Week 41 - H.2.2-Lezen

Welkom terug!
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom terug!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Vrijdag 15 oktober

Wat gaan we doen:
                                                        
  • Theorie H. 2.2-Lezen, blz. 60
  • Quizje
  •  --> maken: H. 2.2-Lezen, blz. 59, opdr.  4, 6, 7, 9

Slide 3 - Slide

Aan het einde van deze les ...

  • ken je het verschil tussen feiten en meningen

  • kan je de moeilijkewoordenwijzer toepassen

  • heb je geoefend met drie verschillende tekstverbanden.


Slide 4 - Slide





Kijk mee naar de uitleg...

 


Slide 5 - Slide

feit - mening

Slide 6 - Slide

Moeilijkewoordenwijzer
Moeilijkewoordenwijzer

Slide 7 - Slide

Tekstverbanden

Slide 8 - Slide

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 9 - Slide

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

 VOORBEELD TEGENSTELLING

herken je aan signaalwoorden zoals:

  • tegenover
  • maar
  • hoewel
  • echter
  • toch
  • aan de ene kant ... aan de andere kant



Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide




Een quizje 
met 
            5 
       vragen
   


Oefenen!

Slide 18 - Slide

Kies de twee goede antwoorden.

Tekstverbanden...
A
...geven alinea's aan
B
...geven het doel van een tekst aan
C
...geven aan hoe alinea's en zinnen met elkaar te maken hebben
D
...helpen je een tekst beter te begrijpen

Slide 19 - Quiz

Sleep de signaalwoorden naar de bijpassende tekstverbanden. 
opsomming
tijdsvolgorde
tegenstelling
verder
bovendien
eerst
toch
ook
echter 

Slide 20 - Drag question

Weet je nog?
'Daarentegen' is een signaalwoord voor
A
tijdsvolgorde
B
een tegenstelling
C
een opsomming

Slide 21 - Quiz

Welk tekstverband herken je?
Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je de kaart en vervolgens kun je inchecken en naar je werk reizen.
A
tijdsvolgorde (chronologie)
B
tegenstelling
C
opsomming

Slide 22 - Quiz

Welke drie signaalwoorden voor tijdsvolgorde zie je in de zin:
Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je de kaart en vervolgens kun je inchecken.

Slide 23 - Open question





-->Pak je boek en schrift erbij
-->Ga naar H. 2.2-Lezen, blz. 59

 


Slide 24 - Slide

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag 

MAKEN: H. 2.2-Lezen, blz. 59, opdr. 4, 6, 7, 9

 Wat?


Met wie?

Hulp?

Klaar?



Zelfstandig, in stilte
 Steek je vinger op
-Kijk je gemaakte werk na in Classroom
-Maak een samenvatting van de lesstof tot nu
timer
20:00

Slide 25 - Slide

 Na de vakantie:   oefentoets 
 Vooruitblik

Slide 26 - Slide

Toetsstof staat in de classroom, zie planner periode 1 

Toetsweek H.1 + H.2 Lezen - 1 t/m 8 november 

Slide 27 - Slide

Fijne vakantie!

Slide 28 - Slide