This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
PBS: Wat is het en hoe werkt het?
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je wat PBS is en hoe het werkt.
Slide 2 - Slide
Introduceer het leerdoel van de les aan de studenten.
Wat weet jij al over PBS?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat is PBS?
PBS staat voor Positive Behavior Support. Het is een systeem dat scholen en andere organisaties kunnen gebruiken om positief gedrag te bevorderen en probleemgedrag te voorkomen.
Slide 4 - Slide
Beschrijf wat PBS is en geef voorbeelden.
Doel van PBS
Het doel van PBS is om een positieve en veilige omgeving te creëren waarin alle leerlingen kunnen leren en groeien.
Slide 5 - Slide
Benadruk het belang van een positieve omgeving.
Hoe werkt PBS?
PBS werkt door middel van drie pijlers: preventie, positieve benadering en data-gestuurde besluitvorming.
Slide 6 - Slide
Leg de drie pijlers uit en geef voorbeelden.
Preventie
Preventie betekent dat er maatregelen worden genomen om probleemgedrag te voorkomen voordat het zich voordoet. Dit kan bijvoorbeeld door duidelijke regels en afspraken te maken.
Slide 7 - Slide
Beschrijf preventie en geef voorbeelden.
Positieve benadering
Positieve benadering betekent dat goed gedrag wordt beloond en gestimuleerd. Dit kan bijvoorbeeld door complimenten te geven en positieve feedback te geven.
Slide 8 - Slide
Leg positieve benadering uit en geef voorbeelden.
Data-gestuurde besluitvorming
Data-gestuurde besluitvorming betekent dat er gekeken wordt naar de resultaten van het gedragssysteem en op basis daarvan beslissingen worden genomen. Dit kan bijvoorbeeld door het gebruik van een gedragsregistratiesysteem.
Slide 9 - Slide
Leg data-gestuurde besluitvorming uit en geef voorbeelden.
Voordelen van PBS
PBS kan leiden tot een positieve sfeer op school, minder probleemgedrag, meer betrokkenheid van ouders en een hogere leeropbrengst.
Slide 10 - Slide
Beschrijf de voordelen van PBS en geef voorbeelden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.