M1_Engels_week15

M1 - English - week 15
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

M1 - English - week 15

Slide 1 - Slide

17-22 jan
Regels
1: We hebben respect voor elkaar.
2: Je hebt jouw spullen op orde.
3: Telefoon zit in de kluis of in de telefoontas.
4: Als je een vraag hebt, steek je jouw vinger op.
5: Kauwgom eet je niet in de klas.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Quizlet Theme 4
https://quizlet.com/missjoosten/folders/m1-stepping-stones-theme-4?x=1xqt&i=3vdfuo

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Planning
- Newsround
- Reading tip 1
- Discussing Stone 2
- Work individually 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Planning
- Newsround
- Reading tip 1
- Discussing Stone 2
- Work individually 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

UUR 1
Planning
- Learning words
- Recap grammar

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Announcements
Proefwerk theme 4 = woensdag 20 april
Iedereen die onder de 6 heeft gehaald voor het vorige hoofdstuk komt verplicht op het i-uur donderdag 14 april

Opdracht mondeling wordt volgende les besproken

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Targets (uur 1)
At the end of the lesson I have increased my vocabulary.
At the end of the lesson I can apply the grammar in a sentence.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Learn all words
Quizlet?
1. Ga naar Quizlet
2. Typ 'missjoosten' in de zoekbalk
3. Klik op gebruikers
4. Kies mijn profiel (met de ijsbeer)
5. Klik op 'mappen'
6. Kies M1 Steppings Stones Theme 4
timer
10:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Comparisons (trappen van vergelijking)
Wanneer?                   Om mensen dieren of dingen te         
                                        beschrijven en te vergelijken.

Hoe?                             woorden met 1 lettergreep = +er, +est
                                        woorden met +3 lettergrepen = more / most
                                        woorden eindigend op -y = +ier, +iest

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Stellend
Vergrotend
Overtreffend
Bv nw
groter
grootst
Standaard
Tall
+er
+est
-e
Large
+r
+st
-y
Happy
- y + ier
-y + iest
klinker + medeklinker
Big
Bigger
Biggest
+3 lettergrepen
Beautiful
more beautiful
most beautiful

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Comparisons (trappen van vergelijking)
- Good / well --> better --> best
- Bad/ill --> worse --> worst
- Large --> larger --> largest
- Big --> bigger --> biggest
- Little --> less --> least
- Many/much --> more --> most
- Famous/boring - more famous/boring - most famous/boring

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Vragen met 'to do'
These animals eat meat --> Do these animals eat meat?
It has wings --> Does it have wings?

* Geen vorm van to be, have got of can? --> gebruik do/does voor vragen
* SHIT = does + hele werkwoord

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Ontkenningen met 'to do'
Snakes eat fruit --> Snakes don't eat fruit
She lives in  a big city --> She doesn't live in a big city.

* Geen vorm van to be, have got of can? gebruik don't/doesn't
* SHIT: doesn't + hele werkwoord

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Planning
Make the test yourself in your workbook (p. 109)

We will discuss the exercises after fifteen minutes.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

UUR 2
- Mondeling uitleg
- Recap grammar
- Make a test yourself
- Swap test yourselfs
- Time left? Newsround

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Announcements
Proefwerk theme 4 = woensdag 20 april
Iedereen die onder de 6 heeft gehaald voor het vorige hoofdstuk komt verplicht op het i-uur donderdag 14 april

Opdracht mondeling wordt volgende les besproken

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Targets (uur 2)
At the end of the lesson I am ready for the test

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Mondeling
Show word document

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Comparisons (trappen van vergelijking)
Wanneer?                   Om mensen dieren of dingen te         
                                        beschrijven en te vergelijken.

Hoe?                             woorden met 1 lettergreep = +er, +est
                                        woorden met +3 lettergrepen = more / most
                                        woorden eindigend op -y = +ier, +iest

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Stellend
Vergrotend
Overtreffend
Bv nw
groter
grootst
Standaard
Tall
+er
+est
-e
Large
+r
+st
-y
Happy
- y + ier
-y + iest
klinker + medeklinker
Big
Bigger
Biggest
+3 lettergrepen
Beautiful
more beautiful
most beautiful

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Comparisons (trappen van vergelijking)
- Good / well --> better --> best
- Bad/ill --> worse --> worst
- Large --> larger --> largest
- Big --> bigger --> biggest
- Little --> less --> least
- Many/much --> more --> most
- Famous/boring - more famous/boring - most famous/boring

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Vragen met 'to do'
These animals eat meat --> Do these animals eat meat?
It has wings --> Does it have wings?

* Geen vorm van to be, have got of can? --> gebruik do/does voor vragen
* SHIT = does + hele werkwoord

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Ontkenningen met 'to do'
Snakes eat fruit --> Snakes don't eat fruit
She lives in  a big city --> She doesn't live in a big city.

* Geen vorm van to be, have got of can? gebruik don't/doesn't
* SHIT: doesn't + hele werkwoord

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Test yourself
Show word document

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Link

This item has no instructions