Beweging paragraaf 1

Beweging
1 / 15
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Beweging

Slide 1 - Slide

Grootheden en eenheden
Aan welke grootheden en eenheden denken jullie bij beweging?

Slide 2 - Open question

Grootheden en eenheden

Slide 3 - Slide

Vaardigheden omrekenen met tijd
Voor het omrekenen met tijd moet je een aantal basisvaardigheden weten. De meesten weten jullie waarschijnlijk al. 

Hierna volgt een oefening.

Slide 4 - Slide

60
15
365
24
7
60
1 minuut = ....... seconden
1 kwartier = ....... minuten
1 uur = ........ minuten
1 dag / etmaal = ......... uur
1 week = ........ dagen
1 jaar = ......... dagen

Slide 5 - Drag question

Omrekenen met tijd

Slide 6 - Slide

Omrekenen met tijd
Voorbeeld 1: Hoeveel seconde zitten er in 1 dag.

1 dag heeft 24 uur
1 uur heeft 60 minuten
1 minuut heeft 60 seconden

1*24*60*60 = 86.400 seconde

Slide 7 - Slide

Omrekenen met tijd
Voorbeeld 2: Hoeveel uur is 25 minuten?

1 uur heeft 60 minuten

25 minuten is 25/60 uur

dus 25 minuten = 0,42 uur

Slide 8 - Slide

Omrekenen met tijd





Voorbeeld 3: Hoeveel dagen is 200.000 seconde.

1 minuut heeft 60 seconde
1 uur heeft 60 minuten
1 dag heeft 24 uur


200.000/60 -> 3.333,333 minuten
3.333,333/60 -> 55,55 uren
55,55/24 = 2,31 dagen


Dit schrijf je in 1x op als:
200.000/(60*60*24) = 2,31 dagen

Slide 9 - Slide

Hoeveel minuten zitten er in 2,8 uur?

Slide 10 - Open question

Hoeveel minuten zitten er in 1 normaal jaar?

Slide 11 - Open question

Hoeveel seconde heeft de maand augustus?

Slide 12 - Open question

30 s = __________ h.
Welk getal moet er op het streepje staan?

Slide 13 - Open question

3,8 uur is ___ uur en _______ minuten
Vul op de lijntjes gehele getallen in.

Slide 14 - Open question

Nu zelf aan de slag!

Slide 15 - Slide