Les 4: Subjuntivo + bron D

Bienvenidos a la clase de español
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bienvenidos a la clase de español

Slide 1 - Slide

We starten in 5 minuten met de les.

Slide 2 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
A. Opstarten: les en absentie
B. Doornemen: Subjuntivo
C. Doornemen: Woordenschat
E. Afsluiting


Después de la clase...
Ken je de toepassing van bijvoeg nmw in het Spaans 
 

Los deberes para la próxima clase:
Lezen: Bron D pagina 52
Leren: Bron B en C pagina 52 & 53
Maken: opdracht 31 a, b, c, d en e
Lesprogramma

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Vocabulario
pagina 73
Je kan de nummers vinden op pagina 73.

Slide 5 - Slide

Vocabulario
Doornemen: Bron D

Slide 6 - Slide

Combineer de Spaanse woorden met de Nederlandse vertaling
aumentar
masculado
relajarse
la estrella
el paciente
el hábito
de gewoonte
vergroten
zich ontspannen
gespierd
de ster
de patient

Slide 7 - Drag question

Wanneer gebruik je el subjuntivo?
  • Wordt vooral gebruikt in bijzinnen die met que beginnen:
1. een wil  of advies
- Mi padre no quiere que fume.= Mijn vader wil niet dat ik rook.
- Mi amiga me anconeja que coma mas verduras.= Mijn vriedin raad me aan om meer groente te eten.

2. een wens of voorkeur:
- Espero que te mejores.=Ik hoop dat je gezond bent
- Prefiero que hables menos. = ik heb liever dat je minder praat.

Slide 8 - Slide

Wanneer gebruik je el subjuntivo?
Wordt vooral gebruikt in bijzinnen die met que beginnen:
3. Onpersoonlijke uitdrukking (ser + bijvoeglijk nw)
- Es necesario que vivas sano.= Het is goed als je gezond leeft.

4. twijfel of onzekerheid
No creo que beba mucha agua= Ik geloof niet dat hij/zij veel water drinkt


pagina 32
Je kan de uitleg pagina 32.
Je gebruikt geen na creo que, es seguro que....

Slide 9 - Slide

Vorm van de Subjuntivo
Om een regelmatig werkwoord te vervoegen in de Subjuntivo, wissel je de uitgangen:
Ww'en op -ar krijgen de uitgangen van de ww'en op -er.
Ww'en op -er en -ir krijgen de uitgangen van ww'en op -ar. 

  1. Neem je de ik-vorm van de Presente Indicativo.
  2. Knip je de uitgang -o eraf=stam in de subjuntivo
  3. Voeg je de Subjuntivo-uitgangen toe. 

Voorbeeld: 
> ¡Qué tengas buen día! Fijne dag! (wens)



 

Slide 10 - Slide

Subjuntivo: formas regulares
hablar
comer
vivir
yo
hable
coma
viva
hables
comas
vivas
él/ella/usted
hable
coma
viva
nosotros
hablemos
comamos
vivamos
vosotros
habléis
comáis
viváis
ellos/ellas/ustedes
hablen
coman
vivan

Slide 11 - Slide

estudiar - nosotros - subjuntivo

Slide 12 - Open question

comer - vosotros - subjuntivo

Slide 13 - Open question

vender - tú - subjuntivo

Slide 14 - Open question

comprar - yo - subjuntivo

Slide 15 - Open question

escribir - ella - subjuntivo

Slide 16 - Open question

cantar - ellas - subjuntivo

Slide 17 - Open question

aprender - los alumnos - subjuntivo

Slide 18 - Open question

Los deberes
Het huiswerk

Lezen: Bron D pagina 52
Leren: Bron B en C pagina 52 & 53
Maken: opdracht 31 a, b, c, d en e

Slide 19 - Slide


Wat heb je van 
deze les geleerd?

Slide 20 - Open question


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Slide 22 - Slide