Les 2 blok 4

Les 2 blok 4
1 / 49
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 3

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Les 2 blok 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat wordt er verstaan onder deskundigheidsbevordering?
A
Het aannemen van een leidinggevende functie binnen een organisatie
B
Het verbeteren van de fysieke werkomgeving van medewerkers
C
Alles wat je doet om het uitoefenen van je beroep te verbeteren

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het Sociaal Werk Register?
A
Een registratiesysteem voor gekwalificeerde sociaal werkers, waarin hun competenties en ervaring worden vastgelegd.
B
Een register waarin alle sociale evenementen worden bijgehouden.
C
Een database voor het registreren van sociale media-activiteiten van professionals.
D
Een logboek om dagelijkse werkzaamheden te documenteren.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent beroepsmatig handelen?
A
Werken op een manier die je zelf het beste vindt.
B
Professioneel werken op basis van opleiding en praktijkervaring.
C
Werken zonder opleiding, maar met gezond verstand.
D
Handelen volgens de regels van je collega’s.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent reflecteren
A
Jezelf observeren zonder actie te ondernemen.
B
Nadenken over hoe je je werk doet en de gevolgen daarvan.
C
Het opvolgen van feedback van collega’s.
D
Toezien op hoe anderen hun werk uitvoeren.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welke uitspraak over feedback is juist?
A
Feedback is altijd bedoeld als kritiek op je persoonlijkheid.
B
Feedback geven en ontvangen zijn onderdelen van een professionele werkhouding.
C
Feedback ontvangen is alleen nodig bij fouten.
D
Feedback moet altijd schriftelijk worden gegeven.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent observeren in het kader van beroepsmatig handelen?
A
Doelgericht kijken naar hoe iemand zijn werk uitvoert.
B
Nadenken over je eigen manier van werken.
C
Feedback ontvangen zonder dat je het weet.
D
Jezelf beoordelen op basis van praktijkervaring.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Observatie kan plaatsvinden zonder dat je weet dat het gebeurt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Dit is juist omdat observatie soms gebeurt zonder dat de geobserveerde persoon hiervan op de hoogte is, zoals bij een leidinggevende die het dagelijks werk van een medewerker discreet bekijkt. Dit wordt gedaan om een objectief beeld te krijgen van hoe iemand functioneert in een normale werksituatie, zonder dat de medewerker zich anders gedraagt door bewust te zijn van de observatie. Natuurlijk is het belangrijk dat dit op een respectvolle en professionele manier gebeurt en binnen de regels van de organisatie.
Waarom is het belangrijk om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen in je vakgebied?
A
Omdat je werk altijd hetzelfde blijft.
B
Omdat je werkveld voortdurend in beweging is.
C
Omdat je collega’s dat van je verwachten.
D
Omdat het verplicht is volgens de wet.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent schaalvergroting?
A
Het samenvoegen van kleinere organisaties tot een grotere organisatie.
B
Het verdelen van een organisatie in kleinere teams met meer autonomie.
C
Het verminderen van het aantal medewerkers binnen een organisatie.
D
Het focussen op persoonlijke begeleiding in plaats van administratie.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een belangrijk kenmerk van een Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP)?
A
Het bevat een overzicht van je dagelijkse werkzaamheden.
B
Het beschrijft wat je wilt leren en hoe je dit kunt bereiken.
C
Het geeft een beoordeling van je huidige vaardigheden.
D
Het is opgesteld door je leidinggevende en bevat verplichte opdrachten.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een PAP en een POP?
A
Een PAP bevat doelstellingen, terwijl een POP concrete acties bevat.
B
Een PAP wordt besproken in een functioneringsgesprek, een POP niet.
C
Een PAP bevat concrete acties met een tijdsplanning, terwijl een POP doelstellingen bevat.
D
Een PAP is verplicht, terwijl een POP optioneel is.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Waarvoor gebruik je een portfolio in je werk?
A
Om een overzicht te maken van wat je geleerd hebt tijdens je werk.
B
Om dagelijkse taken en planningen te noteren.
C
Om een plan te maken voor toekomstige cursussen.
D
Om met collega’s problemen uit de praktijk te bespreken.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het doel van intervisie?
A
Het leren van elkaar door praktijkproblemen te bespreken.
B
Het controleren van de kennis van collega's.
C
Het bijhouden van persoonlijke doelen in een gezamenlijk plan.
D
Het bespreken van algemene organisatieproblemen met leidinggevenden.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Doelen van vandaag
SMART

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Zorgt voor het opzetten, uitvoeren en
coördineren van activiteiten
Versterkt het sociale netwerk
Werkt aan professionele ontwikkeling

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

Tijdens zelfstandig werken 1 op 1

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

EXAMEN!!!
B1-K1-W5 Zorgt voor het opzetten, uitvoeren en coördineren van activiteiten
Examen 5 - B1-K1-W5 Zorgt voor het opzetten, uitvoeren en coördineren van activiteiten

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Netwerken?

Slide 23 - Mind map

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Binnen drie schakels (de vrienden van de vrienden van jouw vrienden) heb je toegang tot alle mensen in NL
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

EXAMEN!!!!
Versterkt het sociale netwerk (B1-K1-W3) 
Examen 3
Versterkt
het
sociale
netwerk
(B1-K1-W3) 

Slide 30 - Slide

Examen 3
Versterkt het sociale netwerk (B1-K1-W3) 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Stelling
''Om goed te kunnen netwerken moet je online vindbaar zijn''
Denk aan social media zoals Linkedin, Facebook, Instagram etc.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

GOEDE INDRUK NALATEN
Wat is een elevatorpitch?

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

https://youtube.com/shorts/eYix5pAJm5Q?si=xR--T2SEZDxi-aCF

Slide 39 - Slide

EXAMEN!!
Werkt aan professionele ontwikkeling
(B1-K2-W3)
Examen 9
Werkt 
aan
professionele
ontwikkeling
 (B1-K2-W3)

Slide 40 - Slide

Examen 9 
Werkt aan professionele ontwikkeling
 (B1-K2-W3)

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

feedback:
Is het duidelijk wat het doel van je pitch is?
Moedigt het aan tot verdere interesse?
Begint de pitch met een sterke opening die de aandacht trekt?
Kwam het enthousiast en zelfverzekerd over?
Welke reactie roept de pitch op?




Pitch
Is het duidelijk wat het doel van je pitch is?
Moedigt het aan tot verdere interesse?
Begint de pitch met een sterke opening die de aandacht trekt?
Kwam het enthousiast en zelfverzekerd over?
Welke reactie roept de pitch op?

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Tips en tops van deze les

Slide 48 - Open question

This item has no instructions

Wat heb je geleerd?

Slide 49 - Open question

This item has no instructions