This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Klinisch redeneren
Slide 1 - Slide
Vorige week had meneer Baran een afspraak bij de longarts. Daar kreeg hij de diagnose COPD, Gold 3. De longarts heeft andere inhalatiemedicijnen voorgeschreven. En meneer krijgt nu 1.5 liter zuurstof via een concentrator, voor 24 uur per dag.
Zijn er vragen / onduidelijkheden bij aanvang van de casus?
Slide 2 - Open question
This item has no instructions
Wat weet je van COPD?
Slide 3 - Open question
This item has no instructions
https:
Slide 4 - Link
Wanneer je wilt weten wat de verschillend zijn tussen COPD en Astma kun je het schema invullen m.b.v. de literatuur.
Deze is nu te vinden in de map teams op je klassensite.
Medicatie meneer Baran
• Ventolin 100mcg/dosis 4 x dd 2 pufjes
• Ipratopium 40 mcg, 3 – 4 dd 1 pufje
• Salmeterol/Fluticason 25/50mcg, 2 dd 2 pfs
• Sintrom, 1 dd p.o trombosedienst
Slide 5 - Slide
Bij volgende dia kunnen onduidelijkheden worden gevraagd.
Heb je nog vragen over de medicatie?
Slide 6 - Open question
Ventolin inhalatie, verneveling.
Bijwerking:
Irritatie van mond en keel en van gaatjes in uw gebit (cariës). Spoel altijd uw mond nadat u heeft geïnhaleerd.
Hartkloppingen, trillende handen of hoofdpijn.
Ipratopium 40 mcg pufjes
Werking:
Verwijdt de luchtwegen. Het vermindert de verkramping in de luchtwegen, waardoor de ademhaling makkelijker gaat.
Bijwerkingen:
Hoofdpijn, duizeligheid, droge mond.
Seretide
Werking:
Combinatiemiddel
Salmeterol verwijdt vernauwde luchtwegen. Fluticason remt ontstekingen en beschermt de luchtwegen tegen prikkels die benauwdheid veroorzaken. De combinatie vermindert benauwdheid en voorkomt nieuwe aanvallen van benauwdheid.
Bijwerking:
Schimmelinfecties in de mond
Sintrom of Acenocoumarol
Werking
Acenocoumarol zorgt ervoor dat bloed minder makkelijk samenklontert (antistollingsmedicijn). Hierdoor is minder kans op trombose.
De trombosedienst controleert uw stolling.
Bijwerkingen
Bloeduitstortingen
Inwendige bloedingen
Soms overgevoeligheid met een huidreactie.
Parameters meneer Baran
De volgende vitale functies zijn gemeten:
RR: 170/95 mmHG
Pols: 110 onregelmatig
Ademhaling: 12/min met een expiratoire stridor
Saturatie: 89% (zonder zuurstof)
Temperatuur: 36.8 graden celcius.
Slide 7 - Slide
Bij de volgende dia's zullen we aan de hand van het ABCDE-assessment de situatie langslopen.
Welke observaties hebben we bij de A of ademweg en waar kunnen we nog naar kijken?
Slide 8 - Open question
Naast de punten beredeneren we ook wat we zien. Is deze parameter normaal of afwijkend? Is het compenseren of een probleem?
Open en controleer de ademweg!
Observatiepunten (de bolt hebben we de overige kunnen we extra observeren)
Spreekt de patiënt wel/niet;
Corpus alienum;
Bloedingen/ braaksel;
Oedeem;
Kijkt naar borstkas/of buikbewegingen;
Luister naar geluiden van de ademhaling;
Voel naar de ademtocht
Opmerkingen: snurken is het geluid van een vibrerende huig; hinderlijk maar in principe ongevaarlijk.
Een snurkend respiratoir systeem, bij bewusteloosheid door de tong, is wel gevaarlijk.
Ademobstructie-geluiden zijn vooral goed hoorbaar bij inspiratie.
Een hoge obstructie geen een inspiratoire stridor, dus een stridor bij de inademing
Een lage obstructie een expiratoire stridor, een stridor bij de uitademing.
Verdachte ademgeluiden
Een snurkende ademhaling bij bewusteloosheid door de tong;
Gieren bij: pseudokroep, bronchospasme;
Stridor bij: laryngospasme, glottisoedeem, epiglottites; corpus aliënum.
Gorgelen bij: braaksel, bloedstolsels, slijm e.d.
Let op: een ademstilstand hoor je niet!
Welke observaties hebben we bij de B of breathing (ademhaling) en wat kunnen we nog extra observeren?
Slide 9 - Open question
Naast de punten beredeneren we ook wat we zien. Is deze parameter normaal of afwijkend? Is het compenseren of een probleem?
