H3 paragraaf 3.3 Soms te veel

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

3.3 Soms te veel

Leerdoelen

• Je weet welke gebieden grotere overstromingen risico's kennen
• Je begrijpt waarom het overstromingsrisico van veel gebieden toeneemt
• Je kunt een aantal maatregelen beoordelen om overstromingsrisico's te verkleinen 

Risicogebieden voor overstromingen 

Wereldwijd kennen de volgende gebieden een groot overstromingrisico:

1. Rivier- en kustvlakten
2. Gebieden aan de voet van een gebergte met een rotsige ondergrond
3. Gebieden waar het afsmelten van sneeuw samenvalt met hevige regenval in de zomer

4. Gebieden waar tropische orkanen voorkomen

5. Gebieden waar stroomopwaarts ontbossing plaatsvindt

6. Gebieden die door stedelijke bebouwing verstenen

7. Gebieden met bodemdaling door het oppompen van grondwater

1-4 = de natuur

5-7 = de mens

Het aantal overstromingen neemt toe

•  Aantal overstromingen neemt toe
• Opwarming van de atmosfeer zorgt voor opwarming van het zeewater -> warmer zeewater produceert meer waterdamp    -> warme lucht neemt meer waterdamp op 
• Gevolg: toename zware stormen en hevige neerslag
• Rivierdelta's -> alle effecten van opwarming komen bij elkaar 

De gevolgen van overstromingen

•  Slachtoffers van overstromingen komen vaak niet om door de overstroming zelf, maar aan de gevolgen van deze overstromingen
• Oogsten mislukken
• ziektes breken uit (weinig veilig drinkwater, muggen)
• Voedsel en medicijnen kunnen moeilijk worden aangevoerd

Maatregelen tegen overstromingen

Korte termijn:

• Dijken, dammen en bufferbassins aanleggen
• Het weer in het gehele stroomgebied in de gaten houden
• Burgers voorlichten en trainen (evacuatie)
• Drinkwater en voedsel veiligstellen na eventuele overstromingen

Lange termijn

• Ruimte voor de rivier maken: overstromingsvlakte terug geven
• Het versterkte broeikaseffect verminderen
• Een vestigingsgebied waarbij mensen zo veel mogelijk geweerd of verplaatst worden uit risicogebied