1.
De leerling begint met een welkomstwoord.
2. De leerling vertelt wat zijn / haar lievelingseten is en waarom.
3. De leerling vertelt wat zijn / haar lievelingsdrankje is en waarom.
4.De leerling vertelt wat hij / zij absoluut niet lust.
5. De leerling vertelt wat je nooit drinkt.
6. De leerling vertelt of hij / zij vaak vis / vlees / worst eet of niet en noemt voorbeelden.
7. De leerling vertelt of hij / zij graag groente eet of niet en benoemt de soorten.
8. De leerling vertelt of hij / zij fruit lekker vindt of niet en benoemt de soorten.
9.
De leerling sluit de presentatie af.
Uitspraak:
10. De leerling spreekt de gehele presentatie Duits.
11. De leerling spreekt vloeiend en leest niet voor.
Presentatie
12. De leerling heeft de presentatie op een unieke manier gepresenteerd.
3
Totaal punten:
24
Cijfer: …………………..