Periode 1 - week 41 - H.2.2-Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

M I D D A G

Woensdag 13 oktober

Wat gaan we doen:

                                                        

• Herhaling theorie H. 2.2-Lezen, blz. 60 - Tekstverband 1
• Quiz
• AGENDA - Huiswerk donderdag 14 oktober, 5e uur

--> maken: - H. 2.2-Lezen, blz. 61, opdr.  10

                       - Opdracht schematische samenvatting - Classroom

Aan het einde van deze les ...

• heb je geoefend met de drie verschillende tekstverbanden

• kan je een schematische samenvatting maken

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Welke ken je nog?

Een quizje met 

            7 

       vragen

   

Oefenen!

Kies de twee goede antwoorden.

Tekstverbanden...

1. ...geven alinea's aan
2. ...geven het doel van een tekst aan
3. ...geven aan hoe alinea's en zinnen met elkaar te maken hebben
4. ...helpen je een tekst beter te begrijpen

Sleep de signaalwoorden naar de bijpassende tekstverbanden. 

opsomming

tijdsvolgorde

tegenstelling

verder

bovendien

eerst

toch

ook

echter 

Weet je nog?
'Daarentegen' is een signaalwoord voor

1. tijdsvolgorde
2. een tegenstelling
3. een opsomming

Weet je nog?

'Echter' is een signaalwoord voor

1. tijdsvolgorde
2. een tegenstelling
3. een opsomming

Welk tekstverband herken je?
Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je de kaart en vervolgens kun je inchecken en naar je werk reizen.

1. tijdsvolgorde (chronologie)
2. tegenstelling
3. opsomming

Welke drie signaalwoorden voor tijdsvolgorde zie je in de zin:
Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je de kaart en vervolgens kun je inchecken.

-->Chromebook dicht

-->Pak je boek en schrift

-->Ga naar H. 2.2-Lezen, blz. 61

-->We lezen samen

    'Dieren op stal'

 

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Aan de slag 

NAKIJKEN: H. 2.2-Lezen, blz. 59, opdr. 1, 6, 7

LEZEN: H. 2.2-Lezen, blz. 61, tekst 2

OPDRACHT: schema Classroom + opdr. 10, p. 61

 Wat?

Met wie?

Hulp?

Klaar?

Zelfstandig, in stilte

 Steek je vinger op

Maak een samenvatting van de lesstof tot nu