De donker gekleurde hebben we de overige kunnen we extra observeren.
De frequentie van de ademhaling
De saturatie.
De diepte van de ademhaling
De regelmaat van de ademhaling
Het ademhalingspatroon.
Geur
Huidskleur
Symmetrie
Ademarbeid
Gebruik hulp-ademhalingsspieren
Welke observaties hebben we van de C of circulatie en welke kunnen we extra gaan observeren?
Slide 10 - Open question
Naast de punten beredeneren we ook wat we zien. Is deze parameter normaal of afwijkend? Is het compenseren of een probleem?
We hebben de volgende parameters
RR: 170/95 mmHG
Pols: 110 onregelmatig
We kunnen de volgende nog observeren.
De regelmaat van de pols (regelmatig of onregelmatig)
De gelijkmatigheid: is elke slag gelijk gevuld.
De kracht van de pols: normaal, hard, week (zacht)
urineproductie
halsvenen
capillaire refill
Kleur van de periferie.
Observaties bij de D of disabylity? / bewustzijn. Hebben we al wat?
Slide 11 - Open question
Bij de D meten we het bewustzijn en de glucose!
De AVPU is een methode om het bewustzijn te bepalen.
Letter Betekenis Uitleg: Het slachtoffer:
A Alert is bewust van omgeving en tijd.
V Verbal reageert op aanspreken maar niet op de omgeving.
P Pain reageert alleen op pijnprikkels.
U Unresponsive reageert nergens meer op en is bewusteloos.
Observaties bij de E of Exposure? Wat valt hieronder en wat hebben we?
Hierin valt het top-tot-teenonderzoek en de handelingen die betrekking hebben op (het voorkomen van) koude- en warmteletsels, alsmede het verzorgen van wonden, kneuzingen, breuken en andere letsels.
Zijn er nu interventies nodig? Zo ja, welke.
Slide 13 - Mind map
Ook hier is het goed om de structuur van het ABCD-assessment aan te houden en eventuele interventies te beredeneren.
A: let goed op de ademgeluiden. Als hij meer benauwd wordt kijken of hij zijn medicatie juist inneemt. Of moet er overleg komen met de arts.
B:
Vervolg casus
Na het bezoek bij de longarts kom je bij meneer Baran langs. Je ontmoet ook zijn zoon; die is voor de afspraak bij de longarts overgekomen uit Groningen. Meneer Baran begint meteen over de concentrator: ‘Wat een ingewikkeld gedoe is dat ding, met die zuurstof!’
Zijn zoon vraagt zich ook af hoe dat nu allemaal moet. ‘Dat zijn veel nieuwe dingen voor mijn vader; ook de andere soort inhalatiemedicatie die hij heeft gekregen.’
Slide 14 - Slide
Bij volgende dia is er de mogelijkheid om leervragen te noteren en/of dus hier extra lessen voor in te plannen.
Zijn er leervragen?
Slide 15 - Open question
De zuurstofconcentrator is een elektrisch apparaat dat zuurstof uit de omgevingslucht haalt. Het is een kastje op wieltjes. De concentrator kan maximaal ongeveer zes liter zuurstof per minuut leveren.
Is er een wens voor extra lessen en zo ja, welke?
Vervolg casus
Nu je met meneer Baran en zijn zoon praat, hoor je dat meneer Baran een vervolgafspraak heeft gemaakt. De longarts wil een onderzoek doen om zijn longen verder te kunnen beoordelen. Meneer Baran wordt uitgenodigd voor de volgende onderzoeken: x-thorax, longfunctieonderzoek, bloed/lab: Hb, Ht, Na, K, creat, ureum, Astrup.
Slide 16 - Slide
Aan de hand van de volgende dia's zullen we de verschillende onderzoeken langslopen en eventuele onduidelijkheden bespreken.
Wat is een x-thorax?
Slide 17 - Open question
x-thorax
Een X-thorax – ook wel een thoraxfoto of longfoto genoemd -is een röntgenfoto van de borstkas. Op een thoraxfoto zijn de longen, het hart en de botstructuur (ruggenwervels, ribben, sleutelbeen) eromheen te zien.
Röntgenstraling is een elektromagnetische straling, die ook wel X-straling wordt genoemd, thorax is de medische benaming voor borstholte.
bron: www.ziekenhuis.nl-onderzoek, geraadpleegd maart 2021
De arts laat mogelijk een x-thorax maken om te kijken of er toenemende afwijkingen zijn aan het hart of de longen. Op de foto kun je zien of er sprake is van een longontsteking, vocht in de longen en/of een vergroot hart.
Slide 18 - Slide
Een thoraxfoto is een röntgenfoto van de borstkas (thorax) waarop het hart en de longen zich aftekenen.
Vaak is de thoraxfoto in het ziekenhuis het eerste beeldvormend onderzoek, maar vrijwel nooit het enige. Andere beeldvormende onderzoeken – zoals een echo van het hart – geven meer bruikbare informatie.
Vooral de vorm en de grootte van het hart beoordelen, en de aanwezigheid van vocht in de longen. Makkelijk is dat niet, want een thoraxfoto is eigenlijk niet meer dan een vage afschaduwing.
Wat weet je van longfunctie-onderzoeken?
Slide 19 - Open question
Longfunctie-onderzoek
Tijdens een longfunctieonderzoek of longfunctietest wordt onderzocht waarom bepaalde longfuncties verstoord zijn.
Er zijn verschillende longfunctieonderzoeken
Spirometrie (meting hoeveel lucht een zorgvrager rustig in- en uit kan ademen)
Histaminetest (onderzoek naar de prikkelbaarheid van de luchtwegen)
lichaamsplethysmograaf (body box) (onderzoek naar de luchtweerstand of ademweerstand)
diffussietest (meten opnamesnelheid van zuurstof aan het bloed)
longergometrie (hoe functioneren de longen bij inspanning)
Bij COPD kunnen meerdere functies verstoord zijn van de longfuncties.
Slide 20 - Video
This item has no instructions
Welke bloedonderzoeken verwacht je?
Slide 21 - Open question
Zie voor normaalwaarden zakboekje ProActive Nursing.
Zie; https://labuitslag.nl/klinische-chemie/
Hemoglobine is een eiwit dat in het bloed voorkomt en het een rode kleur geeft. Het is een belangrijk deel van rode bloedcellen (erytrocyten) en zorgt voor het transport van zuurstof door het lichaam.
Hematocriet is een maat voor de hoeveelheid rode bloedcellen (erytrocyten) in verhouding met de rest van het bloed.
Natrium is een zout en wordt ook wel een elektrolyt genoemd omdat het een positieve lading heeft (Na+). Het natrium in het bloed wordt met name bepaald om uitdroging en problemen met de vochtbalans te beoordelen.
Kalium is een zout en wordt ook wel een elektrolyt genoemd, omdat het een positieve lading heeft (K+).
Ureum
Ureum is een stof die ontstaat in de lever door de verbranding van eiwitten. Bij de verbranding van eiwitten komt het stikstof vrij in de vorm van ureum.
Kreatinine wordt getest om de nierfunctie te berekenen. Vaak wordt bij routine onderzoek ook de nierfunctie meegenomen.
Met een arterieel bloedgas (Astrup) kun je de samenstelling van het bloed bepalen. Het meet de pH (zuurgraad, O2, CO2, HCO3, BE en O2-sat)
Je rondt het gesprek af en loopt de kamer uit. Bij de voordeur zegt meneer Barans zoon: ‘Ik maak mij best zorgen om mijn vader.’ Hij geeft aan dat hij zijn vader somber vindt. ‘Voordat we bij de longarts naar binnen gingen, dronken we samen nog even koffie. Hij wilde niks lekkers erbij want hij had geen trek en zei hij: "geen energie om te eten".
Slide 22 - Slide
This item has no instructions
Welke verpleegproblemen herken je hier?
Slide 23 - Open question
De somberheid kan een probleem zijn op zich maar kan natuurlijk ook het gevolg zijn doordat meneer weinig energie heeft en zo weinig energie heeft voor dingen die hij nog graag wil doen.
Onderzoeken of er een betere energiebalans mogelijk is, is wel belangrijk bij dit ziektebeeld.
Vervolg casus
Bij het eerstvolgende ADL-moment breng je de opmerking van zijn zoon over het energiegebrek voor het eten van meneer ter sprake. ‘Tja, ik heb de laatste tijd niet zoveel trek. Ik wordt al moe van het idee dat ik naar de keuken moet om een boterham te maken laat staan dat ik het daarna ook nog moet opeten. Ik ben dan zo moe.’ ‘Die inhalatoren helpen trouwens helemaal niet hoor,’ zegt meneer Baran. ‘Gebruik ik ze eigenlijk wel goed?’
Daarnaast heeft hij ook nog vragen over de concentrator en wanneer hij zuurstof mag/ kan nemen.
Slide 24 - Slide
This item has no instructions
Onderwerpen voor voorlichting, advies of instructie?
Slide 25 - Mind map
We kunnen hier met elkaar ideeën opdoen voor onderwerpen voor de eindopdracht. En bespreken welke kennis je hiervoor nodig hebt.
Verpleegplan
Werk een verpleegplan uit gericht op het het gezondheidspatroon: activiteitenpatroon.