Week 44 Nederlands 3 havo

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Nederlands 3 havo week 44

Nieuwe week & nieuwe taak

Week 44  26 oktober t/m

 30 oktober 2020

Agenda

• Huiswerk week 44: inleveren 2 november (Lesson Up)
• Deze week controle leesboeken op niveau
• Vervolg fictie, spelling en woordenschat
  
• Woensdag 11 november: so spelling
• Donderdag 26 november: so over twee boeken

PTD rapportperiode 1 

Herhaling taalverzorging (spelling totaal)

45 min

(1x)

NEE

104

SO

Boekentoets (2 boeken)

45 min

VK

NEE

Nr.	Toets-vorm	Leerstof/ Leerdoel	Tijd	Weging	Her- kans
101	PW	Lezen + woordenschat en theorie lezen	45 min	3	Nee
102	SO	Herhaling taalverzorging (spelling totaal)	45 min	1	Nee
104	SO	Boekentoets (2 boeken)	45 min	1	Nee

Maar eerst...

 even ontspannen met een goed boek!

Leerdoelen

Deze week:

• leer je de regels voor het plaatsen van een weglatingsstreepje en een koppelteken
  
• leer je de regels voor het plaatsen van een trema en een apostrof
• leer je welke vormen van humor worden gebruikt in fictie

Herhaling vorige week

Kernwoorden:

Betrouwbaarheid van de auteur.

Vorm en inhoud bij fictie

Spelling van werkwoorden

Controleer je huiswerk van week 40. De antwoorden staan aan het eind van de les!

Uitleg theorie

Op de volgende dia's wordt de lesstof van deze week behandeld.

22. Humor

22. Humor

22. Humor

Persiflage

Spottende nabootsing

22. Humor

22. Humor

Lezen/maken

• Lees de tekst op bladzijde 90
• Maak opdracht 5 t/m 9 bladzijde 93
• Uitdaging: opdracht 10 bladzijde 93
• Drillster 1 en 2

Inleveren huiswerk

Inleveren huiswerk

weglatingsstreepje en koppelteken

Voor weglatingsstreepje en koppelteken gebruik je de syllabus die je van je docent hebt gekregen. Op pagina 18 staat de uitleg over weglatingsstreepje en koppelteken. Het is vooral herhaling van vorig jaar.

Trema en apostrof

Voor trema en apostrof gebruik je de syllabus die je van je docent hebt gekregen. Op pagina 20 staat de uitleg over Trema en apostrof. Het is vooral herhaling van vorig jaar.

Spelling, lezen & maken

• Lees de uitleg op bladzijde 18 en 20
• Maak opdracht 1 en 3 op bladzijde 19
• Maak opdracht 1 en 3 op bladzijde 21

Inleveren huiswerk

Inleveren huiswerk

Inleveren huiswerk

Evaluatie

• Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?
  
• Weet je wanneer je een weglatingsstreepje en een koppelteken gebruikt?
  
• Weet je wanneer je een trema of een apostrof gebruikt?
• Weet je welke vormen van humor worden gebruikt in fictie?

Nakijken huiswerk

Week 441/42

Spelling, lezen & maken

• Lees de uitleg op bladzijde 15 en 16
• Maak opdracht 1 t/m 3 op bladzijde 17

Spelling opdracht 1 bladzijde 17

1 Deze bergschoenen van Meindl, die gemaakt zijn van gore-tex, zijn prima waterdicht, terwijl ze toch de huid laten ademen.

2 Wist je dat in Noorwegen 99 procent van de elektriciteit wordt opgewekt in waterkrachtcentrales, iets wat in het platte Nederland nooit zou kunnen?

3 ‘Graag zou ik willen weten,’ zei mevrouw Van Klaveren tegen haar buurvrouw, ‘waar die Willem Wever nou eigenlijk woont.’

Spelling opdracht 1 bladzijde 17

4 Ik hou niet van rugby: je loopt er te veel blessures mee op.

5 ‘Wanneer heeft Jaan de Graaff de Sint-Bavokathedraal bezocht?’ vroeg Mary.

6 De Koninklijke Watersportvereniging Sneek organiseert jaarlijks in augustus de Sneekweek, een heel populair zeilevenement, maar als het te hard waait gaat het spektakel niet door.

Spelling opdracht 2 bladzijde 17

1 ‘Het gaat morgen de hele dag stormen’, zegt de weerman.

De weerman zegt: ‘Het gaat morgen de hele dag stormen.’

2 Na het eten zei mijn vader dat hij wel een kop koffie lustte.

3 ‘Ik heb echt geen zin in dat familiefeestje’, zucht Rayan.

Rayan zucht: ‘Ik heb echt geen zin in dat familiefeestje.’

Spelling opdracht 2 bladzijde 17

4 De buurvrouw vraagt: ‘Hanna, kun jij vanmiddag even op mijn kinderen passen?’

De buurvrouw vraagt: ‘Kun jij vanmiddag even op mijn kinderen passen, Hanna?’

‘Hanna, kun jij vanmiddag even op mijn kinderen passen?’ vraagt de buurvrouw.

‘Kun jij vanmiddag even op mijn kinderen passen, Hanna?’ vraagt de buurvrouw.

‘Hanna,’ vraagt de buurvrouw, ‘kun jij vanmiddag even op mijn kinderen passen?’

5 Geschrokken riep Fedja dat het al tien uur was.

Fedja riep geschrokken dat het al tien uur was.

Spelling opdracht 3 bladzijde 17

1 Mevrouw Van de Weyde vroeg me gisteren: ‘Ben jij wel eens in Zuid-Amerika geweest, Irene?’

2 De rooms-katholieke geestelijke Gerd ter Huurne gaat in de winter altijd schaatsen op de Noordwest-Overijsselse meren.

3 ‘Wat een onzin kraamt mevrouw Jansen-ter Voort uit’, zei de predikant. ‘Iedereen kan toch zien dat het christendom en de islam best vreedzaam naast elkaar kunnen bestaan.’

4 ‘De kapitein van cruiseschip Costa Concordia gaat waarschijnlijk niet vrijuit’, zei een Italiaanse rechter desgevraagd in het journaal van Rai Uno.

Spelling opdracht 3 bladzijde 17

5 ‘Ik reken er eigenlijk wel op,’ zei Lydia de Groot-ter Apelt tegen de thuisgroenteboer, ‘dat u volgende week Brussels lof en postelein voor me meebrengt.’

6 Luidruchtig prijst de marktkoopman zijn waren aan: ‘Kom mensen, koop hier lekkere kaas uit Alkmaar, stroopwafels uit Gouda of heerlijke Zeeuwse roomboterbabbelaars.

7 ‘Ga jij wel mee naar dit concert met kerstliederen, Marie?’ vroeg haar zus. ‘Of luister je liever naar muziek uit het Verre Oosten?’

8 ‘Verdraaid nog aan toe,’ verzuchtte Elianne, ‘wie had nou gedacht dat de Hoeksteen, die mooie gereformeerde kerk, in mei verkocht gaat worden?’

Lezen/maken

• Lees de tekst op bladzijde 90
• Maak opdracht 1 t/m 4 bladzijde 91
• Drillster 1 en 2

22. Humor bladzijde 91

4 a Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Kinderen vinden dit leuk omdat het heel duidelijk is. Er is niet een veel diepere laag.

 b Slapstick is visuele humor. Er hoeft daarom niet bij gepraat te worden. Daarom kunnen mensen uit alle landen en culturen het begrijpen.

Weektaak 44 afgerond