Dag 2 - thema 6 - Film

• NT2
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Thema 6 - Film - DAG 2

Woorden van vandaag

1. het feit
2. de film
3. filmen
4. de foto
5. de fotograaf
6. de gast
7. gezellig
8. de god

het feit (znw)

• je weet het zeker
• het is waar 
• het feit - de feiten

• zin: 1 + 1 = 2 Dat is een feit.
• zin: Het jaar 2023 is gestart. Dat is een feit.

8

de film (znw)

• bewegende beelden
• op de tv of in een bioscoop
• een verhaal zien

• de film - de films

• zin: Ik ga vanavond naar de film.
• zin:  De film is heel spannend.

9

filmen (ww)

• beelden van iets vastleggen op film

• TT - ik film, jij filmt, wij filmen
• VT - ik filmde, wij filmden
• VTD - ik heb gefilmd

• zin: Ik heb gisteren de voetbalwedstrijd gefilmd.

de foto (znw)

• een plaatje dat gemaakt is met een camera

• de foto - de foto's
  

• zin: Ik laat je een foto van mijn kinderen zien. 

10

de fotograaf (znw)

• iemand die voor z'n beroep foto's maakt 
• de fotograaf - de fotografen

• zin: De fotograaf heeft een foto van klas 2H gemaakt.
• zin: De fotograaf maakt snel een foto.

11

de gast (znw)

• iemand die op bezoek is 
• bezoek

• de gast - de gasten

• zin: We krijgen vandaag twee gasten op bezoek.
• zin: Jij bent hier de gast. Wat wil je drinken?

12

gezellig(e)(bnw)

• als je het samen met anderen prettig hebt 

• zin: Wij gaan gezellig met z'n allen aan tafel eten.
• zin: Het gezellige feest was pas om 04.00 uur afgelopen.

13

de god (znw)

• hoogste wezen
• christendom, jodendom, islam, hindoeïsme
• geloof - religie 

• de god - de goden
• de god (m) - de godin (v)

• zin: Zij bidden tot hun god.

14

Deze letters zijn wit.
Dat is een ...

8

1. fiet
2. feit
3. feest
4. favoriet

Deze appels zijn groen. Dat is een ...

8

Gisteren keek ik naar een serie op tv. Vandaag kijk ik naar een ...

9

1. cadeau
2. muziek
3. draai
4. film

Welke ... draait er in de bioscoop?

9

Waar zie je een foto?

10

1. 
2. 
3. 
4. 

We maken een ... van het strand.

10

1. fiets
2. foto
3. giraf
4. bovendien

Een ... maakt foto's met een camera (voor zijn beroep).

11

1. favoriet
2. feest
3. feit
4. fotograaf

Waar zie je een fotograaf?

11

1. 
2. 
3. 
4. 

Maak een goede zin.
Gebruik het woord '(de) gast(en)'.

12

Wat doe je als je een belangrijke gast op bezoek krijgt?

12

Waar is het gezellig?
(Meerdere antwoorden mogelijk.)

13

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat vind jij gezellig?

13

Welke woorden horen bij het woord
'god'?

14

1. kerk, bidden, glas
2. moskee, bidden, tv
3. kerk, wiel, tandpasta
4. moskee, kerk, tempel

Iedereen kan bidden tot zijn eigen ...

14

1. geld
2. geloven
3. gezellig
4. god