Vandaag: Gezamenlijk de theorie van leesvaardigheid behandelen
Morgen: oefentekst + tekst van de toets alvast uitdelen
donderdag 17 juni: oefenen + vragen stellen
vrijdag 18 juni: toets leesvaardigheid (3 x)
Let op: heb je bij je fictiedossier nog ergens een 'o' staan. Mag je het t/m maandag nog inleveren voor een 'v'.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2
This lesson contains 12 slides, with text slides.
Items in this lesson
Welkom
Vandaag: Gezamenlijk de theorie van leesvaardigheid behandelen
Morgen: oefentekst + tekst van de toets alvast uitdelen
donderdag 17 juni: oefenen + vragen stellen
vrijdag 18 juni: toets leesvaardigheid (3 x)
Let op: heb je bij je fictiedossier nog ergens een 'o' staan. Mag je het t/m maandag nog inleveren voor een 'v'.
Slide 1 - Slide
Samenvatten theorie
Je gaat straks aan de slag met één les leesvaardigheid in een groepje. Deze les ga je bestuderen en je schrijft op wat de belangrijkste theorie is en geeft hier ook voorbeelden bij.
Hier hebben jullie 10 minuten de tijd voor.
Vervolgens bespreken we per groepje wat ze hebben gevonden en dit zetten we in Lesson Up
Zo hebben we met de hele klas een samenvatting gemaakt! Deze samenvatting deel ik met jullie als klas!
Slide 2 - Slide
Theorie voor de leestoets!
- Les 2: tekstdoelen
- Les 3: leesstrategieën
(- Les 4): woordraadstrategieën
- Les 17: functiewoorden
- Les 18: verbindingswoorden
- Les 19: verwijswoorden
- Les 32: onderwerp & hoofdgedachte
- Les 33: hoofd- en bijzaken
- Les 34: samenvatten
timer
15:00
Slide 3 - Slide
Les 2: tekstdoelen
Informeren: feiten, de schrijver wil dat je iets leert
--> weerberichten, lesboeken
beschouwen: mening over iets vormen. Bekijkt van meerdere kanten
--> krantenartikelen of tijdschriften
overtuigen: mening van auteur, stellingen over het onderwerp veel argumenten. Deze komen voor in een betoog, krant of tijdschrift
Slide 4 - Slide
Les 3: leesstrategieën
Globaal lezen: kijk naar de titel, tussenkopjes en plaatjes
intensief lezen: de hele tekst lezen.
studerend lezen: de tekst goed lezen, begrijpen en onthouden
zoekend lezen: je zoekt letterlijk naar een bepaald onderdeel van een tekst
Slide 5 - Slide
Les 17: functiewoorden
Een functiewoord kondigt de functie van een tekstdeel of alinea aan.
Zinnen die bij elkaar horen staan samen in een alinea.
Slide 6 - Slide
Les 18: verbindingswoorden
Verbindingswoorden zijn woorden die je helpen om de tekst beter te begrijpen.
Eerst, nadat en toen geeft volgorde aan.
Als, wanneer en tenzij geeft een voorwaarde aan.
maar, daarentegen en desondanks ; tegenstelling.
Slide 7 - Slide
Les 19: verwijswoorden
Woorden die verwijzen naar een ander woord of woordgroep.
voornaamwoorden; deze, die, dat, zo'n, zij, elkaar, het
bijwoord; wanneer, hoe, hier, daar, toen erover, waar en zo. Dit verwijst naar iets anders.
Slide 8 - Slide
Les 32: onderwerp en hoofdgedachte
onderwerp: waar de tekst over gaat.
deelonderwerp: het is een bepaald deel van een hoofdonderwerp. Als de tekst gaat over diersoorten dan zijn zoogdieren het mogelijke deelonderwerp.
hoofdgedachte: wat de schrijver met de tekst wil vertellen
Slide 9 - Slide
Les 33: hoofd- en bijzaken
Hoofdzaken: delen van de tekst die echt nodig zijn om het verhaal te begrijpen.
Je vindt ze vaak in de inleiding, of in het slot, of in kernzinnen van alinea's.
Bijzaken: minder belangrijke onderdelen van een tekst. Dit is extra informatie.
Slide 10 - Slide
Les 34: samenvatten
- globaal lezen
- daarna bepalen wat het onderwerp is
- intensief lezen
- bepalen wat de hoofdzaken zijn
- titel van de tekst noteren (boven je samenvatting)