230112 Grammatica ws H2-3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Leg je deze materialen op tafel?

Een pen

Nederlands lesboek

Een schrift

Welkom H2b!

Planning van vandaag:

1. Grammatica zinsdelen 2 oefenvragen
2. Herhalen grammatica woordsoorten
3. Uitleg grammatica woordsoorten H2+3
   
4. Pauze
5. Huiswerktijd

Planning tweede periode:

Fictie (boek lezen)

Grammatica (ws/zd)

H1 t/m 3

Toetsen tweede periode:

Fictie (boek lezen)

Interview.  Inleverdatum 23 januari.

Grammatica (ws/zd)

Toetsweek (2x)

Geef antwoord op de volgende vragen:

Welke bewering is waar?

A) Een werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde kunnen allebei in een zin voorkomen.
B) Als er een naamwoordelijk gezegde in de zin staat, dan staat er nooit een lijdend voorwerp in diezelfde zin.

C) Elke zin heeft een bijwoordelijke bepaling.

Ontleed de volgende zin. Benoem pv, wg/ng, ow, lv, mv, bwb en vzv. Zit een zinsdeel niet in de zin dan zet je een kruisje.

Ongetwijfeld gaat dit weekend voor mij heel spectaculair worden!

Planning

1. Grammatica zinsdelen 2 oefenvragen
2. Herhalen grammatica woordsoorten
3. Uitleg grammatica woordsoorten H2+3
   
4. Pauze
5. Huiswerktijd

Woordsoorten....

Welke ken je nog?

Woordsoorten die je kent en herkent:

Brugklas:

• (on)bepaald lidwoord
• zelfstandig naamwoord
• (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord
• hulpwerkwoord en zelfstandig werkwoord
• aanwijzend en vragend voornaamwoord
• voorzetsel
• bijwoord

2 havo:

• koppelwerkwoord
• persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord

Geef de woordsoorten aan:

In dit land mogen mensen en dieren niet gekloond worden.

Daarom hebben twee Rotterdammers hun hond laten klonen in Zuid-Korea.

Hoofdstuk 2+3 Gramm. woordsoorten

Zelfstandig werkwoord

(Geeft de handeling aan wat het onderwerp doet)

Hulpwerkwoord
(Ondersteunt het kww of zww)

Hoofdstuk 2+3 Gramm. woordsoorten

Zelfstandig werkwoord

Geeft de handeling aan wat het onderwerp doet

Koppelwerkwoord

Geeft aan wat het onderwerp is of wordt

(zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen > ZWaBBeLS)

Hulpwerkwoord
Kan je weglaten.
(Ondersteunt het kww of zww)

Hoofdstuk 2+3 Gramm. woordsoorten

• Ik schrijf een brief voor mijn moeder.
  
  
• Ik heb een brief geschreven voor mijn moeder.
  
  
• Ik zou een brief willen schrijven voor mijn moeder.
  
  
• Ik word morgen 13 jaar.
  
  
• Ik zou morgen 13 jaar willen worden.
  

Pauze

Samen oefenen (blz. 62)

Oefenen

Opdracht: 

Grammatica woordsoorten H2 (blz. 62): opdracht 2 en 4

Hoe: Je maakt het alleen

Nodig: pen, werkboek en schrift

Klaar: Loop even bij mij langs, dan kijken we samen je antwoorden na.