Meten en meetkunde leerjaar 1 les 2 (omtrek en oppervlakte)

1 / 20
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doelen van de les:
Aan het einde van de les kan ik:
* de omtrek van figuren berekenen
*de oppervlakte van figuren berekenen
* oppervlakte van figuren omrekenen naar andere maten

Aan het einde van de les weet ik:
* welke formules er horen bij de omtrek en de oppervlakte

Slide 2 - Slide

Domein 3 Meten en meetkunde
* Herhaling H8 
* H9 Omtrek en oppervlakte
* bespreken huiswerk H8

Slide 3 - Slide

Hoe ging het ook alweer?

Slide 4 - Slide

timer
1:00
km
hm
dam
m
dm
cm
mm
Zet de eenheden van lengte van groot (links) naar klein (rechts)

Slide 5 - Drag question

3 ton (t) is
A
€ 3.000,--
B
3.000 kg
C
€ 300.000,--
D
300.000 kg

Slide 6 - Quiz


30 cl + 70 dl = ...... l
A
1
B
7,3
C
73
D
100

Slide 7 - Quiz

Welke formule hoort er bij de omtrek?
A
Lengte + breedte
B
(Lengte + breedte) x 2
C
Lengte x breedte
D
Lengte + breedte + lengte + breedte

Slide 8 - Quiz

OMTREK (je loopt ergens OMHEEN
Omtrek is dus 15,25 + 27,4 + 15,25 + 27,4 
of

(15,25 + 27,4) x 2

Slide 9 - Slide


De omtrek van deze figuur is:
3 cm
7 cm
14 cm
A
48 cm
B
25 cm
C
24 cm
D
42 cm

Slide 10 - Quiz

OPPERVLAKTE
Alles wat we zien als we er OP kijken..

Slide 11 - Slide

De eenheid van oppervlakte is ............
A
vierkante meter (m²)
B
kubieke meter (m³)
C
meter (m)
D
geen van allen

Slide 12 - Quiz

1 ha (1 hm2) = 100 m x 100 m = 10.000 m2

Slide 13 - Slide

Wat is de oppervlakte van deze tuin?
A
12 m²
B
13 m²
C
14 m²
D
15 m²

Slide 14 - Quiz

Stel: Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 15 - Quiz

6 km² =

A
600 m²
B
60.000 m²
C
6.000 m²
D
6.000.000 m²

Slide 16 - Quiz

20 hm² =

Elke stap naar rechts is keer 100. Elke stap naar links is gedeeld door 100
A
2.000 m²
B
200.000 m²
C
200 m²
D
20.000.000 m²

Slide 17 - Quiz

3,6 m² =

Elke stap van groot naar klein is 2 nullen erbij. Elke stap van klein naar groot is 2 nullen eraf
A
3.600 cm²
B
36.000 cm²
C
360.000 cm²
D
3.600.000 cm²

Slide 18 - Quiz

Huiswerk H9
opdrachten 9, 12, 13, 17, 18, 19, 20 en de zelftest

Reken altijd naar het antwoord! 
Dus eerst de maten omrekenen en dan pas de oppervlakte uitrekenen..
 20 dm x 300 cm = ? m2 
2 m  x 3 m = 6 m2

Slide 19 - Slide

Bespreken 
Huiswerk H8

Alleen met de leerlingen die het ook daadwerkelijk gemaakt hebben..
H 8 = 1,2,6,8,9,11,15,16 en zelftest

Slide 20 - Slide