What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
M2 NE paragraaf 4.7 en 4.8 (week 9)
M2 paragraaf 4.7 en 4.8
1 / 45
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
45 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
M2 paragraaf 4.7 en 4.8
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
je kent de woordsoorten van hst 1 t/m 3;
je kent de woordsoorten aanwijzend voornaamwoord en vragend voornaamwoord;
Je weet hoe je van een voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord maakt;
Je kan samenstellingen met een tussen - s en tussen - n correct schrijven;
Je kan de 10 dicteewoorden (ei/ij) correct schrijven.
Slide 2 - Slide
Week 9
M. Paragraaf 4.7 opdracht 9 t/m 14
M. Paragraaf 4.8 opdracht 1 t/m 13
M. Test jezelf 4.7
M. Test jezelf 4.8
Slide 3 - Slide
Planning
Les 1: uitleg paragraaf 4.7 + zelfstandig werken (opdr. 9 t/m 14)
les 2: uitleg paragraaf 4.8 + zelfstandig werken (opdr. 1 t/m 13
Les 3: zelfstandig werken (Test jezelf 4.7 en 4.8)
Slide 4 - Slide
Wat weet je al?
Slide 5 - Slide
Wat is het lidwoord in de volgende zin?
Elvis is een van de beste R&R sterren.
A
een
B
de
Slide 6 - Quiz
Wie heeft er geen last van keuzestress?
Benoem het vragend voornaamwoord.
Slide 7 - Open question
Sleep de woordsoorten naar de juiste box.
werkwoord
bezittelijk vnw
voorzetsel
lidwoord
zelfstandig nw
bijvoeglijk nw
De
rare
man
in
de
auto
lacht.
Slide 8 - Drag question
Wie heeft er geen last van keuzestress?
Benoem het voorzetsel.
Slide 9 - Open question
Wie heeft er geen last van keuzestress?
Benoem het zelfstandig werkwoord.
Slide 10 - Open question
Wat voor een winterjas heb je gekocht?
Benoem het vragend voornaamwoord.
Slide 11 - Open question
Wat voor een winterjas heb je gekocht?
Benoem het zelfstandig werkwoord.
Slide 12 - Open question
Deze kledingstukken zijn mooi.
Benoem het aanwijzende voornaamwoord.
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Welke 4 aanwijzende voornaamwoorden zijn er?
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Welke 4 vragende voornaamwoorden zijn er?
Slide 19 - Open question
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten? Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Voorzetsel
Welke
dj
treedt
morgen
hier
op
tijdens
het
festival?
Slide 20 - Drag question
Week 9
M. Paragraaf 4.7 opdracht 9 t/m 14
M. Paragraaf 4.8 opdracht 1 t/m 13
M. Test jezelf 4.7
M. Test jezelf 4.8
Slide 21 - Slide
M2 paragraaf 4.7 en 4.8 Les 2
Slide 22 - Slide
Leerdoelen
je kent de woordsoorten van hst 1 t/m 3;
je kent de woordsoorten aanwijzend voornaamwoord en vragend voornaamwoord;
Je weet hoe je van een voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord maakt;
Je kan samenstellingen met een tussen - s en tussen - n correct schrijven;
Je kan de 10 dicteewoorden (ei/ij) correct schrijven.
Slide 23 - Slide
Week 9
M. Paragraaf 4.7 opdracht 9 t/m 14
M. Paragraaf 4.8 opdracht 1 t/m 13
M. Test jezelf 4.7
M. Test jezelf 4.8
Slide 24 - Slide
Planning
Les 1: uitleg paragraaf 4.7 + zelfstandig werken (opdr. 9 t/m 14)
les 2: uitleg paragraaf 4.8 + zelfstandig werken (opdr. 1 t/m 13
Les 3: zelfstandig werken (Test jezelf 4.7 en 4.8)
Slide 25 - Slide
Wat weet je al?
Slide 26 - Slide
T KoFSCHiP is een ezelsbruggetje om de verleden tijd van zwakke werkwoorden goed te spellen.
A
waar
B
niet waar
Slide 27 - Quiz
Eindigt de stam van een werkwoord op een letter uit T KoFSCHiP dat eindigt het voltooid deelwoord op -t
A
waar
B
niet waar
Slide 28 - Quiz
Een zwak werkwoord eindigt in de verleden tijd van klank.
A
waar
B
niet waar
Slide 29 - Quiz
Noteer de verleden tijd.
Alle fans (wachten) .. in de hal.
Slide 30 - Open question
Noteer de verleden tijd.
De fans (vermoeden) .. dat het vliegtuig vertraging had.
Slide 31 - Open question
Noteer de verleden tijd.
Toch (landen) .. het vliegtuig nog op tijd.
Slide 32 - Open question
Noteer de verleden tijd.
Van opwinding (praten) .. de fans door elkaar.
Slide 33 - Open question
Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
(voorsnijden) .... groente
Slide 34 - Open question
Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
(bakken) .... brood
Slide 35 - Open question
Slide 36 - Slide
Samenstellingen
sluiting + tijd = ...
Slide 37 - Open question
Samenstellingen
korting + sticker = ...
Slide 38 - Open question
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Samenstellingen.
Mier + hoop =
A
mierehoop
B
mierenhoop
C
mierhoop
D
miershoop
Slide 41 - Quiz
Samenstellingen.
beer + sterk = ...
A
beresterk
B
berensterk
Slide 42 - Quiz
Slide 43 - Slide
Slide 44 - Slide
Week 9
M. Paragraaf 4.7 opdracht 9 t/m 14
M. Paragraaf 4.8 opdracht 1 t/m 13
M. Test jezelf 4.7
M. Test jezelf 4.8
Slide 45 - Slide
More lessons like this
M1 NE paragraaf 4.7 en 4.8 (week 10)
March 2021
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Hoofdstuk 4 wat te leren (les 1 ma)
March 2022
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
4.8 Spelling les 2 2KGT
March 2024
- Lesson with
47 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
4.8 Grammatica woordsoorten
August 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
4.7 Gr. Z Formatief toetsje en 4.8 Gr. W terugblik psv en bzv
March 2021
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
2kader 4.8 Spelling
April 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Hoofdstuk 4.8 grammatica woordsoorten (les 1 )
June 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
4.8 Spelling les 1 2KGT
September 2024
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1