BK 1 Fictie voorbereiding s.o. perron 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Vandaag

1. +/- 10 minuten Stil lezen
2. +/- 10 minuten theorie leren perron 2 Fictie; lezen lekker lezen
3. Quiz met oefenvragen in Lessonup
4. Afsluiting en vooruit kijken.

Noem drie manieren waarop een schrijver een boek spannend maakt.

Bedenk drie voorbeelden van ‘spannende woorden’.

Waardoor is een avonturenverhaal vaak spannend? Kies uit:

1. Alles is bekend
2. Er komen onverwachte gebeurtenissen in voor
3. De hoofdpersoon is saai.

Wat moet je doen als je een woord in een verhaal niet kent?

Hoe kun je zien, dat een verhaal zich in het heden (nu) afspeelt?

Noem drie kenmerken van griezelverhalen en geef van alle drie een voorbeeld.

Wat weet je over de hoofdpersoon in een avonturenverhaal? Kies uit:

1. Hij is vaak bang
2. Hij is vaak zielig
3. Hij is vaak dapper

Wanneer moet je een woord opzoeken in het woordenboek of aan iemand anders vragen wat het betekent? Kies uit:

1. Als je het verhaal niet meer kunt volgen
2. Je moet altijd opzoeken of vragen
3. Je moet nooit opzoeken of vragen.

Hoe kun je zien dat een verhaal zich in de toekomst afspeelt?