4.1 les 1: Cel tot organisme, pro- en eukaryoten en voortplanting virussen

Thema celbiologie
Les 1
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Thema celbiologie
Les 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Periodeplanning

Les 1: Cel tot organisme, pro- en eukaryoten en voortplanting virussen
Les 2: Bacteriën en celorganellen
Les 3: Celorganellen, celmembraan, actief en passief transport
Les 4: Enzymen, fotosynthese, celcyclus
Les 5: Meiose, voortplantingsorganen, primaire en secundaire geslachtskenmerken
Les 6: Menstruatiecyclus, bevruchting, bevalling en anticonceptie
Vrijdag 2 februari Eindtoets Thema Cellen en voortplanting

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Regels
  1. Stilte tijdens de instructies
  2. Vinger opsteken
  3. Eten en drinken
  4. Telefoongebruik

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning

Woordweb
Instructie
Werkblad
Bespreken
Afsluiten

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Celbiologie

Slide 5 - Mind map

wat weet jij over cellen? Verschillende soorten cellen.

Les 1: Cel tot organisme, pro- en eukaryoten en voortplanting virussen
Lesdoelen:
- Je herkent de opbouw van een cel, weefsel, orgaan en  orgaanstelsel 
- Je kunt verschillen tussen pro- en eukaryoten benoemen
- Je kunt beschrijven op welke manier een virus zich vermenigvuldigd

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Cel(-organellen) -weefsel- orgaan- orgaanstelsel- organisme

Slide 8 - Slide

organen opgebouwd uit cellen. Heel klein en met de microscoop te zien. Klein pakketje met organellen. Horen in de cel en hebben allemaal hun eigen functie. 

orgaan: cellen verschillend van vorm maar werken samen. Groepjes cellen met dezelfde vorm en functie liggen bij elkaar.

organisme is opgebouwd uit organen. Eén of meerdere functies. Orgaan is onderdeel van een organisme.
Meerdere organen hebben een gezamenlijke functie?: orgaanstelsel.
? verterings-, beenderen-, spier, bloedvaten, ademhaling, voortplanting, zenuwstelsel, lymfestelsel.
Weefsel

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Prokaryoot of eukaryoot
Grieks: Pro= voor         Karyos= kern
  • Zijn cellen zonder celkern
  • Eencellig organisme
  • DNA ligt los in cytoplasma
  • Bijv: Bacteriën

Maar... Niet alle eencelligen zijn prokaryoten!:



Slide 11 - Slide

1,5 miljard jaar na prokaryoten ontstonden eukaryoten.

Grootste verschil tussen beide is het hebben van een celkern.


prokaryoten: bacteriën en archaea (oerbacteriën) 


Prokaryoot of eukaryoot
  • Planten, dieren, schimmels
  • Hebben wél een celkern (Grieks: Eu = echt, karyos= kern)

 en membraangebonden organellen (zoals mitochondriën en chloroplasten (bladgroenkorrels))

Slide 12 - Slide

reader: protoplasma= cytoplasma

Verschil: Celkern,  celorganellen

Slide 13 - Slide

Beiden hebben DNA, bij prokayoten ligt het los in de cel

Bijna alle prokaryoten hebben een celwand.
Virussen

  • Je kunt ziek worden door een virus of een bacterie
  •  Virus is geen levend organisme
V/B?: Covid-19, Salmonella, verkoudheid, waterpokken




Slide 14 - Slide

Meest voorkomende "entiteit"op aarde.
1 druppel zeewater >  10 miljoen.

Geen celkern, bewegen niet, geen organellen dus geen stofwisseling, geen eigen voortplanting.

https://www.micropia.nl/nl/ontdek/microbiologie/virus/
Voortplanting virus
  • Kan dit niet zelfstandig... Er is een gastheer voor nodig.

  • Virus nestelt in de slijmvliezen (luchtwegen en maagdarmstelsel)

  • Gebruikt vermogen van een lichaamscel ( van de gastheer) om zich te kunnen vermenigvuldigen

Slide 15 - Slide

Virus kan niet zelfstandig voorplanten omdat het geen levend organisme is.


celorganellen: ribosomen: aanmaak eiwitten in de cel
Dit plaatje hoef je niet uit je hoofd te weten
Je moet wel snappen hoe het werkt.

Slide 16 - Slide

Hoeven de studenten niet precies te weten!!
Een eukaryote cel is later ontstaan dan een prokaryote cel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Een vinger bestaat uit één type weefsel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag:
Wat: Maak het werkblad over cellen-organisme.
Op de ELO of op papier.
Hoe: in 2-tallen
Hulp: Reader

Tijd: 20 minuten
Klaar: Wachten tot we gezamenlijk gaan bespreken.

timer
20:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Werkblad bespreken

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

Noteer de overeenkomsten en verschillen
1: Overeenkomsten
2: Alleen eukaryoten
3: Alleen prokaryoten
Aan de slag
  • Ga naar de ELO van biologie en download de reader van thema Cellen en Voortplanting
  • Bestudeer pagina 10-13 over celorganellen

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Celbiologie
Lesdoelen:
- Je herkent de opbouw van een cel, weefsel, orgaan en  orgaanstelsel 
- Je kunt verschillen tussen pro- en eukaryoten benoemen
- Je kunt beschrijven op welke manier een virus zich vermenigvuldigd

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Wat heb jij vandaag geleerd?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions