Kritische beroepssituaties 21 VP A+C

Kritische beroepssituaties 
21 VP A+C
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Kritische beroepssituaties 
21 VP A+C

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Uitleg van de module (komt nog in de teamtegel)
Theorie kritische beroepssituaties
Instructie Opdracht kritische beroepssituaties
Uitwerken opdracht

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
• Je kunt omschrijven wat er wordt verstaan onder een kritische beroepssituatie.
• Je herkent kritische beroepssituaties binnen je eigen beroepspraktijkvorming en kunt hiervan voorbeelden geven.
• Je analyseert en reflecteert op een eigen kritische beroepssituatie   a.d.h.v. de STRARR methode of middels KORTHAGEN. 


Slide 3 - Slide

kritische beroepssituaties?

Slide 4 - Mind map

Omschrijving kritische beroepssituaties
  • Kritische beroepssituaties zijn situaties waarin de beroepsbeoefenaar zich gesteld ziet voor een professioneel probleem of dilemma

  • professionele afweging noodzakelijk is om tot keuzes te komen hoe te handelen. Door met elkaar in gesprek te gaan over die situaties en te bespreken op welke manier je tot welke afwegingen komt, groeit je professionaliteit en draag je bij aan goed werk.

Slide 5 - Slide

Kenmerken kritische beroepssituaties
Kenmerken van een kritische beroepssituatie zijn:
-complex
-dilemma
-keuze maken
-typisch voor beroep
-verstoorde routine/onverwacht
-vraagt nieuwe handeling
-je leert er iets van

Slide 6 - Slide

Instructie KB beschrijving
Ga in tweetallen en beschrijf op je laptop een kritische situatie (midden complex en elke je eigen situatie) op je stage
  • Je hebt het meegemaakt
  • Je maakt het nu mee

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Beschrijven volgens de methode Korthagen
Het model van Korthagen geeft weer dat je in een cirkel de volgende fases doorloopt:

  • Handelen en ervaring: Omschrijf de situatie. Wat wilde je bereiken?
  • Terugblikken: Wat gebeurde er? Wat deed, dacht en voelde je?
  • Bewustwording van essentiële aspecten: Wat ging anders en waardoor gebeurde dat? Wat is de kern van het probleem?
  • Alternatieven ontwikkelen en daaruit kiezen: Welke mogelijkheden zie je om de situatie te veranderen? Je bedenkt alternatieven om uit te proberen in de praktijk.
  • Uitproberen: Je probeert deze alternatieven uit.

Slide 9 - Slide

Opdracht uitwerken
Zet je opdracht in teams

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide