Week 19 Ne 2K H5 Spelling Meervoud

Leerdoel week 19
Leerlingen moeten weten hoe het meervoud van zelfstandige naamwoorden worden gevormd en geschreven. (-s of 's)
Leerlingen moeten zinnen met twee persoonsvormen kunnen maken.
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Leerdoel week 19
Leerlingen moeten weten hoe het meervoud van zelfstandige naamwoorden worden gevormd en geschreven. (-s of 's)
Leerlingen moeten zinnen met twee persoonsvormen kunnen maken.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

0

Slide 3 - Video

Schrijf het juiste meervoud op van:
poolstok

Slide 4 - Open question

de lepel
A
de lepelen
B
de lepels

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Meervoud met -s
Meervoud met -'s
loempia
camera
giraffe
menu
niveau
keu
app
vitrine
avocado
café
dominee
etage

Slide 7 - Drag question

het meervoud van: kano

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Link

Meervoud van 'baby'?

Slide 10 - Open question

bacterie
A
bacteries
B
bacterie's
C
bacteriën
D
bacterieën

Slide 11 - Quiz

niveau
A
niveaus
B
niveau's
C
niveaen
D
niveauën

Slide 12 - Quiz

pyjama
A
pyjamas
B
pyjama's
C
pyjamaas
D
pyjamaa's

Slide 13 - Quiz

accu
A
accus
B
accu's
C
accuus
D
accuu's

Slide 14 - Quiz

Wanneer gebruik je een 's achter het woord?(twee dingen opnoemen!)

Slide 15 - Slide

Noteer het meervoud van de volgende woorden: bureau , actie, shampoo, dvd,tv, spray

Slide 16 - Open question

Wat vind je nog moeilijk/lastig?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Video

Twee persoonsvormen in een zin
In een zin kunnen meerdere persoonsvormen voorkomen.
Deze zinnen hebben twee persoonsvormen. Tussen de persoonsvormen schrijf je een komma. Zet de zin in een andere tijd en kijk wat de persoonsvormen zijn.

Het was glad buiten, daarom gingen wij met de auto.
Ik liep naar huis, want mijn band was lek.

Slide 19 - Slide

In een samengestelde zin staan twee of meer persoonsvormen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Bedenk een zin met
twee persoonsvormen

Slide 21 - Mind map

Zinnen met twee gezegdes

Mijn zusje heeft de tafel geschuurd | en | ik mag hem lakken.

                       pv                                  vdw                        pv                 inf


Twee glazen zijn kapot gegaan tijdens de afwas |maar | het 

                            pv                     vdw 

mooie kommetje is gelukkig nog heel.

                                     pv

Slide 22 - Slide

Waarom moeten we dit weten?

- Als je werkwoorden moet vervoegen, is het belangrijk dat je weet of je werkwoord een pv, voltooiddeelwoord(vd) of infinitief(hele werkwoord) is.

- Je kunt dus zinnen hebben met twee persoonsvormen.

Slide 23 - Slide

Wat is de persoonsvorm?
De nieuwe quiz staat vanaf morgen op onze internetsite.
A
de nieuwe quiz
B
staat
C
vanaf morgen
D
op onze internetsite

Slide 24 - Quiz

Noteer de persoonsvormen.
Ik heb snel mijn huiswerk gemaakt, zodat ik voetbal kan kijken.

Slide 25 - Open question

Wie deze zin leest, kan snel checken hoeveel persoonsvormen de zin heeft.
A
een persoonsvorm
B
twee persoonsvormen
C
drie persoonsvormen
D
vier persoonsvormen

Slide 26 - Quiz

Welk leesteken attendeert je vaak op een meervoudige(samengestelde) zin?

Slide 27 - Open question

Wat een samengestelde zin?

Een samengestelde zin is een zin die...

Slide 28 - Open question

Je gebruikt een komma tussen twee persoonsvormen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Evaluatie
  • Je kunt het meervoud van zelfstandige naamwoorden schrijven. (meervoud op -s of 's).
  • Je kunt de persoonsvorm benoemen. 
  • Je kunt de persoonsvormen uit een samengestelde zin benoemen.

Hoe ging het? Wat vind je nog steeds lastig?
Nog vragen? mail naar ori@vanvredenburchcollege.nl

Slide 30 - Slide

Huiswerk week 19
Maak uit het boek Nieuw Nederlands blz 193 H5 Spelling opdracht 1 tot en met 9. Mail het huiswerk uiterlijk donderdag 7 mei naar ori@vanvredenburchcollege.nl

Slide 31 - Slide

Succes!

Slide 32 - Slide