Mag je je gestolen fiets terugstelen?

Welkom K3
Ga rustig zitten.
Pak je spullen: NN, leesboek, schrift, pen.
Telefoon thuis of in de kluis.
Wacht rustig tot de les begint.
Mag je je gestolen fiets terugstelen?
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom K3
Ga rustig zitten.
Pak je spullen: NN, leesboek, schrift, pen.
Telefoon thuis of in de kluis.
Wacht rustig tot de les begint.
Mag je je gestolen fiets terugstelen?

Slide 1 - Slide

Doelen van de les
Aan het eind van deze lessen:
  • kun je 6 tekstverbanden noemen met de daarbijbehorende signaalwoorden.
  • kun je tekstverbanden en signaalwoorden herkennen in teksten.


Slide 2 - Slide

PLANNING
  • Filmpjes kijken en tekst lezen.
  • Vragen over de tekst beantwoorden.
  • Herhalen (eventueel nog uitleggen).
  • Zelfstandig werken.
  • Afsluiten.


Slide 3 - Slide

Mag je je gestolen fiets terugstelen?

Slide 4 - Slide

Voorkennis activeren
Wie heeft er weleens iets gestolen? (bijvoorbeeld een snoepje bij het Kruidvat)


Is er weleens iets van jou gestolen?



Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Lezen
Mag je je gestolen fiets terugstelen?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Vragen
Welke vraag zou de politie jou kunnen stellen als jij de eigenaar van de fiets bent?
Welke vraag zou de politie de dief kunnen stellen?


Vervolg van de tekst uitdelen en lezen.

timer
5:00

Slide 10 - Slide

Vragen beantwoorden
In 2-tallen vragen over de tekst beantwoorden. 
Persoon 1 schrijft de antwoorden op. Persoon 2 doet verslag. 



De vragen zijn:

Slide 11 - Slide

Vragen
1. Staan er woorden in de tekst die je niet begrijpt?
2. Van wie is de fiets geweest, volgens de verkoper?
3. Hoe is de verkoper aan de fiets gekomen, volgens de verkoper zelf?
4. Wat zegt Steve voordat hij er op de fiets vandoor gaat?
5. Is Steve blij? Hoe weet je dat?
6. Wat dacht jij bij het horen van de vraag 'Mag je je eigen fiets terugstelen?'
7. Met welk doel heeft de schrijver de tekst geschreven? 
8. Wat voor soort tekst heb je zojuist gelezen?
timer
5:00

Slide 12 - Slide

Het tegenovergestelde van hoofdzaken is bijzaken.

Bijzaken kunnen zijn? (meerdere antwoorden zijn goed)
A
voorbeelden
B
belangrijke informatie
C
details
D
uitleg

Slide 13 - Quiz

Gebruik je bij het maken van een samenvatting hoofdzaken of bijzaken?
A
bijzaken
B
hoofdzaken

Slide 14 - Quiz

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

Slide 15 - Open question

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 16 - Open question

Welke doelen kan een schrijver
hebben met een tekst?

Slide 17 - Open question

Sleepvraag: Sleep de juiste tekstsoort naar het juiste tekstdoel
amuseren
informeren
overtuigen
activeren

Slide 18 - Drag question

Zelfstandig werken 3Kader
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
blz. 37, startopdracht klassikaal doen.
blz. 38, opdracht uitleggen, zelfstandig maken.
Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 19 - Slide

Les afsluiten 
Noem 6 tekstverbanden.
Noem bij ieder tekstverband minimaal 3 signaalwoorden.

Ik heb het lesdoel behaald? (tekstdoelen, tekstsoorten) 
Ik vind dat ik goed heb samengewerkt?
Welk cijfer geef je je werkhouding?


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Kader: blz. 60-61, opdr. 1.
timer
10:00

Slide 22 - Slide

Basis: blz. 85-86, opdr. 1, 2.
timer
10:00

Slide 23 - Slide

Vandaag inleveren.

Slide 24 - Slide

Danielle Bakhuis
De EXECUTIE (= het uitvoeren van een (dood)vonnis)

Slide 25 - Slide

Presentaties
indeling en planning

Slide 26 - Slide

Welkom

Slide 27 - Slide