This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
4.2 Kracht, massa en versnelling
Slide 1 - Slide
Lesdoelen voor vandaag
-Je weet wat de 2e wet van newton is en kan dit toepassen
-Je weet wat traagheid is
-Je weet wat resulterende kracht is en kan hiermee rekenen
Slide 2 - Slide
De versnelling is de snelheidstoename per meter.
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quiz
Versnelling
* Welke eenheid gebruik je hierbij?
* Welke letter geven we de versnelling meer aan (denk aan het Engelse woord)
Slide 4 - Slide
Hoe groot is de versnelling hier?
A
45 m/s^2
B
10 m/s^2
C
11 m/s^2
D
22 m/s^2
Slide 5 - Quiz
Wat is de juiste eenheid voor de versnelling?
A
m
B
m/s
C
m/s2
D
N
Slide 6 - Quiz
Een vliegtuig vliegt met constante snelheid door de lucht. Wat weet je over de resulterende kracht?
A
De resulterende kracht is vooruit gericht
B
De resulterende kracht is achteruit gericht
C
Er is geen resulterende kracht
D
Niks
Slide 7 - Quiz
Wat wordt bedoeld met de resulterende kracht?
A
Dat is de kracht op een voorwerp die een beweging veroorzaakt.
B
Dat is de som van de groottes van alle krachten samen die op een voorwerp werken.
C
D
Dat is de kracht op een voorwerp die in positieve richting werkt.
Slide 8 - Quiz
Wat is de resulterende kracht?
A
290 N rechts
B
290 N links
C
50 N rechts
D
50 N links
Slide 9 - Quiz
Resulterende kracht
Slide 10 - Slide
Resulterende krachten bij een auto
Slide 11 - Slide
Resulterende kracht
Versnelling
Meer voortstuwende krachten dan tegenwerkende krachten
Constante snelheid
Voortstuwende krachten en tegenwerkende krachten gelijk
Vertraging
Meer tegenwerkende krachten dan voorstuwende krachten
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Slide
traagheid
Traagheid is de eigenschap van een object zich te verzetten tegen snelheidsverandering als er een kracht op wordt uitgeoefend.
Het wil dus in dezelfde richting gaan en dezelfde snelheid.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Traagheid....
Slide 17 - Slide
auto of fiets drukken?
Slide 18 - Slide
Tweede wet van Newton
Er is dus een verband tussen de resulterende kracht op een voorwerp, de massa van dat voorwerp en de versnelling die dat voorwerp heeft.
Fres=m⋅a
Slide 19 - Slide
Even oefenen
Een auto (m=1450 kg) wil een vrachtauto inhalen op de snelweg. De auto rijdt 110 km/h en versneld eenparig in 3,0 s naar 130 km/h. Vervolgens remt de auto weer af van 130 km/h naar 120 km/h in 2,0 s.
1. Bereken de resultante kracht tijdens het inhalen. 2. Bereken de resultante kracht tijdens het langzamer gaan
Slide 20 - Slide
Hoe bereken we de resultante nu?
Slide 21 - Slide
Vraag uit Zuid-Afrikaanse examen
Een werker trekt een blok met massa 30 kg, met een kracht van 50 N tegen een hoek van 30 graden. Een wrijvingskracht van 20N werk de beweging tegen. Bereken de versnelling van het systeem.