zenden meestal samen met 𝛼- of 𝛽-straling;

Deze veranderingen van de atoomkern heet: radioactief verval.

Slide 29 - Slide

Instabiele kernen en verval

Slide 30 - Slide

Aan de slag!
Lezen §4.2 uit je boek

Maak de "gewone" opgaven;

kies eventueel uit:
⨀ - route
✱ - route



Zf

Slide 31 - Slide

Wat weet je al???

Slide 32 - Slide

Hoeveel neutronen heeft stikstof?

Slide 33 - Open question

Hoeveel neutronen heeft zilver?

Slide 34 - Open question

Hoeveel protonen, elektronen en neutronen heeft tin?

Slide 35 - Open question

Hoeveel protonen, elektronen en neutronen heeft zwavel?

Slide 36 - Open question

Je kunt...
  • herkennen hoeveel protonen, neutronen en elektronen een atoom heeft;
  • verschillende eigenschappen van protonen, neutronen en elektronen benoemen;
  • isotopen herkennen en uitleggen wat isotopen zijn;
  • toelichten wanneer een atoomkern straling uitzendt.




Slide 37 - Slide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll