Herhalingles H1

Paragraaf 1.1
Geschiedenis
Maris College - Klas 1 - vmbo 
H1 Jagers en boeren
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with text slides.

Items in this lesson

Paragraaf 1.1
Geschiedenis
Maris College - Klas 1 - vmbo 
H1 Jagers en boeren

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
In deze paragraaf leer je:

  • hoe mensen eerst samenleefden
  • hoe we dingen weten over jagers-verzamelaars
  • hoe we soorten samenlevingen onderscheiden

Slide 2 - Slide

Jagen en verzamelen
  • De eerste jagers en verzamelaars leefden ongeveer 12.000 jaar geleden
  • Zij leefden als nomaden
    Zij trokken rond zonder vaste woon- of verblijfplaats

  • Waarom? 

Slide 3 - Slide

Middelen van bestaan
  • Ze kwamen aan eten door te jagen en door voedsel te verzamelen
  • Dit was hun middel van bestaan
    De manier om aan voedsel te komen 

  • Ze waren afhankelijk van de draagkracht van de natuur
    Afhankelijk van wat de natuur je kan bieden mbt dieren/planten etc

  • Jager-verzamelaars

Slide 4 - Slide

Samenleving
  • Jagers en verzamelaars leefden in groepen van 20-30 mensen
  • Ze bouwden eenvoudige hutten of tenten op plaatsen waar voedsel was
  • Ze jaagden op dieren en plantaardig voedsel
  • Als er geen voedsel meer was, dan gingen ze naar een andere plek 

Slide 5 - Slide

Werktuigen
  • Jager-verzamelaars maakten werktuigen
    Alles was gemaakt van materiaal uit de natuur

  • Scherpe stenen -- messen, bijlen krabbers
  • Werd gebruikt om dieren uit elkaar te halen en huid schoon te maken
  • Van botten maakte ze naalden en van pezen maakten ze draad 
  • Kleren en tenten werden gemaakt van de huid van dieren

  • Steentijd

Slide 6 - Slide

Bronnen
  • In 1894 werd een speciaal beeldje gevonden in Zuid-Frankrijk
  • Het is het oudste beeldje van een mens, en zo'n 25.000 jaar oud
  • Het werd gemaakt van de slagtand van een mammoet
  • Toentertijd was er een ijstijd, en leefden er mammoeten 

Slide 7 - Slide

Bronnen
  • Het beeldje is een bron
    Uit een bron, halen we informatie uit over de geschiedenis
  • We onderzoeken bronnen als we meer willen weten over de geschiedenis
  • Onderzoek naar wat er in verleden is gebeurd
  • Kennis van wat er in het verleden is gebeurd 

Slide 8 - Slide

Bronnen
  • We hebben veel bronnen over de tijd van de Jagers-Verzamelaars te danken aan het werk van archeologen
  • Grotschilderingen
  • Werktuigen
  • Menselijke resten  

Slide 9 - Slide

Otzi
  • Otzi de Ijsmummie
  • 5.300 jaar geleden
  • Archeologen hebben zijn skelet onderzocht, dit is een bron over:
  • De doodoorzaken van de Prehistorie
  • Het voedsel in de Prehistorie
  • De kleding in de Prehistorie
  • Werktuigen in de Prehistorie 

Slide 10 - Slide

Prehistorie
  • De Prehistorie
De tijd waaruit we geen geschreven bronnen hebben. De mensen konden toen nog niet schrijven
  • Het werk van archeologen is dus erg belangrijk voor ons onderzoek en onze kennis

Slide 11 - Slide

Geschreven bronnen en ongeschreven bronnen
Ongeschreven bronnen: 
  • Grotschilderingen
  • Werktuigen
  • Beelden
  • Menselijke resten

Geschreven bronnen:
  • Spijkerschrift / Hiërogliefen
  • Brieven
  • Krantenartikelen
  • Boeken

Slide 12 - Slide

Samenleving
  • Bij de geschiedenis leren we ook hoe mensen samenleefden (wonen, eten etc)
  • Een grote groep mensen die samenleven noemen we een samenleving
  • Een samenleving waarin mensen als nomaden samenleven, noemen we een samenleving van jager-verzamelaars 

Slide 13 - Slide

Paragraaf 1.2
Geschiedenis
Maris College - Klas 1 - vmbo 
H1 Jagers en boeren

Slide 14 - Slide

Lesdoelen
In deze paragraaf leer je:

  • Het verschil tussen continuïteit en verandering
  • Hoe landbouw ontstond en werd verspreid
  • Hoe mensen leefden in landbouwsamenlevingen
  • Hoe de jaartelling werkt
  • Hoe we het verdelen indelen 

Slide 15 - Slide

Continuïteit & verandering

  • Mensen hebben heel lang als jager-verzamelaars geleefd
  • Er veranderde niets of bijna niet in hun leven
  • Dit noemen we continuïteit
  • Het tegenovergestelde van continuïteit is verandering 

Slide 16 - Slide

Ontstaan van de landbouw
  • In het Midden-Oosten plukten jager-verzamelaars graankorrels
  • Ze kwamen erachter dat ze het graan ook zelf konden laten groeien door graankorrels in de grond te stoppen

  • Ontstaan van de akkerbouw = Het zelf verbouwen van plantaardig voedsel

Slide 17 - Slide

Ontstaan van de landbouw
  • De mensen gingen ook wilde dieren tam maken en deze fokken
  • Dit noemen we veeteelt
  • Is hier sprake van continuïteit of verandering? 

Slide 18 - Slide

Ontstaan van de landbouw
  • Akkerbouw en veeteelt noemen samen: landbouw

  • Continuïteit of verandering?

  • Deze periode wordt ook wel de landbouwrevolutie genoemd 

Slide 19 - Slide

Ontstaan van de landbouw
Jagers
Boeren

Slide 20 - Slide

Landbouwsamenleving
  • Door de landbouwrevolutie ontstond de landbouwsamenleving 

  • Boeren maakten hun eigen voedsel en bleven op één plek wonen
  • Boeren bouwen huizen bij hun akkers en weide
  • Op deze manier ontstaan de eerste dorpen

  • Boeren maakten zelf hun eigen werktuigen
  • Potten bakken om voedsel te bewaren
  • Stokken en bijlen om de grond los te maken
  • Later gebruikte ze een ploeg

Slide 21 - Slide

Paragraaf 1.4
Geschiedenis
Maris College - Klas 1 - vmbo 
H1 Jagers en boeren

Slide 22 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je:

  •  waardoor het heel goed ging met de landbouw langs de Nijl
  • hoe markten ontstonden in Egypte
  • hoe steden ontstonden in Egypte
  • hoe Egypte één staat werd

Slide 23 - Slide

Vruchtbare grond
  • Egypte is een land in Noord-Afrika met een bijzonder landschap
  • De rivier de Nijl stroomt er vanuit het zuiden door een dal in de woestijn naar het noorden

  • Langs de Nijl ontstond omstreeks 5500 v. C. een landbouwsamenleving

  • Het rivierdal was heel geschikt voor de landbouw, omdat de rivier iedere zomer overstroomde 
  • Het land langs de rivier stond dan een paar maanden onder water

  • De Egyptenaren dachten dat dit door de goden kwam

Slide 24 - Slide

Vruchtbare grond
  • De rivier de Nijl stroomt over
  • Het water zakt en er blijft slib (vruchtbare grond) over
  • Op de slib zaaiden boeren allerlei planten
  • Ze oogsten die planten vóór de overstroming in het volgende jaar

  • In Egypte regent het weinig
  • De boeren bedachten een manier om de grond te bevloeien
  • Ze gingen het water in vijvers en kanalen bewaren en schepten met werktuigen het water op hun akkers

  • Door de vruchtbare modder en de bevloeiing ging het heel goed met de landbouw in Egypte
  • Graan, groente en fruit

Slide 25 - Slide

Markten
  • Na een tijdje produceerden de boeren meer voedsel dan ze zelf nodig hadden
  • Gevolg: niet iedereen hoefde meer op het land te werken

  • Ambachten: werk waarbij mensen met hun handen en gereedschap producten maken

  • Sommige ambachtslieden richtten zich op één bepaalde vaardigheid, zoals brood bakken of kleren maken
  • Hierdoor ontstonden steeds meer beroepen


Slide 26 - Slide

Markten
  • Boeren en ambachtslieden gingen naar een markt om hun producten te verkopen en andere spullen te kopen
  • Deze markten ontstonden in dorpen langs de Nijl

  • Bij de handel op de markt werd geen gebruik gemaakt van geld, maar er werd geruild

  • Een koper en een verkoper onderhandelden totdat ze tevreden waren

  • Na een tijd richtte een groep mensen zich op het kopen, verkopen en vervoeren van producten
  • Handelaren

Slide 27 - Slide

Steden
  • Steeds meer mensen werden ambachtsman of handelaar
  • Ze gingen bij een markt wonen, en daardoor groeide sommige marktplaatsen uit tot steden

  • Rond 3500 v.C. ontstond er een landbouwstedelijke samenleving in Egypte
  • Samenleving met steden, waarin een minderheid van de bevolking leeft van ambachten en handel, terwijl de meeste mensen leven van de landbouw

  • In Egypte ging het heel goed met de landbouw, ambachten en handel en daardoor ontstond de welvaart (rijkdom)
  • Mensen werden gezonder en daardoor groeide de bevolking

Slide 28 - Slide

Egypte wordt één staat
  • De boeren moesten samen de vijvers en kanalen onderhouden
  • Sommige Egyptenaren namen daarbij de leiding
  • Taken verdelen
  • Zetten boeren aan het werk

  • Leiders werden de baas over de boeren
  • De leiders bestuurden een gebied en daarvoor lieten ze boeren betalen met landbouwproducten
  • Belasting


Slide 29 - Slide

Egypte wordt één staat
  • Staat: een regering met regering 
  • Vorst: een leider die een staat regeert

  • Sommige vorsten kregen steeds meer macht over grotere gebieden

  • Omstreeks 3000 v. C. was er oorlog in Egypte
  • Narmer, de vorst van Zuid-Egypte, won de oorlog en werd toen ook vorst van Noord-Egypte. Zo werd Egypte één staat

  • De vorst van Egypte werd farao genoemd
  • Alle Egyptenaren vormden nu één grote groep: een volk
  • Ze waren allemaal onderdanen van de farao en moesten zijn regering gehoorzamen 


Slide 30 - Slide