Hoofdstuk 4 wat te leren (les 1 ma)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je etui en je leerwerkboek;
• je laptop (dicht).

Planning

• Uitleg: wat moet je kennen voor de toets
• Werkmoment
• Afsluiten van de les
  

4.5 Woorden

• Je kent de betekenis van de woorden op p. 40. Je kunt er een zin mee maken en je kent de betekenis van het woord als deze in een tekst staat.

4.7 Grammatica zinsdelen

• Je kent de theorie over het meewerkend voorwerp.
• Je kunt een samengestelde zin ontleden in de vaste volgorde. 
• Je zet dus dubbele zinsdeelstrepen tussen de zinnen van de samengestelde zin en onderstreept de persoonsvormen.
• Je kunt benoemen: wg/ng, o, lv, mv.

4.8 Woordsoorten

• Je kent de theorie over voegwoord, persoonlijk voornaamwoord (voorwerpsvorm/onderwerpsvorm) en bezittelijk voornaamwoord. 
• Je kunt deze woordsoorten benoemen in een zin.
• Je kunt met deze woordsoorten een zin maken.

4.9 Spelling

• Je kunt het voltooid deelwoord correct spellen.
• Je kunt verkleinwoorden correct schrijven.
• Je kunt de 20 dicteewoorden van p. 72 correct schrijven. 

Werkmoment

• Maak Test jezelf van 4.5, 4.7. 4.8 en 4.9.
• Dit is donderdag tijdens de eerste les af.
• Heb je alle opdrachten af en nagekeken?
• Ik loop rond voor vragen.

4.8: 1 tot en met 12.

( 2, 5 en 11 niet).

4.7: 1 tot en met 11. 

(2 en 9 niet).

4.9 spelling: 1 tot en met 9 (2 en 5 niet).

Quizlet 4.5 woorden

quizlet.com

Afsluiting

• Morgen verder met Test Jezelf.