Dag 2 - Film - roze

Thema 6 - Film
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 6 - Film

Slide 1 - Slide

het feest
  • mensen bij elkaar om iets te vieren 
  • met muziek, eten en drinken
  • het feest - de feesten
  • zin: Ik geef een groot feest als ik 18 jaar word.
7

Slide 2 - Slide

het feit
  • je weet het zeker
  • het is waar 
  • het feit - de feiten
  • zin: Het is een feit dat een banaan geel en krom is.
  • zin: Het jaar 2023 is gestart. Dat is een feit.
8

Slide 3 - Slide

de film
  • bewegende beelden
  • op de tv of in een bioscoop
  • een verhaal zien
  • de film - de films
  • zin: Ik ga vanavond naar de film.
  • zin:  De film is heel spannend.
9

Slide 4 - Slide

de foto 
  • hoe ziet iets er uit? 
  • je zet de tijd stil
  • In je paspoort staat een foto van je hoofd.
  • de foto - de foto's
  • zin: Ik laat je een foto van mijn kinderen zien. 
10

Slide 5 - Slide

de fotograaf
  • iemand die voor z'n beroep foto's maakt 
  • de fotograaf - de fotografen
  • zin: De fotograaf maakt een foto van klas 2F.
  • zin: De fotograaf maakt snel een foto.
11

Slide 6 - Slide

de gast
  • iemand die op bezoek is 
  • bezoek
  • de gast - de gasten
  • zin: We krijgen vandaag 2 gasten op bezoek.
  • zin: Jij bent hier de gast. Wat wil je drinken?
12

Slide 7 - Slide

Naar school gaan is een feest!
7
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Mijn vriendin geeft een ........... omdat ze 18 wordt.
7

Slide 9 - Open question

Deze letters zijn wit.
Dat is een .................
8
A
fiet
B
feit
C
feest
D
favoriet

Slide 10 - Quiz

Deze appels zijn groen. Dat is een
8

Slide 11 - Open question


Ik kijk op tv naar een ....................
9
A
cadeau
B
muziek
C
draai
D
film

Slide 12 - Quiz


Welke ........... draait er in de bioscoop?
9

Slide 13 - Open question

Waar zie je een foto?
10
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz


We maken een ........ van het strand.
10
A
fiets
B
foto
C
giraf
D
bovendien

Slide 15 - Quiz

Een .................... maakt foto's met een camera.
11
A
favoriet
B
feest
C
feit
D
fotograaf

Slide 16 - Quiz

Waar zie je een fotograaf?
11
A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

Maak een goede zin.
Gebruik het woord: gasten
timer
1:30
12

Slide 18 - Open question

Wat doe je als je een belangrijke gast op bezoek krijgt?
12

Slide 19 - Open question