Hoofdstuk 4 les 1

1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoe gaat het met iedereen?

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Lesdoelen van vandaag.
  • Introductie hoofdstuk 4 paragraaf 1.
  • Aan de slag met hoofdstuk 4 paragraaf 1.
  • Wat hebben we geleerd vandaag?
  • Afsluiting.

Slide 3 - Slide

Hoofdstuk 4. Hoe ondernemend ben je?


4.1 Een eigen bedrijf?
4.2 Een goed idee?
4.3 Hoe verkoop ik mijn idee?
4.4 Wie doet wat?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wie wil later een eigen bedrijf hebben?

Slide 6 - Slide

Wat kunnen voordelen zijn van het hebben van eigen bedrijf?

Slide 7 - Open question

Wat zouden eventueel de nadelen zijn van het hebben van en eigen bedrijf?

Slide 8 - Open question

Wat moet je kennen en kunnen om een eigen bedrijf te starten?

Slide 9 - Slide

Praktische opdracht.

Slide 10 - Slide

Lesdoelen van vandaag:
  • Je kunt motieven noemen om een eigen bedrijf te starten.
  • Je kunt uitleggen welke ondernemersvormen er zijn.
  • Je kunt kenmerken noemen van de verschillende ondernemersvormen.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Ondernemingsvormen:
In tweetallen, 10 minuten:

Welke ondernemingsvormen zijn er?

Wat zijn de belangrijkste kenmerken? Schrijf per ondernemingsvorm ook de belangrijkste kenmerken op. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Je bent hoofdelijk aansprakelijk. Jij bent persoonlijk verantwoordelijk voor schulden van het bedrijf, ook met je privégeld.
Natuurlijke personen




Rechtspersoon
Het bedrijf is aansprakelijk voor schulden.

Slide 15 - Slide

Vragen?

Slide 16 - Slide

Aan het werk met paragraaf 1.
Maak in ieder geval de volgende opgaven voor de volgende les:

3, 5, 7, 9, 10, 11, 12, 13a en 14.

Vind je het nog moeilijk? Maak dan de oefenopgaven.
Heb je meer uitdaging nodig? Maak dan de plusopdrachten!

Slide 17 - Slide

Lesdoelen van vandaag:
  • Je kunt motieven noemen om een eigen bedrijf te starten.
  • Je kunt uitleggen welke ondernemersvormen er zijn.
  • Je kunt kenmerken noemen van de verschillende ondernemersvormen.

Slide 18 - Slide

Huiswerk voor volgende week de opdrachten (niet allemaal) van 4.1 af. Zie SOM.

Slide 19 - Slide

Als je een eenmanszaak hebt dan mag je wel personeel in dienst hebben.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Als je alleen de eigenaar wilt zijn uit welke twee ondernemingsvormen kun je dan kiezen?
A
de bv en de nv
B
de eenmanszaak en de vof
C
de nv en de vof
D
de eenmanszaak en de bv

Slide 21 - Quiz

Fijne dag en tot volgende week!

Slide 22 - Slide