What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Schooltaalwoorden les 4, oefening 2
Schooltaalwoorden les 4, oefening 2
herhaling van de betekenis van schooltaalwoorden
schooltaalwoorden invullen in de correcte zin
werkwoorden correct vervoegen
betekenis verbinden met een afbeelding
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Schooltaalwoorden les 4, oefening 2
herhaling van de betekenis van schooltaalwoorden
schooltaalwoorden invullen in de correcte zin
werkwoorden correct vervoegen
betekenis verbinden met een afbeelding
Slide 1 - Slide
Open Vragen
Bij de volgende vragen moet je telkens de juiste vervoeging van het werkwoord invullen. Er staat aangegeven welk werkwoord en in welke tijd.
Slide 2 - Slide
Hoe ....................... (formuleren) jij dat op zijn rapport
Slide 3 - Open question
Ik .................. (raadplegen, verleden tijd) het internet voor de handleiding van de TV.
Slide 4 - Open question
De Eiffeltoren werd in 1887 ...................... (construeren - voltooid deelwoord)
Slide 5 - Open question
Die brief werd verkeerd bezorgd, hij is voor de buren .................... (bestemmen, voltooid deelwoord)
Slide 6 - Open question
Het meisje ............... (functioneren - tegenwoordige tijd) niet zo goed in de groep.
Slide 7 - Open question
Waarover .................... (verschillen - verleden tijd) jullie van mening?
Slide 8 - Open question
Hoe zou jij een regenboog ....................... (omschrijven, tegenwoordige tijd)?
Slide 9 - Open question
Hij ............... (verrichten, verleden tijd) heel wat werk alleen thuis.
Slide 10 - Open question
De dokter ................... (argumenteren, tegenwoordige tijd) zijn beslissing.
Slide 11 - Open question
De leraar .................. (concluderen, verleden tijd) dat het tijd was voor een herhaling.
Slide 12 - Open question
.......... dat eens .......... (uitleggen, tegenwoordige tijd) zei mama boos.
Slide 13 - Open question
De dief .................. (verklaren, verleden tijd) een alibi te hebben voor de dag van de inbraak.
Slide 14 - Open question
More lessons like this
De spelling van de werkwoorden
May 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
groep 8 werkwoord spelling cito
October 2024
- Lesson with
44 slides
nederlands
Primary Education
groep 7 werkwoordcito oefenen
March 2023
- Lesson with
35 slides
nederlands
Primary Education
De magie van werkwoorden: vervoegen en voltooid deelwoord
March 2023
- Lesson with
13 slides
Deel 1: Taallab: spelling
October 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
De spelling van de werkwoorden
March 2024
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Slimmer Schrijven: Pas de persoonsvorm aan!
April 2023
- Lesson with
15 slides
Werkwoorden
October 2024
- Lesson with
22 slides