Persoonlijke/bezittelijke voornaamwoorden

Persoonlijke voornaamwoorden
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 1 - Slide

Persoonlijke + bezittelijke voornaamwoorden
Ik
I
Jij
you
Hij
he
Zij
she
Het
it
We
wij
Jullie
you
Zij
they 
mijn
my
Jouw
your
Zijn
his
Haar
her
Van het
its
Onze
our
Van jullie
your
Hun
their

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

____ (ik) am not hungry
A
I
B
You
C
We
D
They

Slide 4 - Quiz

___ (wij) are going to the mall.
A
she
B
they
C
We
D
you

Slide 5 - Quiz

____ (jij) are playing games.
A
he
B
they
C
she
D
you

Slide 6 - Quiz

____ (zij) are eating food.
A
you
B
they
C
she
D
we

Slide 7 - Quiz

Personal Pronouns
I
You
She
We
You
They
He
It
Jij
Wij
Zij 
Ik
Jullie
Hij
Zij (vrouw)
Het

Slide 8 - Drag question

Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 9 - Slide

Persoonlijke + bezittelijke voornaamwoorden
Ik
I
Jij
you
Hij
he
Zij
she
Het
it
We
wij
Jullie
you
Zij
they 
mijn
my
Jouw
your
Zijn
his
Haar
her
Van het
its
Onze
our
Van jullie
your
Hun
their

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

That is ____ (mijn) book.
A
mine
B
my
C
me
D
moi

Slide 12 - Quiz

That is ____ (onze) bag.
A
our
B
ours
C
your
D
yours

Slide 13 - Quiz

____ (zijn) new bike is blue.
A
hers
B
his
C
theirs
D
our

Slide 14 - Quiz

____ (haar) hair is brown.
A
hop
B
his
C
hers
D
her

Slide 15 - Quiz

____ (hun) house is big.
A
their
B
our
C
his
D
its

Slide 16 - Quiz

Ik begrijp de persoonlijke & bezittelijke voornaamwoorden

Slide 17 - Poll

BK leerlingen
Materials needed: 
Book, laptop and pen

Opdracht: 8 en 9   (page 14)
Opdracht: 10 en 11  (page 15)

Lesson up: Dia 20-21 (practice)



KT leerlingen
Materials needed:
Book, laptop and pen

Opdracht: 6 (page 14)
 9 (page 15)
Opdracht: 10 en 11 (page 16)

Lesson up: Dia 20-21 (practice)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link

Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord is een woord dat verwijst naar een mens, dier, ding.

Slide 21 - Slide