VTH 1, les 3

Wondzorg 
1 / 44
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wondzorg 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat is een wond?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Wat is het verschil tussen een open en een gesloten wond?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Oorzaken wonden

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Primaire wondgenezing
Secundaire wondgenezing
Niet schone wond
Schone wond

Slide 19 - Drag question

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

timer
1:00
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Regeneratiefase: nieuwe bloedvaatjes 
en dun laagje huid gevormd
Rijpingsfase: vorming litteken
Reactiefase: voorkomen van uitbreiding, bloedstelping

Slide 25 - Drag question

welke zorg is er nodig bij het verlenen bij wondzorg?

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide

Bedrust bij een patiënt met een wond is juist goed, want dan kan de wond goed genezen.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

welke wond zie je op de foto?
A
snijwond
B
schaafwond

Slide 31 - Quiz

een mechanische wond wordt veroorzaakt door chloor
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quiz

Een voorbeeld van een thermische wond is
A
Snijwond
B
huidcellen krijgen onvoldoende zuurstof
C
blikseminslag
D
Bevriezing

Slide 33 - Quiz

Een mechanische wond is veroorzaakt door:
A
Elektriciteit
B
Straling
C
Chemische stoffen
D
Fysiek trauma

Slide 34 - Quiz

Welke voedingsstoffen heeft een wond nodig om te genezen?
A
Eiwitten
B
kalium
C
calcium
D
elektrolyten

Slide 35 - Quiz

In welke fase vernauwen de bloedvaten zich rond de wond?
A
reactiefase
B
regeneratiefase
C
rijpingsfase

Slide 36 - Quiz

Wat zorgt ervoor dat je een korstje krijgt op een wond?
A
Bloedplasma
B
Bloedplaatjes
C
Rode bloedcellen
D
Witte bloedcellen

Slide 37 - Quiz

wat houdt de reactiefase in
A
de fase waarbij de huid weer hersteld wordt
B
de fase waarin het weefsel in de wond weer hersteld wordt
C
De fase dat de wond ontstaat
D
de eerste fase waarbij het lichaam reageert op de net ontstane wond

Slide 38 - Quiz

Wat is het gevaar bij uitwendige wonden?
A
De huid is niet meer intact
B
De wond moet worden schoon gespoeld
C
Het doet veel pijn
D
Er kunnen bacteriën bij komen

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

ALTIS wondanamnese
Aard-> ontstaan: door druk en schuifkrachten (= decubitus), door feces of urine (letsel door incontinentie) of door contact van huid op huid (smetten)? • Wat voor soort wond is het? • Doet de wond pijn en hoe voelt de pijn aan?

Lokalisatie van de wond en de pijn: waar zit de wond en waar doet het pijn?
Tijdsduur: sinds wanneer is er sprake van huidletsel?
Intensiteit: ernst van het letsel: bij decubitus - welke categorie is het?

Samenhang
• Beloop van de klachten: zijn de klachten of de wond erger geworden sinds het ontstaan?
• Wat is er aan gedaan?
• Begeleidende verschijnselen: bijv. koorts, jeuk, eczeem, etc.
• Uitlokkende en verergerende factoren: verminderde mobiliteit, allergische reacties, etc.
• Verzachtende factoren: wat kan de cliënt zelf tegen de pijn doen, tijdstippen waarop de pijn minder is, etc.




Slide 42 - Slide

TIME - model

T = Tissue (weefsel); wat is de kleur?
I = Infectie; is er sprake van een infectie?
M = Moisture (vocht); produceert de wond veel vocht?
E = Edge (wondranden); wat is de toestand van de rand?

Met als doel: het creëren van een  gezonde wond, zonder dood weefsel en ziekteverwekkende bacteriën, met weinig wondvocht en een goede doorbloeding.

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide