klas. 3: par. 4.1 - Wapengeweld wereldwijd

1 / 37
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

4.1: Wapengeweld wereldwijd

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet waar gewapende conflicten in de wereld voorkomen.
  • Je begrijpt waardoor binnenlandse conflicten kunnen ontstaan. 
  • Je kunt samenhangen over conflicten ontdekken tussen atlaskaarten en met andere gegevens. 

Slide 3 - Slide

Waar denk je aan bij het woord "conflicten"

Slide 4 - Mind map

Gewapend conflict: een conflict waarbij
jaarlijks 25 doden of meer vallen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Bron 5

Slide 7 - Slide

3 typen gewapende conflicten
Internationaal conflict 
-> tussen staten 
* Irak oorlog, 2e WO
binnenlandsconflict  
-> blijven meestal binnen de grenzen van 1 land 
* IRA, Farc 
Kan een regionaal conflict worden 
geïnternationaliseerde conflicten
-> andere landen bemoeien zich met de situatie  V.b Syrië 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

De oorlog tussen de VS en Al Qaida is een
A
Staatkundig conflict
B
Internationaal conflict
C
Burgeroorlog
D
Regionaal conflict

Slide 12 - Quiz

conflicten zijn moeilijk te begrijpen
Belangrijke begrippen
Territorium = woongebied volk
Staat = Gebied met internationaal erkende grens
Volk = Groep mensen die taal, geloof of gemeenschappelijke geschiedenis delen. 
Etniciteit = Identiteit van een volk 

Staten hebben recht op:  soevereiniteit/zelfbeschikking (regels)

Slide 13 - Slide

Een gewapend conflict is een aanhoudende strijd waarbij jaarlijks
A
15 doden vallen
B
25 doden vallen
C
50 doden vallen
D
100 doden vallen.

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

GB 87A

Slide 16 - Slide

Een volk kenmerkt zich door:
A
Hetzelfde territorium te bewonen
B
Binnen één staat te bestaan
C
Dezelfde taal, godsdienst en geschiedenis
D
Een nationalistisch karakter

Slide 17 - Quiz

er zijn meer volkeren dan staten, deze volkeren hebben eigen belangen

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Wat is een voorbeeld van een intern conflict?
A
De strijd tussen Pakistan en India
B
De opstanden in Catalonië
C
De strijd tegen ISIS
D
WO II

Slide 22 - Quiz

Onafhankelijkheidsstreven
Separatisme: als een bevolkingsgroep het door hen bewoonde gebied los wil maken van het land waarin ze wonen

- voelen geen band met dominante cultuur
- eigen geschiedenis, sterke identiteit
- afscheidingsbewegingen

Slide 23 - Slide

seperatisme 
de wens van een volk om zich af te schreiden van een staat

Slide 24 - Slide

nationalisme 
Een volk streeft naar onafhankelijkheid en het stichten van een eigen staat

Slide 25 - Slide

regionalisme
Een volk houdt, binnen een staat, sterk vast aan de eigen geschiedenis en cultuur. 

Slide 26 - Slide

Hoe noem je een gebied waarbinnen een volk woont zonder officiële grenzen?
A
Enclave
B
Staat
C
Territorium
D
Strook

Slide 27 - Quiz

Een intern conflict is meestal een
A
Regionaal conflict
B
Territorium Conflict
C
Burgeroorlog
D
Wereldoorlog

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link

Slide 31 - Slide

Staat en territorium vallen samen
In de staat leeft een minderheid met een eigen territorium
In verschillende staten woont een minderheid met banden met een andere staat. De minderheid woont verspreid in de staten.
Het territorium van het volk is groter dan de staat. 
Het territorium valt in meerdere staten. In elke staat is het volk een minderheid. 

Slide 32 - Drag question

nog vragen?
A
ja
B
nee

Slide 33 - Quiz

Stel hier jouw vraag

Slide 34 - Open question

Wat hoort bij wat?        
Internationaal conflict
Burgeroorlog
Regionaal conflict
Amerika valt Noord-Korea aan
IS is actief in Irak en Syrië
In Libië probeert men de regering om te leggen
Rusland verovert een deel van Georgië
In Colombia schiet het leger op demonstranten
De Mexicaanse drugsoorlog leidt tot spanningen in Texas
Oorlog in een buurland heeft invloed over de grens. Hier zijn dan ook meerdere landen bij betrokken.
Oorlog binnen één land, soms ook tegen de regering.
Oorlogen tussen landen. Soms twee, soms wat meer. Regering tegen regering!

Slide 35 - Drag question

Regionalisme
Separatisme
Nationalisme

Slide 36 - Drag question

Aan de slag
Maken opgave 4, 5, 6 van par. 4.1 

Slide 37 - Slide