B5

1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

planning


Eerste uur
Herhalen B4
Bespreken B5
Werken aan B5

Tweede uur
Zelfstandig
Gezichtsbedrog

Slide 2 - Slide

Herhalen!

Slide 3 - Slide


Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Zenuwstelsel
B
Animaal zenuwstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
Autonoom zenuwstelsel

Slide 4 - Quiz

Is het effect van adrenaline gelijk aan die van het para- of orthosympatisch zenuwstelsel?
A
parasympatisch
B
orthosympatisch

Slide 5 - Quiz

Bekijk de afbeelding
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 6 - Quiz

Een toename van ademhalingsfrequentie bij sport wordt geregeld door
A
het parasympatisch deel van het autonoom zenuwstelsel
B
het orthosympatisch deel van het autonoom zenuwstelsel
C
het parasympatische deel van het animale zenuwstelsel
D
Het orthosympatsich deel van het animale zenuwstelsel

Slide 7 - Quiz

Zie je hier een bewuste reactie of een reflex?
A
bewuste reactie
B
reflex

Slide 8 - Quiz

Bekijk het filmpje.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 9 - Quiz

Bekijk het filmpje.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 10 - Quiz

Bekijk het filmpje.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Rustpotentiaal
Bij een zenuwcel in rust heeft het cytoplasma een negatieve elektrische lading ten opzichte van de buitenkant van de cel.
Het verschil is - 70 millivolt.
Dit noemen we het rustpotentiaal.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Impulsgeleiding
Sprongsgewijze impulsgeleiding

Slide 15 - Slide

Impulsgeleiding

Slide 16 - Slide

prikkelsterkte

    sterkere prikkel  = toename impulsfrequentie 

    de impulssterkte blijft altijd hetzelfde 

    Slide 17 - Slide

    Slide 18 - Slide

    Drempelwaarde
    Wat betekent het drempelpotentiaal eigenlijk?

    Minimaal -50mV bereiken, anders wordt er geen impuls doorgegeven -->
    "alles of niets principe"

    Slide 19 - Slide

    Synaps

    Slide 20 - Slide

    Slide 21 - Slide

    Slide 22 - Slide

    Slide 23 - Slide

    Je snapt nu:
    - de impulsgeleiding
    - de impulsoverdracht

    Maak dan nu:
    B5 vraag 36 t/m 41

    Slide 24 - Slide

    Slide 25 - Video

    Huiswerk voor maandag: 
    Leren B3 en B4
    Maken B5 vraag vraag 36 t/m 41

    Slide 26 - Slide

    Tot volgende week!

    Slide 27 - Slide