Week 2 v/g

Week 2
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Week 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe was de vakantie?
Fictiedossier

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Toetsweek: week 11 en 12
Tekststructuur: inleiding, kern en slot (Kern 4B)
Onderwerp van een tekst: onderwerp en hoofdgedachte (Kern 2D)
Leesstrategieën: Kern 1C
Tekstdoelen: informeren, overtuigen, beschouwen, activeren en amuseren (oefenbladen). 
Woordjes: zie de woordenlijst
- Weging: 3x


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Uit welke onderdelen bestaat een tekst?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Leerdoelen
- Ik weet uit welke onderdelen een tekststructuur bestaat.

- Ik kan een inleiding, middenstuk (kern) en slot in een tekst herkennen.

- Ik weet wat een onderwerp en de hoofdgedachte is en hoe ik deze in een tekst kan vinden, herkennen en zelf formuleren.


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Structuur van een tekst
Een tekst bestaat vaak uit een inleiding, kern en slot.

Wat is dit ook alweer?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Inleiding
Een tekst begint altijd met de inleiding. 

1. Hierin staat het onderwerp van de tekst.
2. De lezer wordt verleid om verder te lezen:
- maakt nieuwsgierig
- eindigt soms met een vraagzin

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Kern
In het midden van de tekst staat de kern. In de kern lees je meer over het onderwerp van de tekst.

Wat staat er in de kern?
1. Achtergrondinformatie
2. Argumenten
3. Kernzinnen (= belangrijkste boodschap van een alinea)
- eerste, tweede of laatste zin van een alinea

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slot
Een tekst eindigt met een slot.

Wat staat er in het slot?
1. Een samenvatting van de tekst.
2. Een conclusie van de tekst.
3. GEEN nieuwe informatie!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Tekststructuur
inleiding
onderwerp, aandacht trekken
kern
uitwerking onderwerp, achtergrondinformatie, kernzinnen
slot
samenvatting/conclusie, geen nieuwe informatie!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

Vraag 1: bij welke alinea begint de kern?
Vraag 2: bij welke alinea begint het slot?

-> formatief handelen (steek je vinger(s) in de lucht met het goede antwoord)

Vraag 3: wat is de kernzin van alinea 2, 3, 4?
Hoofdgedachte en onderwerp
Een tekst heeft natuurlijk altijd een onderwerp. Dit is het thema waar een tekst over gaat.
Daarnaast heeft elke tekst een hoofdgedachte 

-> Deze twee dingen moet je zelf kunnen bepalen!

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hoofdgedachte en onderwerp
  • Het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd is de hoofdgedachte.
  • Dat is wel een hele zin, maar geen vraagzin!
  • De hoofdgedachte vind je meestal in de inleiding of in het slot van de tekst

-> Stel jezelf de vraag:
Wat is het belangrijkste wat er in de hele tekst over het onderwerp wordt gezegd?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Kernzinnen
Kernzin =
Belangrijkste zin van de alinea
Meestal de eerste of de laatste zin

Rest van de alinea =
voorbeeld, uitleg of toelichting

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Kern hoofdstuk 4 les B (blz 56)
Opdrachten: 3 t/m 7

Kern hoofdstuk 2D les C (p. 31)
Opdrachten: 4, 5 en 8abcd (1 en 2 klassikaal)

Leer de woordjes!




Slide 15 - Slide

This item has no instructions