Di 10 jan Bijstelling

Bijstelling
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bijstelling

Slide 1 - Slide

Bijstelling

Slide 2 - Slide

Bijstelling 
Een bijstelling is een bijzondere vorm van de bijvoeglijke bepaling. 

Een bijstelling staat altijd tussen twee komma's of een komma en een punt. 

Een bijstelling kun je vervangen door het woord of de  woordgroep waarbij het een bijstelling is. 

Slide 3 - Slide

Bijstelling
-een bijstelling is geen zinsdeel 
-een bijstelling staat vaak tussen komma’s 

Slide 4 - Slide

Bijstelling
  • Een speciaal soort bijvoeglijke bepaling is de bijstelling.

Een bijstelling...
  1. is altijd een bijvoeglijke nabepaling.
  2. staat altijd tussen komma's.
  3. verwijst niet alleen naar een zn, maar heeft ook zelf een zn als kernwoord.

Slide 5 - Slide

Bijstelling
  • Een bijstelling is geen zinsdeel, maar een onderdeel van een zinsdeel. 
  • Een bijstelling staat altijd tussen komma's of na een komma. 
  • Een bijstelling herhaalt een zaak of persoon, maar met andere woorden. 


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

voorzetselvoorwerp
onderwerp
werkwoordelijk gezegde
bijstelling
bijvoeglijke bepaling
bijwoordelijke bepaling
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
antwoord op de vraag: wat/wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?
antwoord op de vraag: aan/voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?
antwoord op de vraag: wie of wat + gezegde?
alle werkwoorden in een zin, soms met te erbij
deel van een zinsdeel dat vervangbaar is door een ander deel van hetzelfde zinsdeel - staat tussen komma's of komma en punt
deel van een zinsdeel, dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord in hetzelfde zinsdeel.
Zinsdeel dat altijd begint met een voorzetsel
Voorzetsel is meegenomen in de zin door het gezegde
Voorzetsel is niet of nauwelijks vervangbaar
Voorzetsel is figuurlijk bedoeld (geen plaats) 
zinsdeel dat iets zegt over het gezegde, waar, wanneer, hoe, enz.

Slide 8 - Drag question

Tekst
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Voorzetsel voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
Bijstelling
Rembrandt schilderde De Nachtwacht. 
De les was mij niet duidelijk
Gisteren durfde ik niet meer te dansen.
De koekjes waren al snel op.
ug2h, een fantastische klas, is vandaag aanwezig
Hij houdt niet van ijsjes

Slide 9 - Drag question

Een zin met twee persoonsvormen.
Een deel van een zin waarin de persoonsvorm op de 1e of 2e plaats staat.
Een zinsdeelstuk dat hetzelfde ervoor herhaalt, maar dan in andere woorden.
Het onderwerp is iets.
Naamwoordelijk gezegde
Bijstelling
Samengestelde zin
Hoofdzin

Slide 10 - Drag question

Onderwerp
Meewerkend
Voorwerp
Werkwoordelijk
Gezegde
Lijdend 
voorwerp
Persoonsvorm
Bijwoordelijke
bepaling
Bijvoeglijke bepaling
Bijstelling

Geen zinsdeel
Staat vaak na of tussen komma's

Alle werkwoorden in een zin

Aan/voor wie + WWG + O + LV?

Getalproef of tijdproef

Geen zinsdeel. Zegt iets over een zelfstandig naamwoord van een zinsdeel.

Wie/wat + WWG + O?

Wie/wat + WWG?

Wanneer?
Waarom?
Hoe?
Waar?

Slide 11 - Drag question

De komma maakt het verschil. Hiernaast staan algemene regels voor kommagebruik. Sleep de juiste zinnen naar de juiste regel.
tussen delen van een opsomming
voor en na een bijstelling
voor de meeste voegwoorden
tussen twee persoonsvormen
voor en/of na een aanspreking
Gisterochtend vertelde Jaap van Dissel, directeur van het RIVM, dat er nieuwe maatregelen komen.
Denk je dat het herstel komende week intreedt, meneer Rutte, of blijft deze ellende langer duren?
Je moet minimaal anderhalve meter afstand tot elkaar houden, zoveel mogelijk in huis blijven en sociaal contact vermijden.
Wat op dit moment in de wereld gebeurt, is misschien een waarschuwing dat er iets moet veranderen.
Mensen vierden massaal carnaval met elkaar, terwijl bekend was dat het coronavirus heerste in de wereld.

Slide 12 - Drag question

Een bijstelling is een apart zinsdeel.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Waaraan herken je een bijstelling?
De bijstelling...
A
staat tussen komma's of tussen een komma en een punt.
B
begint met een voorzetsel.
C
staat altijd vooraan in de zin.
D
staat altijd achteraan in de zin.

Slide 14 - Quiz

In welke zin staat een bijstelling?
A
Ik vind het vak Frans erg leuk, hoewel het wel moeilijk is.
B
In de zomer gaan wij veel zwemmen, lekker eten en veel fietsen.
C
Mijn moeder gaat uit eten met onze buurvrouw, een weduwe van 40.
D
Morgen wordt onze school bezocht door Typhoon, mijn zusje gaat mee.

Slide 15 - Quiz

Bijstelling of bijvoeglijke bepaling?
Mevrouw Van Vianen, lerares op Calvijn, is dol op hardlopen.
Wat is de bijstelling?
A
Mevrouw Van Vianen is een bijstelling
B
'Lerares op Calvijn' is een bijstelling.

Slide 16 - Quiz

Wat is niet waar over de bijstelling?

Een bijstelling...
A
is geen zinsdeel, maar een deel van een zinsdeel.
B
zegt iets over een werkwoord in een zinsdeel.
C
zegt iets over een zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
D
staat tussen komma's.

Slide 17 - Quiz

Ik snap de BWB, BVB en bijstelling.
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 18 - Quiz

Huiswerk voor do 12 jan
Maken opdr 8

De bijstelling .
Leren blz. 123

Slide 19 - Slide