This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Wiskundige vaardigheden
Slide 1 - Slide
Wiskundige vaardigheden
1. Werken uit het boekje, m.b.v. de studiewijzer.
2. Deadline vrijdag 20 oktober, eerder mag.
3. Uitdaging: woensdag 18 oktober.
Slide 2 - Slide
De vaardigheden
Zou herhaling moeten zijn, dus instructie op verzoek:
Haakjes wegwerken
Formules en grafieken
Vergelijkingen en ontbinden
Machten en wortels
Meetkunde
Slide 3 - Slide
Ontbinden in factoren, wortels vermenigvuldigen en meetkunde
Slide 4 - Slide
Ontbinden in factoren
f(x)=3x2−4x
g(x)=x2−4x−5
Slide 5 - Slide
Wortels vereenvoudigen
en
Vereenvoudig:
√5⋅√2=√10
√24=√4⋅√6=2√6
√243
Slide 6 - Slide
Meetkunde
Driehoek ABC en DEF zijn gelijkvormig, met hoek A = hoek D, en hoek B = hoek E. Zijde AB = 2, BC = 4, EF = 6 en FD = 9.
Bereken zijde AC en DE
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Tatjana Schoenmaker zwom op de Olympische spelen in Toyko naar een nieuw wereldrecord, waarmee ze het eerste goud op de Olympische Spelen voor Zuid Afrika binnenhaalde. Ze zwom de 200 meter schoolslag in 2.18 minuten. Hoeveel seconden zijn dit?
Slide 10 - Open question
138
Let op het verschil tussen een punt en een komma:
2.18 minuten = 2 minuten en 18 seconden, dus 2 * 60 + 18 = 138
2,18 minuten is 2,18 * 60 = 130,8 seconden
Slide 11 - Slide
Zelf aan de slag
Maak vandaag opdracht 20 t/m 26
Bij opdracht 20, 24, 25, 26 begin je met het rechterrijtje. Als je hier geen fouten in maakt sla je het linkerrijtje over.
LET OP: volgende les is de les met de meeste opdrachten. Als je snel klaar bent vandaag, kun je vast vooruit werken.
Slide 12 - Slide
Rekenen met breuken en factor
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Wat deze professor beschrijft is het begrip van exponentiële groei: een getal elke keer met dezelfde factor vermenigvuldigen. Die factor gebruiken we vaak als we met procentuele groei of afname rekenen. Welke factor hoort er bij een procentuele afname van 13%?
Slide 15 - Open question
0,87
Bij een afname van 13% hou je 100 - 13 = 87% over.
Een factor is het percentage gedeeld door 100
dus 87/100 = 0,87
Slide 16 - Slide
Zelf aan de slag
27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35
Let op: het is VEEL werk, maar ga het niet afraffelen. liever 5 sommen echt goed gemaakt, dan 9 met heel veel fouten.
Bij mij:
Fleur
Andere vragen over HW?
Slide 17 - Slide
Machten en wortels
Slide 18 - Slide
Sorry, vandaag geen filmpje. Vereenvoudig:
√(243)=
Slide 19 - Open question
Antwoord
Dus
√243=√81⋅√3
√81=9
√243=9√3
Slide 20 - Slide
Zelf aan de slag
36 t/m 42
Bij opdracht 36 t/m 39 begin je met het rechterrijtje. Maak je deze zonder fouten, sla je het linkerrijtje over.
Kwadraten op een rij: 4, 9, 16, 25, 36, 49, 64, 81, 100
Slide 21 - Slide
Meetkunde
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
Vandaag ga je aan de slag met een aantal meetkundige opdrachten (opdrachten over figuren, in dit geval driehoeken). Wat was een noodzakelijk voorwaarde voordat je de hier getoonde stelling van Pythagoras mag gebruiken bij deze opdrachten?
Slide 24 - Open question
Zelf aan de slag
43, 44, 45, 46, 47, 48
Aan het einde van de les lever je schrift in (maakt niet uit als je deze 6 opdrachten dan niet helemaal af hebt).
Morgen starten we aan hoofdstuk 1 van het boek van vwo 3, zorg dus dat je deze bij je hebt. Je krijgt je schrift morgen in de les ook terug.
Lees voor morgen de theorie op bladzijde 10, 11 en 12. We checken dit aan het begin van de les.