Havo 5 Nectar 14.3

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Biologie

Paragraaf 14.3

Deze periode (SE3)

Deze periode (SE3)

Hoofdstuk 14

De lens in het oog zorgt voor

1. een kleurig beeld
2. een scherp beeld
3. het beschermen tegen stofjes
4. het afsluiten van je oog

Hoe heet de buitenste doorzichtige laag van het oog?

1. Glasachtig lichaam
2. Netvlies
3. Hoornvlies
4. Pupil

Het vaatvlies zorgt voor:

1. traanvocht
2. voeding en zuurstof
3. aansturing
4. stevigheid

In welke laag liggen de zintuigcellen van een oog?

1. vaatvlies
2. netvlies
3. harde oogvlies
4. hoornvlies

Wat is de gele vlek?

1. Het deel van het oog waar de oogzenuw het oog verlaat en waarmee men niets kan zien.
2. Gedeelte van het netvlies, waarop voornamelijk kegeltjes zijn geconcentreerd.
3. Het doorzichtige deel van het oog dat tussen de lens en het netvlies ligt.
4. Het grootste deel van de menselijke hersenen, dat bestaat uit de linker- en rechter hersenhelft.

Leerdoelen 14.2

Leerdoelen 14.3

Indeling zenuwstelsel naar functie

BiNaS 88B

BiNaS 88B

Indeling zenuwstelsel naar plaats

BiNaS 88B

 Zenuwstelsel 

Zenuwcellen

BiNaS 88A

Autonome zenuwstelsel

BiNaS 88L

Orthosympatisch: actief zijn

Parasympatisch: rust en herstel 

Hersenschors

BiNaS 88C2

biologiepagina.nl

• Beweging die je kunt uitvoeren zonder erbij na te denken. 
  

Grote hersenen: 

• slaan een stappenplan op (motorprogramma) 

Kleine hersenen: 

• zorgen voor een goede afstemming van de spieraansturing
  

Automatische beweging

Oogzenuw

BiNaS 87C4

Peristaltische bewegingen van de darmen worden aangestuurd door het

1. Animaal zenuwstelsel
2. Autonoom zenuwstelsel
3. Beide

Je schrikt. Welk deel van je autonome zenuwstelsel is actief? En wat gebeurt er met je pupilgrootte?

1. -orthosympatisch -kleiner
2. -orthosympatisch -groter
3. -parasympatisch -kleiner
4. -parasympatisch -groter

Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?

1. Animaal zenuwstelsel
2. Perifeer zenuwstelsel
3. Centraal zenuwstelsel
4. Autonoom zenuwstelsel

Je wilt je rechterhand optillen. Waar beginnen de impulsen?

1. primaire motorische schors
2. secundaire motorische schors
3. hersenstam
4. kleine hersenen

Centrale zenuwstelsel

Grote hersenen

Hersenstam

Kleine hersenen 

Ruggenmerg

Welk gedeelte van het zenuwstelsel stuurt deze bewegingen aan?

1. Animale zenuwstelsel
2. Autonome zenuwstelsel
3. Beide

Dwarsgestreept spierweefsel staat onder invloed van welk deel van het zenuwstelsel?

1. Animale zenuwstelsel
2. Autonome zenuwstelsel
3. Beide

Het verwijden/vernauwen van je bloedvaten wordt aangestuurd door het

1. Animale zenuwstelsel
2. Autonome zenuwstelsel
3. Beide

prikkel

zintuig

bewustwording

impuls

Zintuigen zetten prikkels om in impuls

Zenuwen sturen impuls naar hersenen

Bewust van de prikkel, hersenen nemen beslissing

Hersenen sturen impuls naar zenuwen

Lichaam reageert op prikkel

Een orgaan dat reageert op prikkels

Alle zenuwen, ruggenmerg en hersenen samen

iets waar je zintuigen op reageren

Hier wordt je bewust van prikkels

Een seintje dat via de zenuwen naar de hersenen of spieren gaat 

Prikkel 

Zenuwstelsel 

Impuls 

Zintuig 

Hersenen 

Bewegings-

zenuwcel

Schakelcel

Gevoels-

zenuwcel

Wat voor soort zenuwcel is nr. 2?

1. Bewegingszenuwcel
2. Gevoelszenuwcel
3. Schakelcel

Ruggenmerg

Hersenstam

Hersenen

Grote hersenen

Kleine hersenen

Perifere zenuwstelsel

hersenschors

hersenstam

kleine hersenen

Leerdoelen 14.3

Aan het werk

• Lezen 14.4
  
• Maken 14.3: opdracht 46, 47, 51-55, 59-62  + extra BiNaS vragen