3T Wiederholung Grammatik 3e NV

♥lich Willkommen!
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

♥lich Willkommen!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Programma
  • Start
  • 7 minuten Lernen 
  • Luisterfragment Ötzi
  • Uitleg 3e naamval 

  • Verder werken aan B Wortschatz opdrachten
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Am Ende der Stunde:
  • Ik weet welke persoonlijke voornaamwoorden bij de derde naamval horen. 
  • Ik ken de voorzetsels met de derde naamval 

Slide 4 - Slide

Wortschatz


De koorts t/m zich voelen (N-D) blz 88
Durchschnittlich t/m erstaunlich Seite 89
timer
7:00

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Hoelang geleden leefde Ötzi?

Slide 7 - Open question

Hoe oud was Ötzi toen hij overleed?

Slide 8 - Open question

Hoe kwam hij om het leven?

Slide 9 - Open question

Hoeveel jaar geleden is Ötzi gevonden en door wie?

Slide 10 - Open question

Hoe kan het dat Ötzi zo goed bewaard is gebleven?

Slide 11 - Open question

Hoe komt Ötzi aan zijn naam?

Slide 12 - Open question

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 13 - Drag question

Wie alt (bent u)?
(Hij is) 13 Jahre alt.
Wo (ben jij) geboren?
(Ik ben) in Berlin geboren.
(Het is) eine schöne Stadt.
sind Sie
er ist
bist du
ich bin
es ist

Slide 14 - Drag question

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 15 - Drag question

Ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
war
waren
waren
wart
war
warst

Slide 16 - Drag question

Ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
hatte
hatten
hatten
hattet
hatte
hattest

Slide 17 - Drag question

Wo wart ihr?
Wir waren am Strand
Hattet ihr gutes Wetter?
Ja, es war warm.
Wo warst du?
Ich war in der Stadt.
Hatten Sie schon reserviert?
Meine Frau hatte einen Tisch reserviert.
Sie war hier gestern.
Aber wir hatten ihm geholfen.
Ich hatte Autopanne.
waren jullie
wij waren
hadden jullie
het was
was jij
ik was
had u
zij had
zij was
we hadden
ik had

Slide 18 - Drag question

Wiederholung


DB Seite 90
timer
5:00

Slide 19 - Slide

Welke pers vnw (3e nv) ken je?

Slide 20 - Mind map

De  3e naamval

Slide 21 - Slide

ich
du
er
wir
Sie
Ihnen
uns
ihm
dir
mir

Slide 22 - Drag question

De  3e naamval

Slide 23 - Slide

Bij welke voorzetsels krijg ik de 3e naamval?
A
mit,nach,bei, von, zu ,aus
B
durch,für, ohne, um, bis entlang, gegen

Slide 24 - Quiz

sleep de voorzetsels naar de juiste naamval.
3e  naamval
aus

bei
mit
nach
von
zu
durch
für
ohne
um
bis
gegen

Slide 25 - Drag question

       Vertaal de voorzetsels
bij
met
na, naar
van
uit
naar
bei
  mit
nach
von
aus
zu

Slide 26 - Drag question

Sie bleibt heute Abend bei UNS
Welke naamval en waarom?

Slide 27 - Open question

Ich gehe mit .... (hem) ins Kino
A
ihn
B
er
C
du
D
ihm

Slide 28 - Quiz

Ich komme gleich zu ....... (jou)
A
dir
B
dich
C
mir
D
du

Slide 29 - Quiz

Ich habe es bei ..... (jullie) zu Hause liegen lassen.
A
uns
B
sie
C
ihr
D
euch

Slide 30 - Quiz

Willst du dich zu (ons)
setzen?

Slide 31 - Open question

„Ich bin gleich bei (jou)
“, sagte der Kellner zu den Gästen.

Slide 32 - Open question

Vertaal: bij jou

Slide 33 - Open question

Vertaal: naar haar

Slide 34 - Open question

Vertaal: met u

Slide 35 - Open question

Vertaal: van hun

Slide 36 - Open question


😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

Aufgaben 

B Wortschatz-opdrachten 7 t/m 9 (blz 56-59) 

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide