This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Planning
Terugblik vorige les
Uitleg 'Doel en publiek'
Aan de slag!
Slide 1 - Slide
Lezen 1.2 - Doel en publiek
Lesdoelen:
Je kunt de verschillende tekstdoelen opnoemen
Je kunt uitleggen welke tekstdoelen een bepaalde tekst heeft.
Slide 2 - Slide
Het onderwerp beschrijft in één woord, of een paar woorden, waar de hele tekst over gaat.
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
hetzelfde als het onderwerp
B
een samenvatting van de tekst in één zin
Slide 4 - Quiz
1.2 Doel en publiek
Teksten over hetzelfde onderwerp kunnen totaal verschillen. Het hangt er maar vanaf welk doel de schrijver met zijn tekst heeft en voor welk publiek hij de tekst schrijft.
Bijvoorbeeld: Je vindt twee teksten over het onderwerp ‘honden’. De eerste tekst komt uit een krant en gaat over hoeveel Nederlanders een hond hebben en welke rassen het meest populair zijn. De krant wil een breed publiek over het onderwerp informeren. De tweede tekst is een folder van het asiel. Die folder wil hondenliefhebbersoverhalen geen pup te kopen, maar een hond uit het asiel te nemen.
Slide 5 - Slide
Doel en Publiek
Het doel van de schrijver
wat wil de schrijver met de tekst bereiken?
Het publiek
voor wie is de tekst bedoeld?
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Tekstdoelen
Informeren
Instrueren
Overtuigen of betogen
Overhalen of activeren
Slide 8 - Slide
Welk tekstdoel hoort bij een reclamefolder?
A
overtuigen
B
activeren
C
amuseren
D
informeren
Slide 9 - Quiz
welk tekstdoel hoort bij een betoog?
A
activeren
B
informeren
C
overtuigen
D
instrueren
Slide 10 - Quiz
Wat is het tekstdoel van een stripverhaal?
A
informeren
B
activeren
C
amuseren
D
overtuigen
Slide 11 - Quiz
Wat is het tekstdoel van een recept?
A
informeren
B
overtuigen
C
overhalen
D
instrueren
Slide 12 - Quiz
Doel en publiek
Eén onderwerp heeft niet altijd zelfde doel en publiek.