Les 3 Burgerschap

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Burgerschap les 3

Terugblik vorige les 1.1 en 1.2

• Identiteit (Combinatie eigenschappen, voorbeelden: nauwkeurig, lang, vrolijk)
• Groepen (Voorbeelden: voetbalclub, gezin, werk)
• Rollen (Voorbeelden: middenvelder, zoon, stagiaire)
• Waarden (Opvattingen die mensen delen over wat waar en goed is, voorbeeld: gelijk)
• Normen (Regels over hoe je je normaal moet gedragen, voorbeeld: je groet elkaar,)
• Gebruiken (Gebeurtenis die op een vaste manier uitgevoerd wordt, voorbeeld: cadeau geven)
• Symbolen (Voorwerpen en tekens met een betekenis die naar een cultuur verwijzen: vlag)

Waarden en normen 1.2

• Geduld (Waarde) --> Als de trein komt laat je eerst mensen uitstappen (Norm)

• Vriendelijkheid (Waarde) --> Bij binnenkomst in de les groet je netjes de anderen (Norm)

• Geduld (Waarde) --> In de rij wacht je tot je aan de beurt bent (Norm)

• Trouw (Waarde)  --> Als je zegt dat je iemand helpt dan doe je dat ook (Norm)

Behulpzaamheid, is een voorbeeld van een ...? 1.2

1. Symbool
2. Waarde
3. Norm
4. Gebruik

Als de caissière je teveel geld teruggeeft, dan zeg je dat een geeft je dat terug, welke waarde? 1.2

1. Trouw
2. Respect voor anderen
3. Eerlijkheid
4. Respect voor privacy

Wat is cultuur? 1.2

Een cultuur is een groep mensen die dezelfde eigenschappen deelt. Zo heb je bijvoorbeeld de Nederlandse, Tunesische en Amerikaanse cultuur. 

Subcultuur 1.2

Een subcultuur is een afwijkende cultuur binnen de cultuur van de meerderheid. Bijvoorbeeld: gamers, rappers, skaters, Tukkers.

Drie afspraken voor een open gesprek. 1.2

1. Je bent nieuwsgierig en je wilt weten hoe het echt zit.
2. Je geeft elkaar ruimte. Alles mag gevraagd en gezegd worden. Je laat elkaar dus uitpraten.
3. Je wilt samen meer over het onderwerp te weten komen.

Wat is LSD, betekenis in het boek burgerschap? 1.3

1. Leren, samenwerken, doen.
2. Een tripmiddel.
3. Luisteren, samenvatten en doorvragen.
4. Lezen, samenvatten, doen.

Regels, opvattingen en waarden 1.3

Regels komen voort uit opvattingen en waarden.

Voorbeeld 1, Elk leven is evenveel waard 

Waarde = gelijkwaardigheid 

Regel = Iedereen heeft recht op gezondheidszorg

Regels, opvattingen en waarden 1.3

Voorbeeld 2, Iedereen mag zijn wie hij is.
Waarde = Tolerantie

Regel = Je pest een ander niet omdat hij anders is.

Omgaan met verschillen op drie manieren. 1.4

Acceptatie: Je vindt iemand goed zoals hij of zij is.

Tolerantie: Je respecteert de verschillen en laat iemand in zijn waarde.

Uitsluiting: Je accepteert de verschillen tussen jou en de ander niet.

Aya uit Syrië heeft als snel vriendinnen gemaakt op haar nieuwe school in Nederland. Dit is een voorbeeld van? 1.4

1. Tolerantie
2. Acceptatie
3. Symbool
4. Uitsluiting

Wat is discriminatie? 1.4

Discriminatie:

Een persoon of een groep mensen wordt ongelijk behandeld.

Dit mag niet volgens de wet.

Artikel 1 van de Grondwet luidt:

‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.’

Huiswerk voor volgende week:

1.2 Waar hoor ik bij?

Opdracht 3

Opdracht 4

Opdracht 5
Opdracht 6 

1.3 Wat vind ik normaal

Opdracht 1

Opdracht 2

Opdracht 3

Opdracht 4

Opdracht 5

Opdracht 6

Huiswerk voor volgende week:

1.4 Hoe ga ik om met verschillen?

Opdracht 1

Opdracht 2

Opdracht 3

Opdracht 4

Opdracht 5

Opdracht 6