This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
El programa de hoy
Mirada hacia atrás (terugblik op vorige les)
Teoría: el subjuntivo
A trabajar: estudiar la teoría y hacer ejercicios
Slide 1 - Slide
Los objetivos de esta clase
Después de esta clase...
1. ...sé qué es el subjuntivo
2. ...sé conjugar el subjuntivo (con ayuda del libro)
Slide 2 - Slide
La unidad 6 (LT p. 80 y 81)
¿De qué trata la unidad?
¿Cómo funciona el sistema escolar de españa?
¿Recuerdas un malentendido (= misverstand) cultural de las conversaciones?
Slide 3 - Slide
Subjuntivo Aanvoegende wijs
Een werkwoordswijze (géén tijd!) voor het uitdrukken van een wens, hoop, gevoel, verbod, advies, twijfel, angst, bezorgdheid of hypothetische/onzekere mogelijkheid.
> Ojalá que venga Pablo. Hopelijk komt Pablo. (wens/hoop)
> Me gusta que estés aquí. Ik vind het fijn dat je er bent. (gevoel)
> No creo que haya clase. Ik denk niet dat er les is. (twijfel)
De Subjuntivo kan ALLEEN voorkomen in de bijzin en NOOIT in de hoofdzin!
Slide 4 - Slide
Subjuntivo: verbos regulares
Om een regelmatig werkwoord te vervoegen in de Subjuntivo, wissel je de uitgangen: Ww'en op -ar krijgen de uitgangen van de ww'en op -er. Ww'en op -er en -ir krijgen de uitgangen van ww'en op -ar.
Let op: ik-vorm = hij/zij-vorm.
> No quiero que comas esta manzana, dijo la bruja. Ik wil niet dat je deze appel opeet, zei de heks. (verbod)
Slide 5 - Slide
Subjuntivo: formas regulares
hablar
comer
vivir
yo
hable
coma
viva
tú
hables
comas
vivas
él/ella/usted
hable
coma
viva
nosotros
hablemos
comamos
vivamos
vosotros
habléis
comáis
viváis
ellos/ellas/ustedes
hablen
coman
vivan
Slide 6 - Slide
Subjuntivo: yo-irregular
Bij werkwoorden met een onregelmatige ik-vorm:
Neem je de ik-vorm van de Presente Indicativo.
Knip je de uitgang -o eraf.
Voeg je de Subjuntivo-uitgangen toe. Zie vorige slide.
> ¡Qué tengas buen día!Fijne dag! (wens)
Indicativo = normale vorm,
tegenovergestelde van Subjuntivo
Slide 7 - Slide
Subjuntivo: cambio de raíz
Bij werkwoorden met een klinkerwisseling in de stam heb je
diezelfde klinkerwisseling óók in de Subjuntivo.
Querer (e -> ie)
Indicativo: ¿Quieres un bocadillo?
Subjuntivo: No creo que realmente quieras un bocadillo.