2b/k Grammatica H2-1

Nederlands 6-9
Wat gaan we doen vandaag?
  1. Spullen op tafel en mobiel in de tas
  2. Grammatica H2
  3. Basis aan het werk/kader extra uitleg
  4. Belangrijke info volgende les
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nederlands 6-9
Wat gaan we doen vandaag?
  1. Spullen op tafel en mobiel in de tas
  2. Grammatica H2
  3. Basis aan het werk/kader extra uitleg
  4. Belangrijke info volgende les

Slide 1 - Slide

Lees de tekst. Wat valt je op?
Ik ga naar school. Ik vind dat leuk.
Jan-Jaap is schilder. Jan-Jaap gaat morgen ons huis verven.
Claudia is ziek. Zij blijft thuis. 
Het raam staat open. Ik doe het raam nu dicht.

Slide 2 - Slide

Samengestelde zinnen
Ik ga naar school. Ik vind dat leuk. 
Jan-Jaap is schilder. Jan-Jaap gaat morgen ons huis verven. 
Claudia is ziek. Zij blijft thuis.  
Het raam staat open. Ik doe het raam nu dicht.

Ik ga naar school, want dat vind ik leuk. 
Jan-Jaap is schilder en gaat morgen ons huis verven. 
Omdat Claudia ziek is, blijft zij thuis.
Het raam staat open, maar ik doe het raam nu dicht.

Slide 3 - Slide

Samengestelde zinnen
Hoe?
  1. Je hebt twee zinnen.
  2. Maak hier één zin van door een verbindingswoord te gebruiken. (en, omdat, terwijl, zodat, nadat, als, toen, want, maar, of, dus). 
  3. Heb je ze samengevoegd, controleer dan de woordvolgorde.

Slide 4 - Slide

Basis
Basis komt rechts vooraan zitten en gaat in stilte werken aan:
H2 Grammatica opdrachten 1 t/m 4 op blz 68 en 69.

Ben je klaar? 
  1. Opdrachten van Woordenschat H2 1 t/m 6 nakijken.
  2. Opdrachten van Grammatica H2 1 t/m 4 nakijken. 
  3. Oefenboek 

Slide 5 - Slide

Kader Grammatica Zinsdelen
Vorige grammatica les?

  • Het stappenplan om een zin te ontleden

Slide 6 - Slide

Het meewerkend voorwerp
Het stappenplan om een zin te ontleden:
  1. Persoonsvorm (pv)
  2. Gezegde (gez)
  3. Onderwerp (ow) 
  4. Lijdend voorwerp (lv)
  5. Meewerkend voorwerp (mv)

Slide 7 - Slide

Het meewerkend voorwerp
Het stappenplan om een zin te ontleden: 
  1. Persoonsvorm (pv) -> zin vragend maken/andere tijd zetten
  2. Gezegde (gez) -> alle werkwoorden + pv
  3. Onderwerp (ow)  -> wie/wat + pv
  4. Lijdend voorwerp (lv) -> wie/wat + gez + ow
  5. Meewerkend voorwerp (mv) -> aan/voor wie 

Slide 8 - Slide

Oefenen
De clown gaf een ballon aan het kleine meisje. 
  1. pv: gaf
  2. gez: gaf
  3. ow: De clown
  4. lv: een ballon
  5. mw: aan het kleine meisje

Slide 9 - Slide

Oefenen
Klas 2A heeft voor mij lekkere koekjes gebakken.
  1. Pv: heeft
  2. Gez: heeft gebakken
  3. Ow: Klas 2A
  4. Lv: lekkere koekjes
  5. Mw: voor mij

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Basis:
  1. H2 Grammatica opdrachten 1 t/m 4 op blz 68 en 69. 
  2. Nakijken H2 Grammatica 1 t/m 4
  3. Oefenboek/Woordpuzzel
Kader:
  1. H2 Grammatica Zinsdelen opdrachten 2, 3, 5 en 6 blz 69 en 70
  2. Nakijken H2 Grammatica 2,3,4 en 6
  
H2 Woordenschat 1 t/m 6 nog niet nagekeken? Dat eerst nakijken.

Slide 11 - Slide

Belangrijke info volgende les 10-9

Basis: 
H1 WS: 1 t/m 7 blz. 22 t/m 25
H2 WS: 1 t/m 6 blz. 62 t/m 65
H1 GR: 2 t/m 5 blz. 28 t/m 29
H2 GR: 1 t/m 4 blz. 68 t/m 69


Schrift niet in orde? Nakomen totdat alle opdrachten af zijn. 
Schriftencontrole! 

Kader:
H1 WS: 1 t/m 8  blz. 23 t/m 26
H2 WS: 1 t/m 6 blz. 63 t/m 66
H1 GR ZD: 2 t/m 5 blz. 29 t/m 30
H1 GR WS: 2 t/m 5 blz. 31 t/m 32
H2 GR ZD: 2, 3, 5 en 6 blz. 69 t/m 70

GR ZD: Grammatica Zinsdelen
GR WS: Grammatica Woordsoorten

Slide 12 - Slide