Klas 3 week 41 les 1 2023

(Welkom!)

Ga volgens de vaste klasopstelling zitten

Je herhaalt onregelmatige werkwoorden 
Werkvorm: individueel 
Geluidsniveau: stil

Wat ga je doen? 





Schrijf op het werkblad de rijtjes van de werkwoorden op

1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

(Welkom!)

Ga volgens de vaste klasopstelling zitten

Je herhaalt onregelmatige werkwoorden 
Werkvorm: individueel 
Geluidsniveau: stil

Wat ga je doen? 





Schrijf op het werkblad de rijtjes van de werkwoorden op

Slide 1 - Slide

Weektaak
Vorige week afgerond?
Deze week genoteerd in planagenda?

                                                                                                                       

Slide 2 - Slide

Weektaak
* Heb je de weektaak van vorige week afgerond? Zo niet, dan stuur je voor 9.00 uur op maandag een berichtje via It's Learning aan docent en mentor/coach met daarin de reden.
* Heb je de weektaak van deze week genoteerd in jouw TTS-planagenda bij donderdag?
* Is de weektaak van de komende week duidelijk of heb je hierover vragen? (Kan ook in Daltonuur Frans)

Slide 3 - Slide

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:
- Heb ik de toets voorbereid en
- de ontkenning herhaald 
- de futur proche herhaald






Slide 4 - Slide

De ontkenning
de toepassing
De regel is altijd de volgende:

Je zet 'ne' altijd voor de persoonsvorm,
'pas' zet je er altijd achter!

Bijvoorbeeld.
Je vais à l'école
Je ne vais pas à l'école.

Slide 5 - Slide

De ontkenning
Wanneer het werkwoord begint met een klinker (a/e/i/o/u) of een h, dan verandert ne in n’.

Voorbeelden:
J’habite à Ommen. -->
Je nhabite pas à Ommen.

J’aime le français. -->
Je naime pas le français.

Slide 6 - Slide

Grammaire H:
twee praktische tips
Tip 1: het vinden van de persoonsvorm.
Om de persoonsvorm te vinden: zoek naar:
- namen
- woorden als: je/tu/il/elle/on/nous/vous/ils/elles
De persoonsvorm staat hier altijd direct achter!

Tip 2: overzicht tijdens de toets.
Als je de persoonsvorm onderstreept, maak je het voor jezelf overzichtelijk waar de ontkenning moet komen te staan.

Slide 7 - Slide


Maak de volgende zin ontkennend.

Nous sommes au collège.

Slide 8 - Open question


Maak de volgende zin ontkennend.

On travaille bien.

Slide 9 - Open question


Maak de volgende zin ontkennend.

Le prof parle anglais.

Slide 10 - Open question


Maak de volgende zin ontkennend.

Il oublie son agenda.

Slide 11 - Open question


Maak de volgende zin ontkennend.

Elles habitent à Zwolle.

Slide 12 - Open question


Maak de volgende zin ontkennend.

C'est un fromage super!

Slide 13 - Open question

Avez-vous des questions ?

Slide 14 - Slide

Le futur proche
             de nabije toekomst. Dat gebruik je wanneer je iets gelijk nadat je het zegt, gaat doen. 

Bijvoorbeeld:  Ik ga mijn kamer opruimen
Exemple: Je vais ranger ma chambre. 

Slide 15 - Slide

Stap 2
Om de futur proche te maken doe je het volgende:
                                 vorm van aller + heel werkwoord


                Bijvoorbeeld: Elle va danser avec sa copine
Vertaling: Zij gaat met haar vriendin dansen 

Slide 16 - Slide

Zet het werkwoord in de futur proche:
Elle [ manger ]
A
Elle aller manger
B
Elle va manger
C
Elle vais manger
D
Elle va mange

Slide 17 - Quiz

Mets au futur proche:
Je cherche mon sac.

Slide 18 - Open question

Mets au futur proche:
Tu portes une robe aujourd'hui?

Slide 19 - Open question

Mets au futur proche:
Elle fait les exercices.

Slide 20 - Open question

Avez-vous des questions ?

Slide 21 - Slide

Klaar? Ga zelfstandig aan de slag met de weektaak

In stilte werken zolang de timer loopt.

Slide 22 - Slide

Evaluatie/reflectie les
Klassikaal door docent:
* Zijn er nog vragen?
* Wat ging goed/wat kan beter?
Leerdoelen behaald?
* LessonUp/lesopdracht nog niet (helemaal) afgerond? Noteer dit in jouw agenda/planner en/of kom langs in een Daltonuur 

Slide 23 - Slide